Inclusivity PathwayAminata Cairo, Winnie Roseval, Naomi van Stapele, Birol Ona and Somya Bouzaggou ‘Via gevoelens kom je bij de wijsheid’- Participant IPTHandboekLichtpunten op de
Birol ona Somya Bouzzaggouaminata Cairo Winnie roSeval naomi van Stapele
We dragen dit boek op aan ‘de ander’.Je was onze inspiratie voor dit boek. Jouw verhaal is net zo waardevol als elk ander. Moge dit boek ervoor zorgen dat uw stem wordt gehoord en begrepen.Moge dit boek ons allemaal helpen het een beetje beter te doen.
Inhoudsopgave1. Inleiding 1.1 Doel 8 1.2 Achtergrond en theorie 10 2. Belangrijkste vragen over de IPT 2.1 Waar is de IPT voor bedoeld en waarvoor niet? 23 2.2 Wie kan de IPT gebruiken? 26 2.3 Hoe werkt de IPT? 27 2.4 Welke vaardigheden zijn er nodig om de IPT te faciliteren? 29 2.5 Hoe gebruik je de IPT? 34 2.6 Wat zijn de randvoorwaarden voor het toepassen van de IPT? 35 2.7 Ja, maar; Nee, maar; Ho, maar… Weerstand 373. Thema’s 3.1 Uitleg per thema 44 3.2 Stappenplan ontwerp van een training 56 3.3 Voorbeeld oefeningen 69 3.4 Toepassen van oefeningen 77
Inhoudsopgave4. Impact, reflectie en nazorg 4.1 Impact evaluatie 85 4.2 Reflectie 94 4.3 (Na)zorg 96 5. Tot slot 98 Bibliografie 101 Hoofdstuk 1 102 Hoofdstuk 2 103 Hoofdstuk 3 103 Hoofdstuk 4 103 Appendix 105
6Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Inleiding“Waardering en bewustwording is één ding, doen is een ander.” De Inclusivity Pathway Training (IPT) is ontworpen om te helpen bij de ontwikkeling van vaardigheden die nodig zijn om inclusieve leer- en/of werksituaties mogelijk te maken, of dit nu één-op-één, in een groep, op de werkvloer, persoonlijk of in de klas is. De IPT bestaat uit een reeks activiteiten die als trainingssessies worden aangeboden en waarin deelnemers de kans krijgen te werken aan vaardigheden die hen kunnen helpen hun omgeving en zichzelf te veranderen. Het is bedoeld om mensen die met dit onderwerp willen werken vertrouwen te geven om de in de IPT aangeboden basisvaardigheden in te zetten. Het is gebaseerd op het uitgangspunt dat de meeste interventies van inclusie werk informeren over het ‘wat,’ maar niet noodzakelijkerwijs over het ‘hoe’. Het ‘hoe’ is in dit geval het losschudden van vastgeroeste patronen van ongelijke interacties om vervolgens in de nieuwe ruimtes die zo gecreëerd worden, nieuwe, andere keuzes te maken in het handelen. Verder is de IPT zo ontworpen om onderliggende, structurele en historisch gefundeerde belemmeringen voor inclusie expliciet te maken om ze actief tegen te kunnen gaan en om zo hopelijk meer duurzame veranderingen teweeg te brengen. De IPT is er dus bewust op uit om patronen te doorbreken en te verstoren, zodat er voor nieuwe benaderingen en verhalen een gelijkwaardige plek wordt gecreëerd.De IPT maakt gebruik van thema’s, op basis waarvan trainingen worden gegeven met een reeks van activiteiten. De activiteiten putten uit een verscheidenheid aan bronnen, waaronder theater, psychodrama, games en psychologie.- Aminata Cairo
7 Handboek
8Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway De IPT streeft naar bewustwording en het (door)ontwikkelen van bepaalde vaardigheden die helpen vastgeroeste en belemmerende gedragspatronen los te wrikken en zo gezamenlijk een nieuw verhaal te creëren, een verhaal waarin gelijkwaardigheid de norm is. Die huidige norm van ongelijkheid is het resultaat van honderden jaren conditionering, met als gevolg dat die norm vanzelfsprekend is geworden en behoorlijk vastgeroest zit. Onderzoek wijst uit dat bewustwording alleen niet voldoende is om deze ongelijkheid op te heffen en vaak juist meer ongelijkheid in de hand werkt (Dobbin & Kalev 2016). Er is dus meer behoefte aan het aanpakken van die onderliggende normen. Het uiteindelijke doel is dus transformatie; van onszelf, van onze omgeving en van ons als gemeenschap. Wij willen mensen vaardig maken in het uitvoeren en begeleiden van die transformatie. De grootste uitdaging voor verandering is die persoonlijke transformatie die moet leiden tot een transformatie bij anderen. Wij zijn immers onderdeel van datzelfde verhaal dat bestaat uit systemen van ongelijkheid. Wij zitten vast in die vastgeroeste patronen door onze emoties. Op het moment dat wij, dat wat wij altijd doen, proberen te veranderen, wordt het ongemakkelijk en treden er allerlei remmende mechanismen in werking. Om onze houding en gedragspatronen te transformeren, is het noodzakelijk op verschillende niveaus te werken: emotie, cognitie en actie.Wij zijn allemaal geconditioneerd, of wij dat nou leuk vinden of niet. Je zult het vaker gehoord hebben: “De verandering begint bij jezelf”. Dat klinkt heel mooi, maar niemand legt uit hoe je dat moet doen. Het gaat hier over gevoelens en gedrag, dus is er geen quick fix. Er is geen standaard stappenplan dat succes garandeert. Dit is mensenwerk en elke situatie waar we ons in bevinden is weer anders. En toch kunnen wij iets doen. Door bewustwording van wat er gebeurt in onszelf en tussen ons kunnen we andere beslissingen maken en anders handelen, ook als we niet de directe uitkomst van dat handelen weten. Door ons te verdiepen in waar die patronen vandaan komen, kunnen we vaak beter begrip opbrengen voor wat er nodig is. Dat is het doel van de IPT. Dat vergt dus nogal wat. De IPT is ontwikkeld vanuit het perspectief en de geleefde ervaringen van de niet-dominante groep. De fout die lang is gemaakt is dat zelfs wanneer men het verhaal van ongelijkheid probeert te corrigeren, men uitgaat van de dominante norm. In de IPT doen wij dat dus anders. Wij benaderen het aanpakken van ongelijkheid vanuit de inzichten, lessen en ervaringen van hen die die ongelijkheid het meeste ervaren. Wij doen dat omdat werken vanuit dit 1.1 Doel
9 Handboekperspectief direct tegen de dominante norm in gaat en alternatieven kan bieden die standaard over het hoofd worden gezien. Er zitten dus denk- en handelingspatronen in die niet standaard zijn en die door deelnemers als vreemd of ongezellig ervaren kunnen worden. Deze benadering is bewust ingezet, omdat de benaderingen die standaard worden gebruikt en uitgaan van cognitie, na al die jaren nog steeds niet toereikend blijken. Daarnaast wordt er in de IPT uitgegaan van de kennis en waarde van de geleefde ervaring van de niet-dominante groep, vooral als het gaat om een gevoelsmatige aanpak. Vaak komen mensen naar een IPT-training met de intentie om informatie op te halen, zodat ze met anderen aan het werk kunnen gaan en willen ze de belangrijke, noodzakelijk eerste stap van zelftransformatie overslaan. Natuurlijk is dit ook mogelijk, maar de impact en het begrip blijven op die manier beperkt en oppervlakkig.Dit handboek is ontwikkeld voor iedereen die geïnteresseerd is om inclusieve leer- en werkomgevingen te creëren en/of te faciliteren. Daarnaast zullen er ook specifieke voorbeelden worden gegeven die helpen een vertaalslag te maken naar het eigen onderwijs- en andere contexten.
10Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Dominant and 1.2a AchtergrondDe IPT is ontwikkeld op basis van meer dan 30 jaar aan ervaring van Dr. Aminata Cairo als hulpverlener, kunstenaar, psycholoog en antropoloog, als ook haar recentere aanstellingen aan de Universiteit van Leiden en De Haagse Hogeschool. Waardevolle bijdragen zijn initieel geleverd door professors Kelvin Cooper (Bronx Community College) en Kathryn Bentley (Southern Illinois University Edwardsville) aan het tot stand komen van de training. In 2017 werd de eerste pilot van de training, toen nog onder de naam ‘Inclusivity Training Toolkit,’ gedraaid. Van 2019 tot 2022 is er met financiële ondersteuning van een NRO subsidie een onderzoek gedaan in samenwerking met de Haagse Hogeschool, Universiteit Leiden en Hogeschool InHolland om de kennis achter de IPT te onderbouwen en de impact te onderzoeken en vertaalbaar te maken. Dit handboek, een website, artikelen, instructievideo’s en een instructie kaartenpakket zijn daarvan het resultaat. Alle materiaal wordt zowel in het Nederlands als het Engels aangeboden.Er zijn drie verdiepende IPT sessies gehouden bij respectievelijk de Haagse Hogeschool, Universiteit Leiden en Hogeschool InHolland,. Vanwege de COVID 19 epidemie zijn de sessies bij de Universiteit Leiden en Hogeschool InHolland online gehouden. Elk van deze sessies werd gevolgd door een publieke werkconferentie waar het geleerde met het publiek werd gedeeld en waar het publiek de mogelijkheid had om aspecten van de IPT te ervaren en feedback te geven die mee werd genomen in het onderzoek. Naast de verdiepende sessies zijn er ook IPT sessies gegeven aan hogescholen, universiteiten en andere publieke organisaties of ondernemingen. Sessies zijn zowel live als online aangeboden. In totaal hebben minimaal 5500 mensen de IPT doorlopen tussen 2019 en 2022. In de eerdere sessies zijn evaluaties opgehaald, maar aangezien deze onvoldoende toegevoegde waarde hadden is er overgegaan op verdiepende reflectiesessies tussen de onderzoekers en deelnemers. Naast de IPT sessies is de IPT ook gepresenteerd op minimaal zes internationale conferenties waar minimaal 500 mensen de IPT hebben mogen ‘proeven’.Dankzij het NRO onderzoek is de onderbouwde kennis van de IPT sterker en duidelijker geworden en is er laagdrempelig materiaal ontwikkeld om de IPT breed beschikbaar te maken. Er was initieel het plan om een facilitators training te ontwikkelen. Het onderzoek heeft snel duidelijk gemaakt dat het onverantwoord is om een dergelijke training aan te bieden omdat die kennis echt jarenlange training vereist. Om tegemoet te komen aan de beoogde doelen is er materiaal ontwikkeld waarbij toch op een verantwoorde manier met de IPT aan de slag gegaan kan worden. In het materiaal is duidelijk aangegeven welke risico’s hieraan verbonden zijn en waar men rekening mee moet houden om de IPT zo goed en veilig mogelijk te gebruiken.1.2 Achtergrond en theorie
11 HandboekDominant and Waarom hebben wij de IPT juist nu nodig? Door social justice bewegingen zoals Black Lives Matter, #MeToo, Save the Planet en de COVID-19 pandemie zijn bepaalde patronen van ongelijkheid sterker dan voorheen aan het licht gekomen. Dit heeft bijgedragen aan het wakker schudden van mensen en bewustwording van patronen van ongelijkheid voor vele mensen over de hele wereld. Om deze systemen van ongelijkheid uit te leggen, hanteren wij het model van de dominant en de andere(n). manier waardeert, heeft te maken met hoe dat aangeleerd is. Door onze conditionering en socialisering is bepaald gedrag vanzelfsprekend geworden, waarbij macht en privilege in de dominante positie altijd een rol spelen. Dit is niet per sé iets negatiefs. Bijvoorbeeld wanneer in een dominante positie de verantwoordelijkheid genomen wordt om de bijbehorende macht in te zetten om gelijkwaardige ruimtes te creëren. Dominantie en bijbehorende macht hoeven dus niet altijd uitbuitend of onderdrukkend te zijn, maar kunnen ook verbonden zijn aan leiderschap, talent of verantwoordelijkheid. Wat voor functie die dominante rol heeft in relatie tot de andere(n) en hoe daarmee moet worden omgegaan moet dus worden onderzocht. Men moet er niet vanuit gaan dat de dominante positie altijd negatief is of de positie is waar automatisch tegenin moet worden gegaan. Directe oppositie zorgt vaak voor het verbreken van verbinding. Om de relatie dan weer te herstellen zal (onnodig) veel energie kosten. 1.2b Overkoepelende context: Dominant en de AnderIedereen heeft een verhaal en wanneer deze verhalen in verschillende situaties en contexten bijeenkomen wordt er altijd wel één verhaal verheven tot het dominante verhaal. Dit is de norm, het meest gewaardeerde, ware verhaal, waar al die andere verhalen op achterblijven als minder(waardig). De context en situatie is bepalend voor wie de dominante en andere posities innemen; iedereen zit, afhankelijk van de context, namelijk weleens in het dominante of het andere discours. Dat men deze verhalen op een bepaalde the Other
12Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway wat vaak gepaard gaat met verwarring, schaamte en boosheid. Hierdoor is het noodzakelijk niet alleen kennis op dit gebied te verbreden, maar juist ook deze gevoelens en ongemakken, die vaak als barrière werken, te omarmen en te gebruiken.1.2c Indigenous knowledgeHier volgen enkele aspecten van indigenous knowledge waar in de IPT mee gewerkt wordt. Indigenous knowledge is een containerbegrip voor kennis die in de Nederlandse context niet tot de dominante norm behoort.Indigenous knowledge biedt een specifiek perspectief in het produceren en omgaan met kennis. Deze kennis is gebaseerd op de geleefde ervaringen van hen die het meest gemarginaliseerd, Ter illustratie een voorbeeld waarin een vrouw en man een rolverdeling hebben waarin de vrouw ‘de keuken delegeert’. Vanuit een dominante lens naar deze situatie kijkend is de kans groot dat er aannames zijn over deze context. Bijvoorbeeld dat de vrouw ondergeschikt is en dat de man de macht heeft in deze relatie. Er zijn echter verschillende benaderingen om naar deze situatie te kijken. Dit gezin kan bijvoorbeeld deel uitmaken van een cultuur waar vrouwen bij elkaar komen in de keuken en waar de keuken een plek is waar kennis en steun wordt uitgewisseld en die juist een plek is van empowerment voor vrouwen en meisjes. Het is dus altijd afhankelijk van de context en situatie hoe een dergelijke relatie (dominant- ander verhouding) moet worden gedefinieerd.Het model van de dominante en de ander benadrukt ook dat wij niet gescheiden zijn van elkaar, maar altijd in relatie staan tot elkaar. Deze stelling, het belang van verbondenheid, is anders dan andere standaard benaderingen zoals ‘de onderdrukkers vs. de onderdrukten,’ waar juist de scheiding wordt benadrukt. We hebben allemaal dingen geleerd over onze rol in de dominante positie of die van de ander en houden gezamenlijk die relaties in stand. We zijn dermate geconditioneerd in onze rollen dat ze vanzelfsprekend zijn geworden. Inmiddels is er meer erkenning dat dit systeem schadelijk kan zijn en dat brengt een sterk gevoel van ongemak met zich mee. Dit maakt ons klaar voor de volgende stap om er iets aan te doen. De dominante versus de andere dynamiek kan confronterend en ongemakkelijk zijn, Men moet er niet van uitgaan dat de dominante positie altijd negatief is of de positie is die automatisch moet worden bestreden.
13 Handboekbuitengesloten of verzwegen zijn in het grotere dominante verhaal (Tuhiwai Smith 1999). In de basis is de visie dat alles en een ieder met elkaar verbonden is. Indigenous knowledge waardeert lokale kennis omdat het gebaseerd is op plaatselijke en persoonlijke ervaringen en relaties, inclusief de relatie met de omgeving en de natuur (Wilson 2008). Deze ervaringen en context bepalen iemands perspectief. Ter illustratie: iemand die bij de zee woont zal andere inzichten hebben dan iemand die in het bos woont. Indigenous knowledge hecht aan beide perspectieven evenveel waarde. In deze benadering is er dus geen dominante vorm van kennis, maar wordt kennis gezien als iets dat op vele manieren beleefd en geuit kan worden en dat altijd aan verandering onderhevig is.Het uitgangspunt is de relationele verhouding en dit heeft impact op hoe kennis beschouwd en ervaren wordt. Kennis kan namelijk niet iemands eigendom zijn, want een ieder verhoudt zich anders tot kennis. Men staat er dichterbij of verder vanaf bijvoorbeeld, afhankelijk van de voorbereiding, openheid, aandacht, etc. Op deze wijze is het vergaren van kennis dus meer gericht op een zo harmonieus mogelijke conditie en situatie te creëren zodat de kennis naar boven kan komen.Indigenous knowledge kent een specifieke beschouwing van tijd en ziet tijd in cyclussen in plaats van een lineair traject. Dit betekent dat onze verhalen van vandaag altijd verbonden zijn aan ons verleden en onze toekomst. Daar komt nog bij dat dit concept van tijd ruimte biedt voor het ‘niet weten’. Volgens deze benadering heeft men niet altijd toegang of recht op bepaalde informatie. Er is sprake van een incubatieperiode. Dit betekent dat van verhalen die je te horen krijgt in eerste instantie misschien niet duidelijk is waar ze over gaan. Of, dat bij dingen die je doet niet altijd duidelijk is waarom je ze doet. De kennis en het ‘weten’ zal namelijk beschikbaar worden als de tijd daar rijp voor is. Wanneer dat precies is, is van tevoren niet altijd duidelijk. Een ander aspect van indigenous knowledge is de Blues Aesthetic (Murray 1996). Volgens deze filosofie moet men lastige ervaringen ondergaan in plaats van deze te vermijden. Wat tegelijkertijd betekent dat men de pijn in alle kwetsbaarheid en eerlijkheid moet omarmen. De Blues Aesthetic erkent het belang van creativiteit en het durven creëren, soms in het moment. Creativiteit refereert niet naar het Uitgangspunt is de relationele relatie, en deze heeft invloed op hoe kennis wordt beschouwd en ervaren.
14Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway verzinnen uit het niets. Het refereert naar openstaan voor alle mogelijke vormen van inspiratie en om die te benutten en zo dingen naar boven laten komen. In de Blues (en jazz) is er het fenomeen the moment to shine. Tijdens het spelen komt er een gegeven moment wanneer er wordt verwacht dat men op een mooie manier improviseert, soms zonder waarschuwing. Het achterliggende idee is dat juist door open te staan voor die universele verbondenheid en dat als bron te gebruiken, er een onuitputtelijke bron van inspiratie is, zelfs en misschien juist op de momenten dat men die niet verwacht. Creativiteit heeft dus minder te maken met het kunnen verzinnen, maar meer in het vertrouwen in het verbonden zijn met alles en iedereen én het openstaan voor die verbondenheid. Tenslotte zijn verhalen en storytelling in indigenous knowledge een manier om kennis te vergaren (Archibald, 2008, Kovach 2009, Wilson 2008). Verhalen helpen mensen om voorbij het vanzelfsprekende te gaan. Om dit te bereiken moeten persoonlijke narratieven en gedragspatronen worden losgelaten, wat helpt bij het verbinden met elkaar. Zo komt het beeld van de persoon als autonoom individu, dat apart staat van anderen en de natuur, te vervallen en wordt de persoon belicht als deel van een groter geheel. Verhalen bieden verschillende lagen van kennis en zo een mogelijkheid om diepere kennis te vergaren.
15 Handboek1.2d Cognitieve psychologieCognitieve psychologie biedt ons handvatten om inzicht te krijgen in de kracht van het brein als het gaat om conditionering. Tegelijkertijd biedt het ook concrete handvatten om veranderingen uit te voeren (Lam and Gale 2000). In de dominante Westerse cultuur wordt cognitie vaak als leidend beschouwd als bron van kennis. Wij zien cognitie ook als waardevol, maar niet als leidend en slechts als een van meerdere waardevolle kennisstromen. Vanuit de cognitieve psychologie gebruiken wij drie aparte benaderingen, namelijk cognitieve gedragstherapie [CBT] van Beck (Beck 2021), rationeel-emotionele gedragstherapie [REBT] van Ellis (Ellis & Joffe Ellis 2019) en Psychodrama van Moreno (David et al. 2014, Giacomucci 2021, Sapp 2010, Treadwell et al. 2002). Elk van deze benaderingen gebruikt dezelfde basisprincipes van cognitieve psychologie: 1. cognities zijn de grondslag voor emotionele en gedragsuitkomsten; 2. cognities kunnen herkend en aangepast worden; 3. door cognities aan te passen kunnen emoties en gedrag aangepast worden (David et al. 2014). CBT en REBT leggen de nadruk op een cognitieve aanpak. Zij bevragen obstructieve cognities om zo een ander perspectief te krijgen of een emotionele staat aan te gaan van waaruit men kan handelen. Psychodrama biedt een meer holistische aanpak aan de hand van theatertechnieken en maakt expliciet gebruik van de interactie tussen cognitie, gedrag en emotie. Het gebruikt onder andere ook de sociometrische technieken die ontwikkeld zijn om met interpersoonlijke processen te werken (Sapp 2010, Zachariah en Moreno 2006). Sociometrische technieken zijn activiteiten die de sociale afstand en interactie gebruiken om tot inzicht te komen omtrent de onderliggende rol van relaties. De grondlegger van psychodrama, J.L. Moreno geloofde dat mensen niet geschaad worden in isolatie, maar in relatie met en tot anderen en via actie. Op grond hiervan concludeerde hij dat heling ook plaats moet vinden in de context van relatie en actie (Giacomucci 2021).
16Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Wilcox (2009) geeft aan dat het lichaam niet alleen iets is om gecontroleerd en bestudeerd te worden, maar dat het lichaam zelf een belangrijke bron van kennis is. Zij legt uit dat de waarde van belichaamde kennis vooral te vinden is in de beleefde ervaring, culturele uitvoering en lichamelijke intelligentie. Kirmayer (1992) stemt daarmee in en legt uit dat door een hyper-gerationaliseerde, westerse kennis benadering te gebruiken wij het lichaam ontzien. Daarmee doen wij onszelf te kort en eindigen we met een vorm van kennis die een bredere, volle kennis aanpak mist. Kirmayer legt uit dat het lichaam een essentieel en waardevolle manier biedt om tot kennis te komen. Hij zegt: 1.2e Belichaamd lerenBelichaamd leren of belichaamde kennis legt de nadruk op de rol van het lichaam in het leren en in de omgang met anderen. De focus op het lichaam faciliteert het leren over wat er zowel van binnen gebeurt alsook met de stimuli uit de omgeving (Munro 2018). Qua kennis gaan wij dus intentioneel een cognitief dominant model voorbij. In het dominant vs de ander paradigma wordt belichaamde kennis over het algemeen tot de ander toegeschreven en als minderwaardig beschouwd, ondanks het feit dat het belang en de integratie van het lichaam in vele academische velden wel erkend wordt (Lakoff & Johnson 1999, Malgrave 2014).De bagatellisering van het lichaam als ondergeschikt aan het intellect is terug te vinden in de geschiedenis door filosofen als Plato en DesCartes, maar door de loop der jaren weer geleidelijk hersteld (Stolz 2015). Veel feministische theorieën hebben hieraan bijgedragen door kritische en politieke perspectieven op het lichaam toe te passen (Haraway 1991, Butler 1993). Volgens hen waren lichamen niet neutraal maar sterk beïnvloed door kennis vanuit verschillende perspectieven. Als gevolg werd het lichaam geanalyseerd en betrokken in culturele discours als een entiteit waarop machtsverschillen continue worden voorgeschreven, uitgevoerd en gereproduceerd (Butler 1993, 2015, Wilcox 2009). Ondanks dat het lichaam in deze benadering erkend wordt, dreigt het lichaam zelf als potentiële kennisbron toch nog verzwegen te worden....het lichaam biedt een structuur voor het denken dat deels extra-rationeel en ongeorganiseerd is. Deze extra-rationele dimensie omtrent denken biedt belangrijke informatie over emotionele, esthetische en morele waarden (1992, p. 325).
17 Handboekverklaart dit perspectief ook dat wij de verhalen van ongelijkheid in onze lichamen dragen en overdragen en dat het invloed heeft op hoe wij met elkaar omgaan (Ritenburg et al. 2014). Door bewust onze lichamen in te zetten zouden we in principe niet alleen over onszelf kunnen leren en groeien in onze menselijkheid, maar zouden we ook kunnen werken aan het loslaten van de verhalen die wij al generaties lang dragen en die ons beperken in onze harmonieuze interconnectie. Kirmayer zegt het poëtisch: Dus het bewust meenemen van het lichaam kan ons verder brengen dan alleen ons denken. Hij zegt ook dat het lichaam vaak als lastig en als afleiding wordt gezien in kennisverrijking, als iets dat ‘gerationaliseerd, beperkt, en beheerst’ moet worden (1992, p. 325). Dat is iets wat wij in de IPT proberen te vermijden.Kirmayer’s perspectief komt overeen met een indigenous perspectief dat aangeeft dat men via het lichaam de wereld erkent, verkent, ervaart en begrijpt (Ritenburg et al. 2014). Het lichaam ervaart soms dingen die buiten de fysieke begrenzing van het lichaam gaan en die niet in woorden uitgedrukt kunnen worden. We kunnen dus stellen dat we niet alleen op het cognitieve niveau kunnen leren, maar ook via het lichaam. Door dingen aan te voelen in het lichaam of door dingen te doen zonder in dat moment te ‘weten’ waarom, maar te vertrouwen in het begrip dat naderhand pas naar boven kan komen kan een waardevolle en toegevoegde manier van leren zijn. Munro (2018) noemt dit habitual patterning of ‘gewoonte patronen’ en benoemt de mogelijkheid tot re-patterning of ‘herpatronering’. Dit betekent dat door herhalingen het bevorderen van gewoontes neurologische banen en connecties in het brein veranderd kunnen worden.Terugkomend op het basisprincipe van interconnectie in indigenous knowledge, …het richten op ons lichaam vertegenwoordigt een verlangen naar gemeenschap, voor lichamelijke connectie en deelname aan een bewoonbare wereld van inhoud en gevoel (1992, p.324).Wij kunnen dus ons lichaam gebruiken om in contact te komen met de gemeenschap en onze gemeenschap gebruiken om in contact te komen met ons lichaam. Belichaamde kennis geeft ons namelijk de optie om niet te proberen te groeien binnen een vacuüm, maar met het lichaam (in verbinding) dat volledig geïnformeerd en gevoed wordt door zijn (innerlijke en uiterlijke) omgeving.
18Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 1.2f Transformatief lerenHet begrip transformatief leren is niets nieuws. In principe zou alles wat wij leren bij moeten dragen aan een verandering. Wanneer wij het begrip transformatie gebruiken dan bedoelen wij een verandering ten gevolge van specifieke intentie. Wat belangrijk is is hoe dat transformatieproces aan moet worden gegaan en hoe diep geworteld en duurzaam de uiteindelijke transformatie is. De IPT beoogt een diep gewortelde en duurzame verandering. Wat dat moeilijk maakt is dat wij mechanismen en geconditioneerde patronen willen aanpakken die al generaties lang vastgeroest zijn. Daarnaast zijn de weerstandsmechanismen ook zeer sterk. De uitdaging is om door deze goed geoliede machine heen te komen en iets bij te dragen, zodat mensen niet direct terugvallen in hun oude gewoontes. Met andere woorden hoe zorgen wij ervoor dat het onkruid het goede werk niet overneemt? In een dominant vs de ander paradigma, waar mensen gewend zijn aan hun eigen positie, kan het streven naar transformatie een uitdaging zijn. Voor hen die voornamelijk in de dominante categorie fungeren en die gewend zijn dat hun verhaal altijd als waardevol gezien wordt, kan het streven naar transformatie als lastig of onnodig gezien worden. Voor hen die voornamelijk in de categorie van de ander fungeren kan het streven naar transformatie als te moeilijk of onmogelijk worden gezien omdat ze gewend zijn dat hun bijdrage toch niet als waardevol wordt erkend. Vandaar dat transformatie niet vanzelfsprekend is en specifieke intentie vereist.Aansluitend beoogt de IPT dat de persoon die de training ondergaat een transformatie ondergaat waarna zij anders en meer effectief in hun omgeving functioneren. De focus is dus niet op ‘wat moet ik doen’ om verandering teweeg te brengen, maar ‘hoe kan ik anders zijn’ en zo verandering faciliteren? Deze individuele transformatie is nodig en wordt gestimuleerd door een interactief proces van belichaamde kennis en eigenaarschap. Dit is een grote uitdaging, vooral voor mensen met een academische achtergrond die opgeleid zijn in een systeem van individuele en intellectuele waardering.Fisher-Yoda, Geller en Schapiro (2009) geven een aantal benaderingen in transformatief leren in hun speciale Counterpoint editie Innovations in Transformative Learning: Race, Culture & the Arts. Zij beginnen met het aanhalen van het werk van Mezirow dat een fundering geeft voor transformatief leren en waarde hecht aan kritisch reflecteren (Mezirow & Associates 2000). Ondanks de waarde van de kritische reflectie is dit werk toch bekritiseerd vanwege de individuele, puur psychologische en rationele aanpak. Fisher-Yoda et al. (2009) bieden in hun bundel verschillende benaderingen, waarvan met name drie van waarde zijn voor de IPT, die van Nelson, Nagata en Leahy en Gilly. Alle drie delen een nadruk op de waarde van de geleefde ervaring, kritische reflectie en dialoog in transformatief leren. Elk levert een specifieke kennisbijdrage en wordt hier kort belicht.
19 HandboekVerhaalvertelling communiceert vanuit het hart van de verteller met het hart van de luisteraar… Metaforen en symbolen vertegenwoordigen kennis in een niet-literaire manier en bieden zo ruimte voor meerdere betekenissen. In vergelijking met de inhoud van literaire, lineaire kennis brengen verhalen emotionele en spirituele inhoud (2009, p. 215).Nelson (2009) met haar werk in verhaalvertelling gaat direct voorbij aan Mezirow’s cognitieve, rationele aanpak. Zij geeft aandacht aan gemeenschapsopbouw en emotionele weerstand in verhaalvertelling. Zij belicht het potentieel van een ‘verbrede intelligentie’ die verhaalvertelling met zich meebrengt. Zij legt uit:Nagata brengt met haar werk aandacht voor bodymindfulness (2009) en introduceert concepten zoals synchroniciteit en felt sense om zo het belang van het in harmonie zijn met jezelf of de ander naar voren te brengen. Zij promoot de waarde van het aanwezig zijn in het lichaam en hoe dit gepaard met mindful inquiry kan leiden tot verbeterde belichaamde kennis. Zij praat specifiek over verandering door het zijn in plaats van het doen. Zij quote uit haar eigen werk: Het team van Leahy en Gilly (2009), tenslotte, bespreekt de kracht van collaboratief leren. Zij bieden vier concrete stappen: a. bewust te kiezen voor het creëren van ruimte en tijd; b. bereid zijn om de worsteling aan te gaan; c. vastberaden en gecommitteerd zijn om samen te werken; en d. om vragen te willen stellen over zaken die belangrijk zijn. Deze stappen worden elk duidelijk uitgelegd. Net als Nagata en Nelson leggen zij de nadruk op het leren in een ruimte buiten het rationele, cognitieve domein. Zij noemen het ‘de tussenruimte’. Elk van deze drie manieren van werken dragen bij aan het valideren van een breder perspectief waar in de IPT mee gewerkt wordt. Het geeft inzicht in de noodzaak van een leerruimte buiten het cognitieve, rationele domein; de kracht van interactie en interconnectie en de bevestiging van de mogelijkheid tot verandering op een dieper niveau.Ik ben begonnen respect te krijgen voor de opening in het niet-weten en hoe door existentieel daarin aanwezig te zijn in connectie met een ander iets kan laten opbloeien (Nagata 2000, p. 29).
20Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway zich, door het inclusie werk te doen, open en kwetsbaar opgesteld voor de pijn en worstelingen van anderen. Bij anderen, brengt de zelf-reflectie over hun eigen tekortkomingen een diepe staat van kwetsbaarheid met zich mee. Het is echter belangrijk om deze ongemakkelijke en pijnlijke gevoelens te verwerken in plaats van te vermijden. Restorative practice draagt dus bij aan het transformeren en herstellen van de persoon en de gemeenschap op het punt van disruptie of vlak nadat de disruptie heeft plaatsgevonden. Maar disruptie kan een plaats zijn van ongemak zowel als verlichting.Kennis uit trauma studies (van der Kort 2015) leert ons dat emotioneel traumatische ervaringen opgeslagen worden in een andere locatie van het brein dan gewone herinneringen. Afhankelijk van het niveau van trauma, kunnen zware emotionele trauma’s te overweldigend zijn voor iemand. Het doel is om deze ervaringen te integreren met de gewone herinneringen en zo een holistisch, samenhangend verhaal te krijgen. De locatie in het brein waar de 1.2g Restorative practiceRestorative practice, erkent volgens Kelvin Cooper (Bronx Community College), de persoonlijke en gemeenschappelijke trauma’s die inherent zijn aan systemen van ongelijkheid (dominant en de ander). Het is belangrijk om hier bepaalde kennis over te hebben en dit mee te nemen in het inclusiewerk. Gemeenschappelijk trauma vereist het helen van wat gebroken is. Het lastige met de engelse vertaling van restoring, ‘restaureren’ roept beelden op van het herstellen naar een oorspronkelijke of authentieke staat, zoals met een antiek kunstwerk of meubilair. Echter, in de IPT gebruiken wij restorative practice om een streven naar een nieuwe, meer harmonieuze staat aan te duiden, ook omdat wij niet weten wat die authentieke staat was. Op gemeenschappelijk niveau werken we aan het herschrijven van hoe wij omgaan met elkaar en aan het ongedaan maken van de ongelijkheden die onze relaties vormen en schaden. Wij doelen op een nieuwe verhaal omdat het huidige verhaal te veel schade berokkent. Dat weten wij wel zeker. Op persoonlijk niveau is diversiteit en inclusie werk zwaar werk en zelfzorg dus zeer belangrijk. Vandaar dat zelfzorg een essentiële taak is van transformatie. Wij proberen voor onszelf dus ook continue een meer harmonieuze staat van zijn na te streven. Sommigen onder ons hebben zeer pijnlijke en schadelijke ervaringen meegemaakt dankzij de ongelijke interacties. Voor velen is het zo vaak gebeurd dat het normaal is geworden en zij er gevoelloos door zijn geworden. Sommigen hebben
21 Handboekemotionele ervaringen zijn opgeslagen zijn niet toegankelijk via het deel van het brein dat intellectueel analyseert. Het deel van het brein dat gewijd is aan zelfreflectie is daarvoor nodig. Niet-westerse culturele praktijken zoals yoga, vechtsport, meditatie en ritmisch drummen hebben een ingebouwde manier voor zelfverkenning en bewustwording. Vooral ademen, beweging en ritme worden als hoogst noodzakelijk beschouwd in het verwerken en integreren van ongemakkelijke emoties zodat het grotere verhaal weer draagbaar kan worden (van der Kort 2015). Het is daarom van groot belang dat dergelijke activiteiten die we putten uit theater, dans, psychodrama en dergelijke een belangrijke rol spelen in de IPT om die heling en transformatie te bevorderen.Trauma studies bevestigen ook het belang van relaties en dat heling plaats kan vinden door dat mensen op een veilige manier in contact worden gebracht met elkaar. Volgens Badenoch (2017) is het zelfs van essentieel belang dat relaties een onderdeel zijn van heling. Badenoch stelt dat wij neurologisch zo ontwikkeld zijn dat wij niet volgroeid zijn totdat wij in relatie staan met anderen. In geval van trauma leven traumatische ervaringen in ons brein en lichaam vrij voort tenzij een veilige verbinding bijdraagt aan het faciliteren van integreren van die storende verhalen. De IPT heeft niet altijd met diep traumatische ervaringen te maken, maar wij delen en lenen de benadering dat die veilige verbinding belangrijk is om herstel en heling mogelijk te maken, hoe licht of zwaar de situatie ook mag zijn.
22Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
23 HandboekIDe IPT is geen therapie, maar is wel een methode om dingen ‘los te gooien’ op het persoonlijke en interpersoonlijke vlak en vervolgens om te helen of te transformeren. Wanneer dingen losgegooid zijn is er ruimte voor verandering en aanpassing van handelen. Dit losgooien gaat vaak gepaard met ongemak, het ‘ongezellig voelen’ en moet niet worden onderschat. Omdat dit gaat over het losgooien van vaak lang vastgeroeste patronen moet men als facilitator niet schrikken van de heftige reacties die daarbij vrij kunnen komen.Werken met de IPT vergt een bepaalde kwetsbaarheid en eist dat men naar zichzelf kijkt. Voor degenen die slechts willen leren over diversiteit en inclusie en een meer informatieve training verwachten kan de IPT een teleurstellende ervaring zijn. De IPT werkt aan basisvaardigheden in plaats van concepten zoals racisme, sexisme, implicit bias, etc. Dat wil niet zeggen dat deze zaken niet aan de orde komen, Belangrijkste vragen over de IPT2.1 Waar is de IPT voor bedoeld en waar niet?
24Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway feeling “ongezellig”?mensen over de hele wereld en sommigen reageren en participeren anders op basis van hun culturele achtergrond. Mensen uit Nederland bijvoorbeeld, vinden het over het algemeen niet moeilijk om het woord te nemen in een kleine groep. Het Nederlandse onderwijs stimuleert het uiten en bevragen van ideeën. Mensen die uit een meer autoritaire onderwijs context komen kunnen het veel moeilijker vinden om zich kritisch te uiten of te reflecteren op een uitwisseling. Zij neigen meer te zoeken naar het juiste antwoord, terwijl deze er niet per sé is. Anderen komen uit landen waar het politieke klimaat niet veilig genoeg is om zaken als politiek of LHBTQ+ geaardheid vrij te bespreken. Onze ervaring laat zien dat daar doorheen breken en meer kwetsbaar op te stellen, door authentiek te delen met anderen, vaak als zeer positief ervaren wordt. Het vergt echter wel wat werk van de facilitator om die veilige ruimte te creëren en mensen daarin mee te nemen. We willen vaak wel, maar de conditionering zit zo diep, dat dit niet zo maar in plaats van de concepten zelf ligt de focus op het kunnen luisteren, het durven delen en bespreekbaar maken, niet in de verdediging schieten, etc. Deze concepten komen dus niet altijd direct aan de orde, maar worden wel behandeld wanneer ze naar boven komen als onderdeel van onze verhalen. Ook hier geldt, als men zich meer comfortabel voelt met een training die zich focust op deze concepten, dan kan de IPT een teleurstellende ervaring zijn.De kennisverrijking en transformatie die plaats zal vinden is niet alleen cognitief, maar holistisch en vraagt iets van het hele lichaam. Mensen gaan door deze benadering uiteindelijk niet alleen handelen op basis van bewuste kennis, maar juist ook op gevoel, door in het moment in te springen tijdens interacties en bepaalde situaties. Men gaat dus bijvoorbeeld ook handelen als men er de woorden niet voor heeft om uit te leggen waarom. Vandaar dat het opbouwen van zelfvertrouwen een belangrijk onderdeel is van de IPT. Dat zelfvertrouwen heeft niet alleen te maken met het vertrouwen in het kunnen, maar ook in het durven handelen zonder van te voren te weten wat te doen, zoals gehanteerd in het moment to shine in de Blues Aesthetic.Ondanks dat de IPT werkt met (basis)vaardigheden en begrippen die in principe universeel zijn, moet men rekening houden met culturele verschillen. De IPT is ingezet voor
1 For training in the IPT, contact information can be found on the website www.inclusivitypathway.nl or www.inclusivitypathway.com.1 Voor trainingen in de IPT kan men de contact informatie vinden op de website www.inclusivitypathway.nl of www.inclusivitypathway.com.25 Handboekfeeling “ongezellig”?Ik heb een verandering gezien bij mijn leraren in de manier waarop ze reageren op leerlingenvanwege de IPT. Ze zijn eerder geneigd om zich kwetsbaar op te stellen en echt deel te nemen aan hetgesprek. Ik kan echt een verschil zien.gemakkelijk gaat. Daar is de IPT juist voor bedoeld. Het is aan de facilitator om dit soort nuances in participatie op te merken, flexibel te zijn en daarmee aan de slag te gaan. Vandaar dat een verdiepende training1 wordt aangeraden, voordat men met anderen met de IPT aan het werk gaat.Er zullen mensen zijn die een bepaald expertise en ervaring hebben en het liefst toch direct met de IPT activiteiten aan het werk willen gaan. En, uiteraard is het mogelijk om enkele activiteiten van de IPT apart te gebruiken met een groep mensen. Zelfs dan is het belangrijk dat de facilitator voldoende bekwaam is met zijn/haar/hun eigen kwetsbaarheden en bewust is van hoe de IPT werkt. Zelfs de meest onschuldige oefening heeft de mogelijkheid om heftige reacties op te roepen bij deelnemers en de facilitator moet daarmee weten om te gaan.
26Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway In principe kan een ieder die geïnteresseerd is in inclusiviteit en daarvoor vaardigheden wil ontwikkelen met de IPT aan de slag gaan. Echter, er is een verschil of iemand alleen aan zichzelf wil werken of ook echt met anderen aan het werk wil gaan. De IPT is ontwikkeld voor een groepsproces, maar aangezien het vrij aangeboden wordt is het mogelijk dat mensen individueel met de IPT aan het werk willen gaan. De thematiek is laagdrempelig, en de activiteiten op zich hoeven ook niet complex te zijn. Toch hebben de eenvoudige oefeningen de mogelijkheid om emoties naar boven te halen. De IPT is specifiek ontworpen om geconditioneerde en vastgeroeste patronen los te gooien. Hoe leuk en gemakkelijk de oefeningen dan ook kunnen zijn, het gaat om wat er kan gebeuren in de losgegooide ruimte die door die oefeningen wordt gecreeerd. Het is dus wel wenselijk dat als iemand besluit met de IPT aan de slag te gaan als facilitator, zij bewust een keuze maken om mensen bij te staan en te ondersteunen, ook wanneer het ongemakkelijk wordt.2.2 Wie kan de IPT gebruiken?
27 HandboekHet leren met de IPT bestaat uit een holistische bewustwording, dus zowel cognitief, emotioneel als lichamelijk. Die bewustwording moet leiden tot een transformatie waarbij mensen anders in relatie zullen staan tot zichzelf, elkaar en hun omgeving, wat weer moet leiden tot anders handelen. Het leren vindt plaats in de losgegooide ruimte, de ruimte die is ontstaan via de IPT oefening(en). Het gaat dus niet om de oefening zelf, maar om wat de oefening losmaakt bij mensen. Wanneer die opening is gecreëerd, die dus vaak gepaard kan gaan met ‘ongezelligheid,’ biedt zich een ruimte aan van bezinning, worsteling, inzicht, landing, lering, etc. Het is belangrijk om goed op te letten wat er in die tussenruimtes gebeurt. Kortom, niet alleen te letten op wat er gezegd en gedaan wordt, maar juist ook op wat er niet gezegd of gedaan wordt en hoe de interpersoonlijke relaties veranderen. De lessen worden stapsgewijs opgebouwd en gaan van makkelijk naar meer complex. Iedere oefening maakt iets los waar weer verder op wordt gebouwd. In de IPT wordt bewust gewerkt met de relatie tussen denken, doen en voelen, waarbij gevoelens, zoals eerder genoemd, worden erkend als belangrijk onderdeel van de training. Pijnlijke, ongezellige gevoelens worden daarbij niet uit de weg gegaan, maar gezien als een belangrijke aanduiding van iets dat losgewrikt is. Dit is namelijk de ruimte waar geleerd kan worden; juist wanneer iets ongemakkelijk voelt; als men net buiten die comfortzone zit. Daarnaast worden positieve gevoelens tijdens de training uiteraard niet genegeerd maar ingezet om de verbinding te maken met diepere inzichten. Dus in plaats van “denk na en kijk hoe het voelt” kan de aanpak zijn “kom in contact met dat (goede) gevoel en wat voor idee/ inzicht is daaraan verbonden?” Dit is een andere aanvliegroute en vraagt om aandacht en tijd, omdat niet vanuit het denken naar het (denken over) gevoel bewogen wordt, maar van het doen naar het voelen, om er vervolgens over na te kunnen denken. Normaal gesproken is dit iets waar we snel overheen stappen. In de IPT wordt die tijd juist genomen, wat onder de juiste condities leidt tot het met plezier ervaren van verbinding en het krijgen van inzichten. Diepgewortelde gedragspatronen veranderen vergt werk en tijd. Het kan ook zijn dat het leren, dagen, zo niet weken of maanden later pas 2.3 Hoe werkt de IPT?“Via de gevoelens kom je bij de wijsheid”, zei iemand heel mooi in een reflectie sessie.
28Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway plaatsvindt. Het leren en transformeren vindt dus plaats in de ‘ruimtes tussenin’ oftewel, de liminale ruimte. Binnen de onderzoeksliteratuur wordt hiernaar verwezen als liminagraphy (Bibi Sheik 2021). Sheik geeft aan dat de kracht van de liminale ruimte ligt in uitwisseling tussen mensen, met name bewust in relatie staan tot elkaar, wederkerigheid, aansprakelijkheid en coalitie bouwing (Bibi Sheik 2021 p. 3). Maar de liminale ruimte kan ook de stille reflectie zijn, waarin men bij zichzelf te rade gaat. Dit betekent het bewust opzoeken en omarmen van het niet-weten en afwachten wat er naar boven komt, zonder gedreven te worden door het zoeken naar een specifiek antwoord. In plaats van hele bewuste veranderingen kan het dus zijn dat iemand plotseling opmerkt dat ze minder sterk emotioneel reageren in bepaalde situaties en met meer zelfvertrouwen dergelijke situaties aangaan. Men kan opmerken dat men sneller en rustiger handelt en reageert in plaats van te bevriezen. Men kan opmerken dat men blij wordt van momenten van uitdaging omdat men een opening tot leren ziet, in plaats van een ‘lastige’ situatie. Men merkt op dat anderen in hun omgeving anders beginnen te reageren. Dit soort veranderingen zijn het resultaat van bezinking, bezinning, reflectie en oefening die juist in die liminale ruimtes zijn gegroeid.
29 Handboekworden om mensen te leren een connectie te maken met het verhaal van de ander. Echter, het werkt ook aan de vaardigheden luisteren, zelf-reflectie, durven delen, leren vertrouwen hebben in anderen, inhibities verlagen, durven inspringen of verbaal uiten. Men moet dus heel duidelijk voor ogen hebben wat men wil bereiken en opletten hoe effectief de oefening is bij de desbetreffende groep. De mensen zelf zien het vaak slechts als een oefening, maar de facilitator moet precies weten en kunnen verantwoorden waar de activiteit voor wordt ingezet.2.4b SensitiviteitHet allerbelangrijkste is dat men een instelling heeft om zich ten dienste te stellen aan anderen. Het werk wordt verricht ‘via jou,’ maar gaat niet ‘om jou’. De aandacht is dus constant op de deelnemers en het aanvoelen hoe zij ten alle tijden erin zitten. Er mag ongemak zijn, maar men moet constant werken aan het bewustzijn van de deelnemers en hoe zij reageren, zodat daarop aangestuurd of ingesprongen kan worden. Mensen moeten de ruimte krijgen om fouten te maken zonder dat ze meteen gecorrigeerd of geholpen worden. Sensitiviteit is niet beperkt tot de intellectuele observatie, dus niet alleen wat men ziet of hoort (of niet hoort), maar ook letterlijk wat men voelt. In een fysieke situatie is het dan ook belangrijk om niet stationair op één plaats te blijven staan of zitten, maar 2.4a VisieHet is belangrijk om een overzicht van het ‘grote plaatje’ te houden bij het gebruik van de IPT. Het doel blijft om mensen te helpen inzichten te krijgen zodat ze anders kunnen handelen en dat deze inzichten worden verkregen in de ‘losgegooide ruimte.’ Deze visie is noodzakelijk om zo emotioneel afstand te kunnen houden en mensen de ruimte te geven die ongemakkelijke ruimtes te ervaren zonder er in te worden meegetrokken. Ten tweede helpt de visie een link te leggen naar de uitvoering van de training, zodat elke stap te verantwoorden is. Er moet constant gereflecteerd worden tijdens de training en evaluatie of de lessen die worden aangeboden in lijn zijn met het doel van de training. Een activiteit kan gebruikt worden om diverse lessen over te dragen bijvoorbeeld. Het is dus belangrijk om constant te blijven reflecteren en feedback te geven om de ervaring te linken aan het doel. Een oefening zoals Connecting our story dat met een bol touw uitgevoerd wordt (3.3b) kan voor meerdere doeleinden gebruikt worden. Het kan gebruikt 2.4 Welke vaardigheden zijn er nodig om de IPT te faciliteren?
30Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway om rond te bewegen in de ruimte, vooral wanneer men in kleine groepen werkt. Bij een online training is dat uiteraard moeilijker, maar toch is het belangrijk om op de deelnemers te letten.Een tweede aspect van sensitiviteit is het aanvoelen, en tegelijkertijd dingen niet ‘te diep’ aanvoelen. Het is belangrijk dat men niets persoonlijk neemt. De IPT maakt dingen los en die gevoelens van ongemak en ‘ongezelligheid’ kunnen soms op een harde of onprettige manier geuit worden. Aangezien de facilitator de ‘verstoorder’ is, is het mogelijk dat de negativiteit naar de facilitator gericht wordt. Dit is alleen maar bevestiging dat er iets losgeraakt is en dat er een mogelijkheid voor groei zich aandient. Het aanvoelen eist daarom ook dat men oplet wanneer een bepaalde grens bereikt is. Wanneer men de diepte in gaat met ongemakkelijke gevoelens is het noodzakelijk om op te letten wanneer het tijd is om de energie weer op te krikken of the shiften (zie 3.4f in de appendix).2.4c FlexibiliteitHet maakt niet uit hoe goed het werkplan eruitziet en hoe logisch het in elkaar zit. Dit is uiteindelijk mensenwerk. Men moet flexibel kunnen zijn en zich aan kunnen passen aan het verloop van de training. Het kan zijn dat een bepaald onderdeel veel naar boven haalt en dat er duidelijk behoefte is om meer tijd aan dat onderwerp te schenken. Het kan zijn dat een bepaalde vaardigheid nog niet goed geland is, en dat het geen zin heeft om door te gaan met de vervolgstap. Het kan zijn dat de training al snel behoorlijk emotioneel beladen wordt en dat in plaats van verder de diepte in te gaan de energie eerst wat lichter gemaakt moet worden door een activiteit, een pauze, of beiden. Door op te letten en aan te voelen hoe de training verloopt is het aan de facilitator om hierop in te springen en de flexibiliteit te hebben de training aan te passen. Hier kan de kennis van de ABC driehoek goed van pas komen natuurlijk. Men moet bekwaam zijn in het shiften tussen gevoel, cognitie en handelen. 2.4d Neutraliteit, niet veroordelen, niets persoonlijks nemenZaken niet persoonlijk nemen zijn al eerder genoemd. Een neutrale benadering gaat een stap verder. Ten eerste wordt met een neutrale houding bedoeld dat men bewust mensen niet veroordeelt, ongeacht hun gedrag of bijdrage. Ten tweede geeft men de andere persoon de ruimte om ‘hun werk’ te doen, wat dat werk ook moge zijn. Het kan zijn dat mensen hun verdriet of woede moeten verwerken. Die ruimte wordt gegeven zonder te veroordelen. Neutraliteit eist dus ook dat men wat afstand neemt en niet direct inspringt om dingen te fixen.
31 Handboek2.4e BelichamingEen van de belangrijkste onderdelen van de IPT is om de opgedane kennis te laten landen en omarmen door het hele lichaam. In de westerse wereld, waar de nadruk ligt op de waarde van cognitieve kennis, is de natuurlijke link tussen lichaam en geest vaak verbroken. De link is misschien nadrukkelijk te vinden in sport, dans of yoga, maar niet in onze alledaagse handelingen. We geven vaak (te) weinig aandacht aan de rol van het lichaam wanneer het gaat om het uitdragen van kennis, tenzij we ziek zijn. De IPT brengt ons terug naar de rol van het lichaam en promoot bewustwording van hoe cognitieve kennis vertaald moet en kan worden naar het lichaam. Vragen zoals ‘Hoe draag ik deze kennis uit? Hoe voelt deze kennis in mijn lichaam? Komen mijn handelingen overeen met de boodschap die ik uit wil dragen? Hoe kan ik mijn lichaam gebruiken in plaats van spreken om mensen te bereiken?’ zijn standaardvragen die moeten worden meegenomen. Belichaming is hier benoemd als een belangrijke vaardigheid, maar wij erkennen dat dit juist een vaardigheid is die onderontwikkeld is voor de meeste mensen, vooral voor hen in de onderwijswereld. Belichaming moet dus worden meegenomen als iets waaraan continu gewerkt kan en moet worden. Het sterker worden in belichaming gaat uiteindelijk bijdragen aan het kunnen nemen van rust en vertrouwen in het eigen kunnen in het veranderingsproces.Hoe draag ik deze kennis? Hoe voelt deze kennis in mijn lichaam? Komen mijn acties overeen met de boodschap die ik wil overbrengen?
32Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Naast het vertrouwen in het proces dat gezamenlijk moet worden doorlopen is het ook belangrijk om te vertrouwen en geduld te hebben in het proces dat de individuele persoon doorloopt. De confrontatie met ongemak of het blijven in het niet-weten kunnen behoorlijk ongemakkelijk en zelfs ondraaglijk zijn, maar zijn altijd tijdelijk. De gevoelens van ongemak en ongezelligheid zijn juist indicatoren dat er iets aan het ontwikkelen is. Ga de gevoelens niet uit de weg en wees ook niet verbaasd dat er af en toe een terugval kan zijn.2.4g Creativiteit gepaard met durZoals genoemd in de beschrijving van de Blues Aesthetic is het noodzakelijk om te kunnen putten uit creativiteit en die in te zetten in het moment. In de IPT vertaalt dat zich naar het durven handelen, zonder dat men van te voren (precies) weet wat te doen. Creativiteit heeft daarom minder te maken met het kunnen verzinnen van nieuwe dingen, maar meer met het vertrouwen en toegeven aan de connectie met andere bronnen. Dit betekent dat bronnen worden aangeboord die in het alledaagse niet altijd plek hebben en die in indigenous knowledge terugkomen in het concept ‘verbonden zijn met alles en iedereen’. Van natuur tot voorouders tot wildvreemde mensen 2.4f Vertrouwen in het procesDe IPT is een procesgericht- in plaats van een productgericht programma. Het doel is om verandering in uitkomsten te zien, maar het proces om daar te komen is uiterst belangrijk. Juist omdat het proces honderden jaren van conditionering moet helpen veranderen is er een diep respect voor het werk dat daarvoor nodig is. Men onderschat hoe diep geworteld overtuigingen en bijbehorende gedragingen kunnen zijn, waardoor men snel teleurgesteld kan raken als de veranderingen waarop was gehoopt niet direct zichtbaar worden. Dus ook al wordt er met doelen gewerkt, het is belangrijk om steeds terug te komen op het proces en om van daaruit te handelen. Tijdens het werken met de IPT moet er constant gekeken worden naar hoe mensen het proces ondergaan, hoe zij erin zitten en of het proces verloopt zoals gepland. Als het proces vastloopt om welke reden dan ook, is het belangrijk om dat mee te nemen en desgewenst aanpassingen te maken of te stoppen en een stap terug te nemen. Door steeds in gedachten te houden dat dit niet alleen een individueel-, maar juist ook een gezamenlijk proces is, verlicht het vaak de intense verantwoordelijkheid die gevoeld kan worden als facilitator. Als facilitator heb je dus te vertrouwen dat het proces van en voor de groep is. Datgene waar de deelnemers aan toe zijn, zal naar boven komen. Dit brengt rust met zich mee, wat zich weer vertaalt in een andere houding (belichaming) naar de deelnemers toe. “Ik dacht dat ik daar al overheen was.” Iets wat het gevolg is van honderden jaren conditionering gaat niet 1, 2, 3 veranderen.
33 Handboekkunnen als inspiratie fungeren in de meest onverwachte momenten en vormen. Dit is niet altijd tastbaar of uit te leggen, maar wel degelijk voelbaar. Dit is de tussenruimte, de ruimte van anticipatie, incubatie en het niet weten. Door die ruimte te creëren komt er iets naar boven is de verwachting. Net zoals belichaming wordt het hier niet bedoeld als een standaard vaardigheid die men zou moeten hebben, maar als iets waar continu aan gewerkt moet en kan worden.Voor hen die uit een standaard onderwijssysteem komen waar eerst bewijs moet zijn, voordat men geïnformeerd kan handelen is dit niet een vanzelfsprekende vaardigheid. Deze vaardigheid wordt meer gevormd door levenservaringen en het leren loslaten en overgeven aan het moment, in plaats van intellectuele verrijking. Durf heeft daarom niet alleen betrekking tot de facilitator maar vraagt ook de omstandigheden zo te creëren dat de deelnemers ook uitgedaagd en empowered worden om tot actie te komen.action.
34Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway De IPT is niet een standaard, -benadering of training die bij elke persoon, in elke situatie, setting of groep tot dezelfde resultaten leidt. De IPT biedt zeker ook geen reeks aan standaard oefeningen voor standaardsituaties. Om de IPT toe te kunnen passen als facilitator is een duidelijke inventarisatie vooraf essentieel. Hiermee wordt bedoeld dat de facilitator eerst nagaat aan wie de IPT wordt aangeboden. Daarbij moet duidelijk worden vastgelegd wat het doel en de drijfveer is, zowel als groep maar ook individueel. Het is daarbij goed om aandacht te besteden aan de startpositie, de intrinsieke en extrinsieke motivaties en behoeften van de deelnemers of doelgroep. De IPT training is niet een training waar een standaard aantal uren of sessies voor staat. Dit is ook een belangrijke vraag om vooraf vast te stellen: hoeveel tijd is er? Hoewel het het mooist is om een reeks aan trainingen te kunnen geven, kan de IPT ook qua tijd en aantal sessies op maat worden gemaakt. De inventarisatie vooraf stelt de facilitator in staat om te bepalen wat de belangrijkste thema’s zijn die behandeld moeten worden en wat het beginniveau van de groep is met betrekking tot hun vaardigheid. Van daaruit wordt er gekeken wat gezien de tijd echt haalbaar is om een diepe impact te maken. Zoals eerder aangegeven: Hoe het vooraf gepland is niet altijd hoe het in de uitvoering vorm krijgt. Belangrijk hierbij is, zoals eerder benoemd, om als facilitator vertrouwen te blijven houden in jezelf, de groep en het proces. (Zie verder paragraaf 3.2 voor een stappenplan bij het ontwerpen van een training).2.5 Hoe gebruik je de IPT?
35 HandboekOm de IPT te kunnen toepassen zijn een aantal voorwaarden noodzakelijk, met name gericht op motivatie en houding omtrent deelname en de logistieke vereisten. In deze paragraaf worden deze randvoorwaarden besproken.Motivatie & houding Ideaal gezien is de IPT iets waar iedereen uit zichzelf aan deelneemt. Het kan echter voorkomen dat er iemand tussen zit die dit tegen de eigen wil in moet doen van bijvoorbeeld een leidinggevende. De weerstand die kan ontstaan wordt uitgebreid besproken in hoofdstuk 2.7. Angst of onzekerheid kunnen echter ook storingsfactoren zijn. Eventuele weerstand of angst in deze context kan weggenomen worden door verwachtingsmanagement. Over het algemeen worden diversiteits- en/of inclusiviteitstrainingen aangeboden om dingen ‘aan te pakken’ of ‘op te lossen’. Vaak worden deze trainingen aangeboden in reactie op een voorval of klacht. Deelnemers dienen daarom van te voren te worden geïnformeerd dat ze geen stappenplan krijgen aangereikt, maar worden uitgenodigd om inzicht en tools te krijgen waarmee ze het proces van inclusiviteit aan kunnen gaan. Ze gaan niet noodzakelijk direct antwoorden krijgen, maar de ervaring kan toch leerzaam en plezierig zijn en hen voorbereiden op hun verdere ontwikkeling. De werkwijze en waar naar toe bewogen wordt is kortom cruciaal goed te communiceren naar alle deelnemers. Dit helpt om realistische verwachtingen te creëren. De facilitator heeft de taak een veilige ruimte te creëren waar deelnemers moedig durven te zijn. Om het moedig zijn te kunnen oefenen, zijn echter ook een aantal voorwaarden noodzakelijk. Moed vraagt van deelnemers dat zij in het hier en nu kunnen zijn, waardoor het relevant is om voor hen daartoe de ruimte en ‘landingstijd’ in te bouwen. Het is daarnaast onder andere van cruciaal belang dat de begeleider het vermogen bezit om het proces met de deelnemers zo oordeelloos mogelijk te dragen. Wat er ook gebeurt, de facilitator moet de focus houden op de groep en hun leerervaringen. Zij moeten ervoor open staan dat alles wat er gebeurt een opening geeft tot leren. Een facilitator moet zich ook committeren dat wat er ook gebeurt zij de groep niet in de steek zullen laten.Logistiek en materiaalDe ruimte waarin een sessie plaatsvindt is bepalend voor wat de facilitator precies met de deelnemers kan doen. Wat betekent het als het een ‘open’ ruimte is waar anderen langs kunnen lopen? Wat doet het met de dynamiek 2.6 Wat zijn de randvoorwaarden voor het toepassen van de IPT?
36Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway als er geen ramen zijn? Kunnen deelnemers in een kring zitten of zitten we vast achter een bureau? Hoeveel deelnemers denk de facilitator te kunnen begeleiden? Heeft de facilitator voldoende printjes, voor een opdracht, uitleg, en het aantal deelnemers? Is het mogelijk eventueel een laptop op een scherm aan te sluiten? Is er een whiteboard en flipover? Wat moet de facilitator zelf meenemen aan materiaal? Wat wordt er van deelnemers gevraagd dat zij bij zich hebben? Dit zijn allemaal vragen die relevant zijn bij het voorbereiden van een bijeenkomst, omdat het heel erg bepalend is voor wat er wel en niet gedaan kan worden. Om de IPT ‘goed’ uit te kunnen uitvoeren is het bijvoorbeeld handig als er voldoende bewegingsruimte is. Er kan van deelnemers namelijk worden gevraagd om te bewegen, een plek in de ruimte in te nemen of rond te lopen (zie hoofdstuk 3.3a). Ook de tijd die er beschikbaar is voor een sessie is belangrijk om mee te nemen in de voorbereiding. Wat betekent het als er slechts een uur de tijd wordt vrijgemaakt om met deelnemers te werken? Voor de IPT is dit niet wenselijk, omdat er altijd een safe space gecreëerd moet worden waar mensen moedig durven te zijn. Dit kost tijd. Als er iets aangeraakt wordt wat emoties oproept, dan moet er ook genoeg tijd en ruimte zijn om die energie te transformeren. Eén IPT sessie dient daarom minimaal 1,5 uur te duren. Idealiter duurt één sessie zeker 2,5 uur en ook dan raden we meerdere sessies aan om de IPT helemaal te doorlopen. Het is namelijk niet wenselijk of mogelijk om alle thema’s in één sessie te behandelen. Een beperkt thema aanbod geeft deelnemers de ruimte om wat zij meemaken tijdens de bijeenkomsten meer toe te kunnen passen in hun dagelijkse (of professionele) praktijk. Het zorgt er ook voor dat men tijdens een sessie niet te veel te verwerken krijgt. Het is belangrijk op dat punt te komen waar de deelnemers verzadigd zijn. De IPT heeft een aantal pilots gedraaid gedurende de Covid pandemie, waardoor de IPT zich heeft moeten aanpassen aan een online setting. Qua tijd is het in die context relevant om kortere sessies in te plannen met voldoende pauze. De intensiteit neemt toe wanneer men continu naar een beeldscherm moet kijken. Qua bewegingsruimte is in die online context steeds rekening gehouden dat deelnemers van achter hun scherm, zittend of staand achter hun stoel, mee konden doen. Ook dit dient altijd meegenomen te worden bij de voorbereiding; wat kan wel, anders of beter achtergelaten worden ?
37 Handboekonwetendheid, nieuwe informatie als te onbekend en onlogisch te ervaren, etc. Dat kan klinken als: “Ja, maar als je me uitlegt wat ik moet doen, hoef ik het niet per sé zelf te ervaren.” “Nee, maar op deze manier snappen mensen het niet, dus het moet wel passen binnen de kaders van hoe we het gewend zijn.” “Ho, maar wat is de toegevoegde waarde dat ik mijn eigen ervaringen moet inzetten?” Dit zijn de ja maar-, nee maar-, ho maar reacties als het licht en vriendelijk blijft.Omgaan met weerstand als facilitatorVerontwaardiging, sarcasme, woede uitbarstingen, tranen, schreeuwen, weglopen, persoonlijke aanvallen en meer kunnen allemaal de revue passeren. Hoe ga je daarmee om als facilitator? Dit zijn de situaties bij uitstek waar belichaamde en cognitieve vaardigheden gebruikt moeten worden. Wanneer een dergelijke situatie zich voordoet is stap één een diepe ademhaling. Dat klinkt misschien vreemd, maar een diepe ademhaling geeft rust en ruimte in het moment, al is dat moment maar een fractie van een seconde. Die ruimte is belangrijk, omdat men koste wat het kost niet mee moet worden getrokken in de emotionele situatie. Als facilitator is het belangrijk om neutraal te blijven en dingen niet persoonlijk te nemen. (Zie ook hoofdstuk 3.1i) Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Om met de IPT te kunnen werken is het noodzakelijk dat deelnemers naast hun cognitieve, ook hun lichamelijke en emotionele bewustzijn gebruiken. Dit vraagt van deelnemers dat zij open zijn, zich kwetsbaar op durven te stellen en vertrouwen hebben dat dit het (holistische) leren in gang zet; datgene wat nodig is om een inclusieve leer- en werkomgeving te kunnen realiseren. De vraag naar deze vorm van openheid kan echter weerstand oproepen. Weerstand kan een uiting zijn van allerlei verschillende oorzaken en kan zich op verschillende manieren uiten, maar is meestal gelinkt aan een diep gevoel van ongezelligheid. Mensen zijn zich vaak niet bewust waar weerstand vandaan komt of zien zelfs niet dat hun gedrag een uiting van weerstand is. Het is namelijk een reactie op conditionering. waardoor het desbetreffende gedrag vaak als vanzelfsprekend wordt gezien in plaats van als weerstand. Dit mechanisme treedt vaak in werking als de aannames die iemand heeft en datgene wat als ‘normaal’ wordt gezien, worden bevraagd door bijvoorbeeld iets anders te doen dan wat zij gewend zijn. Weerstand kan gaan over het verlies van controle, het niet gezien of erkend voelen, het verlies van status, aantasting van identiteit, geconfronteerd worden met 2.7 Ja, maar; Nee, maar; Ho, maar….. weerstand
38Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway In een dergelijke situatie zijn er, naast de ademhaling, een paar technieken te gebruiken. Te beginnen bij manieren waar cognitie een rol kan spelen. Bij een dergelijke uitbarsting is het belangrijk om te kijken naar de situatie als een expressie van de desbetreffende persoon. Dit is een uiting van hoe die persoon/en er op dat moment in zitten. Dit is een onderdeel van hun vormingsreis en heeft niets te maken met iemand anders, inclusief de facilitator. Sterker nog, hun uiting is een indicatie dat er een snaar is geraakt, dat er iets is losgegooid. Dus dit is niet slecht of een bevestiging dat er iets fout is gegaan, integendeel. Verstoring is juist nodig zodat groei kan plaatsvinden. De facilitator moet dus mentaal een knop omdraaien en er bewust voor kiezen om niet te worden meegenomen in het emotionele moment en de focus op de deelnemers te houden.De facilitator heeft niet de luxe om dingen persoonlijk te nemen. Het gaat NOOIT om hen, maar om de groep. In het moment is verantwoordelijkheid altijd naar de groep toe. Dus terwijl de focus is om te kijken hoe deze persoon naar de volgende stap geholpen kan worden, is er ook bewustzijn nodig voor hoe de rest van de groep geraakt is. Meestal verstommen zij in stilte en schok. Hoe breng je de groep samen in het moment en laat je ze niet achter met dit gevoel? Mensen moeten de ruimte hebben om hun gevoelens te verwerken. Ze mogen zich ongemakkelijk voelen, maar ze hebben niet het recht om de hele groep mee de diepte in te trekken en ze daar achter te laten. Hier ligt een mogelijkheid voor de facilitator. Dit is een moment dat aangegrepen kan worden om de deelnemers mee te nemen in het leermoment. Dit is het moment waar ondersteuning en aanmoediging ingezet kunnen worden. Deelnemers moeten leren het ongemak te omarmen in plaats van te ontwijken. Enkele vragen die gebruikt kunnen worden zijn: Wat gebeurt hier? Welk mechanisme is aan het werk? Wat moet er gebeuren om dit patroon/deze reactie te doorbreken? Wat valt er te leren? Wat mooi dat dit hier gebeurt want dit is het werk dat we willen leren doen! Deze lessen vind je niet in een boek maar krijg je alleen door persoonlijke uitwisseling, etc. Belichaamde technieken komen in een dergelijke situatie ook van pas. Als de bijeenkomst in een fysieke ruimte plaatsvindt, in plaats van online, is het bijvoorbeeld belangrijk om te bewegen, zodat je als facilitator kan zien en (hopelijk) kan aanvoelen hoe mensen erbij zitten. Let wel, stilte is niet altijd een teken dat er iets fout zit. Sommige mensen zijn nou eenmaal stil en verwerken dingen op hun manier. Vandaar het belang van rondlopen, kijken, luisteren en aanvoelen. Dit is een vaardigheid die met oefening steeds gemakkelijker wordt. Iemand aankijken, een knikje geven, even de schouder
39 Handboekde persoon zich aangevallen voelt en alleen nog meer de weerstand in gaat. In zo een moment is het misschien beter om de emotionele lading te benoemen en hoe die binnenkomt, i.e. “Wow, dat was nogal heftig. Ik voelde hem binnenkomen. En ik denk dat het bij anderen ook binnen is gekomen.” Een vervolgstap kan zijn om te benoemen wat er gebeurd is, zodat het een leermoment wordt zonder de persoon in kwestie voor schut te zetten. Het is niet de taak van de facilitator om de situatie te ‘fixen’ maar om ruimte te maken voor bezinning en groei.Ondanks dat de facilitator zich bewust moet richten op de ervaring van de groep is het natuurlijk mogelijk dat de facilitator zelf toch geraakt wordt, vooral als de kritiek of uitbarsting direct naar de facilitator is gericht. De facilitator is immers mens en geen robot. Hiervoor is het thema van zelfzorg (zie 3.1e) zeer belangrijk. Dezelfde technieken als diep ademen, re-focussen en zelfpraat die goed werken voor het werken met de groep, kunnen ook worden ingezet door de facilitator om zichzelf staande te houden. Het is okay om toe te geven aan kwetsbaarheid, maar niet aan fragiliteit. Het is daarom ook van belang dat de facilitator een arsenaal aan technieken verzamelt om na de training sessie dingen los te laten, fysiek, mentaal, en emotioneel.aanraken, zijn allemaal kleine dingen die een boodschap van kracht en vertrouwen kunnen overdragen. “Op mij kun je leunen. Wij gaan hier doorheen komen.” Dat is de belangrijkste boodschap die er als facilitator moet worden uitgedragen. Het bewegen helpt ook om dingen niet zo direct binnen te laten komen. Net zoals je je lichaam op een bepaalde manier in kan zetten compleet ontvankelijk te zijn, kan je je lichaam ook in zetten om bepaalde dingen niet te ontvangen. De emotie van de persoon of desbetreffende personen in weerstand moet je niet absorberen terwijl je tegelijkertijd open, sensitief en oplettend moet zijn naar wat de hele groep ervaart. Ook dit is een vaardigheid die door oefening steeds beter kan worden.Een andere cognitieve techniek die ook zeer behulpzaam is is zelfpraat. “Dat is interessant” of “Dat is een fascinerende keus”, zijn manieren van zelfpraat waarin men aandacht, maar geen oordeel geeft aan wat er gebeurt. Het ademen, bewegen, opletten en zelfpraat dragen allemaal bij aan afstand houden op een gezonde manier en om ruimte te creëren voor de persoon en de hele groep. Er zijn geen specifieke aanbevelingen om wat te zeggen omdat iedere situatie anders is. Het belangrijkste is om te bepalen op wat voor manier er aandacht geschonken moet worden en wanneer. Soms is de emotie zo hoog dat een directe reactie op dat moment ertoe kan bijdragen dat
40Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway niet wegrennen van ongezellige gevoelens]2. De houding om leiderschap als autoritair en negatief te zien [bij dit instituut was de antipathie tegen leiderschap een sterk onderdeel van de cultuur.] In de bespreking lag de nadruk op het feit dat leiderschap niet altijd uitbuitend of misbruikend hoeft te zijn en mensen zo ook mensen met bepaalde talenten te kort kan doen.3. Het gemak waarmee de opdracht werd aangepast met de eerlijke vraag of dat het geval zou zijn geweest als de facilitator niet een vrouw van kleur zou zijn geweest. Bij dit instituut waren er ondergrondse geluiden dat medewerkers van kleur zich vaak gepasseerd voeldenDit was geen gemakkelijk gesprek, maar het was mogelijk omdat dit niet de eerste sessie was. Er was een sterke relatie opgebouwd in de voorgaande sessies. De facilitator zette de situatie van de sessie ervoor in als een leermoment voor de hele groep en communiceerde het vertrouwen in de groep om eerlijk het gesprek aan te gaan. Zij benadrukte ook het belang van het gesprek en dat het ongemak niet uit de weg moest worden gegaan gaan. Zij leidde het gesprek vervolgens in de richting van de patronen van de (organisatie)cultuur die hierbij naar boven waren gekomen en die aandacht vereisten. Hoe willen jullie hiermee omgaan?De volgende twee voorbeelden illustreren een situatie waarin sprake was van weerstand en laten zien op wat voor manier de facilitators met die situaties zijn omgegaan:Online WorkshopEen zesde sessie werd aangeboden in een IPT sessie voor een onderwijsinstituut. In deze sessie werd eerst gevraagd om in kleine groepen de lijst met diversiteits issues terug te brengen naar de twee meest noodzakelijke punten. Daarna werd er gevraagd per groep een leider te kiezen die voor één van de twee punten een hele simpele en grandioze oplossing zou geven. Het was daarna de taak van de rest van het team om de gemakkelijke oplossing te editen en zo dichterbij een realistische oplossing te komen.Bij de reflectie vertelde een groep dat ze de oefening hadden aangepast omdat ze niet van het idee van een leider met meer macht hielden. Zij wilden het gelijkwaardig houden. Zij hadden een leuk gelijkwaardig gesprek gehouden. Op de vraag of ze dichter bij een oplossing waren gekomen was het antwoord nee, ‘maar het was wel gezellig.’De facilitator heeft de uitkomst op dat moment niet geadresseerd vanwege tijdgebrek. Zij wilde de tijd nemen om goed na te denken hoe dit het best te adresseren. De facilitator besloot om het de volgende sessie te bespreken aan de hand van drie leerpunten:1. De keuze die gemaakt werd om ‘ongezelligheid’ te vermijden [terwijl gezelligheid bij iedere sessie wordt benoemd in de richtlijnen, met speciale aandacht voor het
41 HandboekFysieke workshop Er was een workshop waar iemand met een ultra rechtse politieke visie aanwezig was. Deelname aan de workshop was vrijwillig. De persoon kwam uit interesse, maar maakte het ook heel duidelijk dat zij het bijna nergens mee eens was. Het facilitatorsteam richtte zich op het feit dat de persoon aanwezig was om te leren en dat dat positief was. Het team deed echt hun best om de persoon de ruimte te geven voor vragen en commentaar en tegelijkertijd deze stem niet te laten domineren. Ze werkten hard om uitwisseling met de andere deelnemers mogelijk te maken, de persoon nooit te veroordelen en tegelijkertijd toch de nadruk te houden op het meenemen in de ervaring. De persoon gaf naderhand toe toch wat meer open te staan. Het team gaf aan dat ze veel rust voor zichzelf moesten inbouwen tijdens de sessie om emotioneel afstand te kunnen blijven houden en niet te worden meegetrokken in een mogelijke toxische situatie. Ze gaven aan uiteindelijk tevreden te zijn met de uitkomst, maar dat dit een zeer zware emotionele sessie voor hen was, omdat het zoveel vergde om die balans te houden. De reflectie met het team naderhand werd ervaren als een belangrijke oefening om de ervaring emotioneel los te laten en alleen vast te houden aan wat er geleerd was.
42Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Omgaan met weerstand als deelnemerDe voorgaande uitleg en voorbeelden hebben betrekking op de rol van de facilitator wanneer weerstand naar boven komt. Maar wat als je als deelnemer weerstand ervaart? Zoals aangegeven is weerstand gedrag dat niet altijd wordt erkend of herkend als weerstand. Weerstand is vaak een geconditioneerde reactie. De beste aanduiding voor weerstand is dan ook het gevoel. Een gevoel van ongemak geeft aan dat er iets scheef zit of dat er iets is losgemaakt. Op dat moment hoeft men nog niet te weten of te begrijpen wat dat precies is, maar kan het gevoel worden gebruikt als leidraad in de zoektocht naar begrip. ‘Iedere keer wanneer dit onderwerp naar voren komt krijg ik een knoop in mijn maag’ of ‘Het moment dat ik over dit onderwerp moet praten kan ik wel uit mijn vel springen’, zijn allemaal indicatoren dat die situatie weerstand oproept.Ook hier is het aan te raden om een combinatie van belichaamde en cognitieve vaardigheden te gebruiken. De uitdaging is om het gevoel van ongemak niet uit de weg te gaan, maar om het juist te omarmen zodat er begrepen kan worden waar de weerstand precies vandaan komt en wat er te leren valt. Wanneer een dergelijk gevoel van ongemak of ongezelligheid naar boven komt is de eerste stap ook hier om diep te ademen. Dit is om weer rust en ruimte te creëren in het moment, maar ook om niet overweldigd te worden door emotie. De flight of fight reactie kan worden aangewakkerd, maar het is dus de bedoeling om juist niet weg te rennen van het ongemak. Een moment van rust met diepe ademhaling geeft aan dat het misschien ongemakkelijk is, maar draagbaar. Het brengt de focus terug naar de draagbaarheid van het moment, in plaats van op de paniek die er gevoeld wordt. Vervolgens moet men bij zichzelf te rade gaan en de vraag stellen “waarom voel ik me zo?” Het is erg belangrijk om ‘naar binnen’ te gaan. Men is vaak
43 Handboekgeneigd om ‘naar buiten’ te gaan en extern antwoorden te zoeken bij experts en dergelijke. Anderen kunnen meedenken en suggesties geven, maar het echte antwoord draagt men zelf. Beter nog, anderen kunnen iemand juist op een heel ander spoor brengen. Vandaar dat er ruimte gemaakt moet worden voor reflectie en het liefst zonder de stress van veroordeling. Deze ruimte, de ruimte van het niet weten kan juist voor mensen die academisch getraind zijn erg lastig zijn. De confrontatie met het niet weten roept sowieso vaak weerstand op, omdat voor academisch getrainde mensen hun professionele status inherent verbonden is aan kennis. Het omarmen van het niet weten draagt dan potentieel bij aan gezichtsverlies of identiteitsverlies. Ja, maar; Nee, maar; Ho, maar… zijn sentimenten die snel getriggerd kunnen worden in de confrontatie met het niet weten. Ook hier kunnen cognitieve vaardigheden nuttig zijn door zelfpraat, maar vooral ook door de irrationele houding te bevragen. “Is het echt zo een ramp als ik het niet weet?” Voor academici kan het niet weten echt nadelige gevolgen hebben, maar hopelijk leren ze onderscheiden tussen kwetsbaar zijn in een IPT sessie in plaats van een echte werksituatie. Hopelijk leren ze ook moedig te zijn om de waarde van het ‘moeten weten’ te bevragen en zo dichter te komen tot inzicht omtrent een belangrijk mechanisme van het dominant en de andere paradigma.De uitdaging is dan het durven aangaan van het zelfgesprek, om geduld te hebben tot het antwoord komt en om de durf te hebben het antwoord aan te horen. Weerstand is uiteindelijk bescherming voor kwetsbaarheid. Ideaal gezien wordt die veilige ruimte waarin men kwetsbaarheid onder ogen kan komen gezamenlijk gecreëerd en geborgd. Maar het is ook belangrijk voor een individu om de ruimte voor kwetsbaarheid voor zichzelf te kunnen borgen.
44Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway In de IPT worden diverse thema’s en vaardigheden ingezet om deelnemers handvatten aan te reiken om te leren omgaan met ingewikkelde (inclusie) vraagstukken. In dit hoofdstuk worden deze thema’s en vaardigheden uitgelegd. Bij het behandelen van de thema’s en vaardigheden is het per sessie belangrijk dat er goed nagedacht wordt over waar de deelnemers staan; voelen zij zich (al) vrij en veilig genoeg om met dat specifieke thema aan de slag te kunnen gaan of die vaardigheid te oefenen? Voor een eerste sessie is het bijvoorbeeld niet handig om met vergeving te beginnen. Dat is iets waar naartoe gewerkt moet worden. Een thema en/ of vaardigheid moet dus niet gekozen worden omdat het interessant of leuk klinkt, maar omdat het is waar de groep aan toe is en is wat de deelnemers nodig hebben. Dit is vaak een combinatie van thema’s, waarbij safe/ brave space altijd wordt ingezet.Thema’s3.1 Uitleg per thema
45 Handboek
46Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.1a Safe/ brave spaceVeiligheid is de voorwaarde om ruimte te creëren voor kwetsbaarheid. Een ruimte waarin men open durft te zijn, waar men zich uitgenodigd en vrij (genoeg) voelt om zich te uiten. Veiligheid is namelijk dé voorwaarde om vrij te kunnen uitwisselen en te bevragen wat onbevraagd blijft. Dit maakt dat een veilige ruimte niet per sé een gezellige ruimte is, maar een ruimte waar er vertrouwen moet zijn dat iedereen het beste met elkaar voor heeft; ‘ook als je boos bent, heb je het beste met me voor.’ Veiligheid vergt dus altijd wat risico en moed van de deelnemer zelf. Het kan niet alleen afhangen van de andere aanwezigen. Het is kortom een ruimte waar alles en iedereen een plek heeft en waar men wordt uitgedaagd perspectieven uit te wisselen en te onderzoeken wat vanzelfsprekend lijkt. Maar, hoe creëren we een omgeving waarin we ons veilig genoeg voelen om deel te durven nemen? Hiervoor is het belangrijk om afspraken te maken. De afwezigheid van impliciet of expliciet helder gemaakte normen kan te kwetsbaar zijn en voor deelnemers juist onveilig voelen. Op de website2 zijn een aantal voorbeelden van activiteiten te vinden die bijdragen aan het scheppen van een safe space als opstap naar een plek waar men de moed heeft buiten de comfortzone te treden.3.1a Drempels verlagenDe IPT werkt door mensen in verbinding te brengen met zichzelf en met elkaar. Deelnemers zijn op de hoogte van het feit dat er onderwerpen worden behandeld die ongemakkelijk kunnen zijn. Vandaar dat de drempel bewust verlaagd moet worden om de verbinding te kunnen maken. Activiteiten worden gebruikt zodat mensen meer open kunnen staan en zich niet laten belemmeren door schaamte of onzekerheid. Daarnaast moeten de activiteiten helpen mensen ‘uit hun hoofd te laten komen’, zodat ze niet beperkt blijven tot cognitief leren maar ook belichaamde kennis kunnen ontwikkelen. 2 www.inclusivitypathway.com of www.inclusivitypathway.nl
47 Handboekspelen.Daarnaast is ook de stilte een interessante manier om tot een andere waardering te komen. Wat betekent die stilte namelijk en hoe gaan we daarmee om? In de Nederlandse context is het gebruikelijk dat een uitgesproken, kritische mening wordt gewaardeerd als de norm. Als iemand dit niet of weinig doet, dan wordt de persoon per definitie als ongeïnteresseerd of onwetend bestempeld. Ook hier zien we de dynamiek van de dominante en de ander terug. Voor wie is de keuze om de stilte te doorbreken moeizaam, wie zijn geneigd zich terug te trekken en wie spreken zich gemakkelijk uit? In een multiculturele context kunnen er ook mensen zijn die niet uit deze leercultuur komen en waar men eerst toestemming moet krijgen om de stilte te doorbreken, bijvoorbeeld. De uitdaging ligt er om mensen te ondersteunen bij het maken van bewuste keuzes over omgaan met stilte. Soms kan dat door hen de kracht van stilte te laten ervaren, inclusief het ongemak dat daar kan ontstaan. Soms kan dat door hen te helpen bij de moed hebben zich uit te spreken. In groepsverband is het ook belangrijk om mensen ervan bewust te maken dat er verschillende normen van stilte aanwezig kunnen zijn en dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om die stilte te doorbreken. Naast het eigen bewustzijn moet er dus ook rekening gehouden worden met anderen. Hoe gaan we elkaar faciliteren zodat iedereen meedoet en dapper genoeg kan zijn om bewust de stilte te doorbreken of op te zoeken? 3.1c Geëngageerd meedoen, delen en uitenTijdens een sessie, in een groep, voor de klas, het maakt eigenlijk niet uit in welke omgeving je je begeeft, zijn er altijd mensen die het gemakkelijk vinden om zich (verbaal) te uiten. Dit zijn degene die we het meest horen, omdat zich uitspreken iets is dat bij hun karakter past en waarvan ze hebben geleerd dat dit kan. De context waarin iemand is opgevoed en het karakter dat zij hebben, zijn immers bepalend voor of en hoe iemand zich verbaal uit. Cultuur en met name schoolcultuur is anders van land tot land en soms van regio tot regio. Niet iedereen hoort, ziet, voelt of reageert hetzelfde en wat als wenselijk wordt gewaardeerd kan ook verschillen, dus wat doe je met de ruimte om ervoor te zorgen dat ook die mensen die stil zijn aangehaakt zijn en blijven? Hoe uiten zij zich (wel) en wat betekent dat? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de mensen die zich niet op de ‘standaard’ manier uiten, ook voelen dat zij erbij horen en gewaardeerd worden? Deze vragen zijn relevant om bewust tot andere manieren van ‘je uiten’ en ‘mee te doen’ uit te nodigen. Hier kunnen onder andere het lichaam en creatieve uitingsvormen een belangrijke rol in
48Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.1d Mechanismen van uitsluitingWat zijn mechanismen van uitsluiting die we tegenkomen én zelf (onbewust) inzetten? De IPT is erop gericht om bewustzijn te creëren over vanzelfsprekende mechanismen die onze conditionering vormgeven en in stand houden. Wat is iemands positie in die mechanismen en wat gebeurt er als de persoon daarmee wordt geconfronteerd? Waar en waarom raakt dit eventueel? Het kunnen herkennen van die mechanismen en het erkennen van posities en (machts)verhoudingen binnen die mechanismen zijn belangrijk om te begrijpen waar sommige van onze gedragingen vandaan komen en waarom ze zo moeilijk zijn om los te laten. 3.1e ZelfzorgWerken aan inclusie is emotionele arbeid; het vraagt veel. Het is daarom van essentieel belang goed voor ‘het zelf’ te zorgen door naar het lichaam te luisteren en aan te voelen wanneer men genoeg heeft gehad of wanneer men opgeladen moet worden. Het lichaam geeft signalen af om dit aan te geven en het is daarom de kunst deze signalen te (leren) (h)erkennen. Zelfzorg kan er bijvoorbeeld uitzien als iets niet doen wanneer dat gevraagd wordt of iets wel doen omdat het belangrijk voelt. Een simpele wandeling nemen en de zon op je gezicht voelen kan het verschil maken tussen uitgeblust zijn of er weer zin in te hebben. Het voornaamste is om te luisteren en signalen niet aan de kant te schuiven. Daarnaast kan men altijd bewust ademhaling inzetten als een rust en stabiliteitsfactor. Als iets spannend wordt zijn we geneigd ons lichaam vast te zetten en onze keel dicht te knijpen. Juist in een dergelijke situatie is het van belang bewust de ademhaling in te zetten, zodat je je rust en een ankerpunt kan vinden van waaruit je kan verder gaan. 3.1f Positionaliteit Positionaliteit heeft zijn wortels in de sociale en culturele antropologie en is het begrip dat laat zien dat wie iemand is, is bepaald door hoe iemand in relatie staat tot de wereld. Wij erkennen dat de relatie die mensen hebben tot elkaar vaak is gevormd door een specifieke (koloniale) geschiedenis.
49 HandboekIn welke sociale en politieke context iemand geboren is, heeft invloed op het perspectief dat de persoon op de wereld heeft, hoe deze met de mensen en de wereld om hen heen omgaat en hoe de wereld met hen omgaat. Door identiteit en ervaringen in kaart te brengen kunnen mensen hun eigen positionaliteit ontdekken en analyseren. Op die manier kunnen mensen bewust worden van mogelijke (onbewuste) (voor)oordelen en privileges en hoe deze een rol kunnen spelen in onze relaties. Omdat onze opvattingen beperkt zijn door onze eigen ervaringen, socialisatie en conditionering worden veronderstellingen gemakkelijk bevestigd en ontstaan er blinde vlekken. Als mensen durven te erkennen én te omarmen dat aannames worden gemaakt op basis van positionaliteit, wat kortom een beperkend beeld van de wereld is, wordt het gemakkelijker om stappen te nemen om patronen te doorbreken en aan te passen.3.1g LuisterenLuisteren is een basisvaardigheid die cruciaal is voor het creëren van een inclusieve omgeving. Wij maken onderscheid tussen horen en luisteren, waarbij horen wordt beschouwd als het ontvangen van communicatie en de ontvanger zich uitsluitend richt op hoe de boodschap binnenkomt. Luisteren gaat voor ons een stap verder en neemt de staat van de zender ook mee in de overweging van de boodschap. Luisteren is dus interactief en erkent het belang van de relatie. In horen is men alleen met de eigen ontvangst en staat bezig. Luistert iemand dus daadwerkelijk naar wat een ander zegt, of laat men de ander niet uitpraten, vormt men snel een mening en denkt men aan één woord genoeg te hebben om te ‘weten’ wat die ander wil zeggen? Veelal zijn mensen tijdens het luisteren niet bezig om de ander te begrijpen, maar om een antwoord te formuleren en hun eigen lens op het verhaal van een ander te plakken; “ik snap precies wat je bedoelt!” Zij zijn dus niet bezig met het in relatie staan tot elkaar.Bij écht en met compassie luisteren is men vooral bezig aan te voelen wat de ander vertelt. Je neemt de tijd om je voor zover mogelijk in de ander te verplaatsen. Dit leidt ertoe dat het gemakkelijker is om niet te oordelen en iemand het voordeel van de twijfel te geven. Iemand die boos of verdrietig is, of die zich in het nauw gedreven voelt uit zich anders dan iemand die zich gerust en prettig voelt. Vooral in dit werk, dat nogal gevoelig is, is dit een basisvaardigheid die van uiterst belang is.Daarnaast is het ook een feit dat voor mensen die standaard gemarginaliseerd zijn in onze omgevingen niet geluisterd en erkend worden vaak een pijnlijke realiteit is van hun dagelijks functioneren. Juist voor hen is het belangrijk dat zij weten dat er echt en met compassie naar hen wordt geluisterd.
50Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.1h Verbinden met elkaars verhaalIn de IPT krijgt het eigen verhaal een centrale plek. Er wordt onderzocht wat het eigen verhaal is en hoe deze kan worden ingezet. Het vertellen van verhalen is namelijk een manier om betekenis te geven aan onze ervaringen. Het uitwisselen van verhalen is een krachtige manier om verbinding te maken met anderen. Het delen van verhalen begint bij het creëren van een veilige ruimte. Helemaal in een geschiedenis van ongelijkheid en marginalisatie moet er soms eerst een brug van wantrouwen worden overgegaan voordat verhalen echt gedeeld kunnen worden. Je leert die ander, als je écht kunt luisteren, beter begrijpen. Je kunt door de ander open te benaderen ook ruimte bieden aan de stem van een ander. Door over de ervaringen, cultuur en (familie)geschiedenis van de ander te horen, wordt ons eigen perspectief verbreed. Dat mensen met elkaar verbonden zijn is in verschillende delen van de wereld een gegeven. Het delen van verhalen helpt om deze verbinding te ervaren door mensen zich te laten herkennen in het verhaal van de ander, mee te leven met, of te leren door het verhaal van de ander. Echter, het is van uitermate belang dat wanneer men verhalen uitwisselt het wederzijdse verhaal eerbiedig wordt behandeld en niet slechts geconsumeerd, anders zijn juist afstand en afkeer het resultaat in plaats van verbinding.3.1i NeutraliteitNeutraliteit is de basishouding die wordt verlangd van degenen die ruimte maken voor ongemakkelijke situaties. Dit vraagt van een facilitator om bewust te zijn van eigen (voor)oordelen. Het kan namelijk gebeuren dat er iets wordt gezegd waar je het niet mee eens bent, wat je niet vindt kunnen of wat iets persoonlijks raakt. Het is echter voor de deelnemers belangrijk dat zij ruimte voelen om fouten te mogen maken en dat zij kunnen doen wat zij moeten doen, ook als dit ingewikkelde emoties oproept. Dit vraagt van de facilitator om de eigen oordelen voor zichzelf te houden en deze zo snel mogelijk te verwerken en tot een minimum te brengen. Alleen door het niet-oordelen kan namelijk de leer ruimte ontstaan waar mensen kunnen leren via trial and error. Want al wordt een oordeel niet geuit, een negatief of kritisch oordeel wordt toch aangevoeld. Vandaar dat het belangrijk is voor een facilitator om er hard aan te werken om continue oordeelloos te handelen. Dit vraagt dus van een facilitator om door eventueel eigen pijnlijke ervaringen heen te hebben gewerkt en te hebben leren vergeven, zodat er met een afstand naar een situatie gekeken kan worden. Neutraliteit vergt ook een
51 Handboekterughoudendheid en het niet direct willen inspringen om dingen te fixen of te corrigeren. Dit straalt vertrouwen uit naar de persoon of personen in kwestie dat zij capabel zijn om dingen zelf op te lossen of te verwerken en dat ze niet zo fragiel zijn als ze mogelijk denken. 3.1j VergevingVergeving is een element in de IPT dat niet altijd direct begrepen wordt, want wat heeft vergeving precies te maken met inclusie? In dit werk gebeurt echter veel waarover we ons schuldig kunnen voelen, waarvoor we ons schamen, iemand pijn mee hebben gedaan, zelf pijn mee zijn gedaan of iets wat we de ander kwalijk nemen. Als je dit bij je blijft dragen, blijf je altijd afhankelijk van die ander. Het is dus cruciaal om te kunnen loslaten en jezelf of de ander te vergeven voor datgene wat ‘pijn’ doet. Vergeven betekent niet dat iemand goedkeurt wat er is gebeurd. Het is jezelf gunnen om de last niet te blijven dragen. Het is ook niet jezelf excuseren om maar niet verantwoordelijk te hoeven zijn en je welzijn van de ander af te laten hangen. Vergeving is dan een actie die iemand kan ondernemen om vrijheid voor zichzelf op te eisen.
52Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.1k Eren en vierenIn de Nederlandse cultuur is er een gezegde: “Doe nou maar normaal, dan doe je al gek genoeg.” Het is een uitspraak die bijdraagt aan een cultuur waar men er niet van houdt dat mensen met kop en schouders boven anderen uitsteken en als bijzonder gezien worden. Dit is een specifiek cultureel fenomeen die ertoe bijdraagt dat mensen zich naar de norm aanpassen. Dit is geen universele norm.Toch vinden wij het belangrijk bij de IPT dat men de tijd neemt om even stil te staan bij een positief moment, niet zozeer om als bijzonder gezien te worden, maar om te werken aan het waarderen van het goede. Bij diversiteit en inclusie werk is het gemakkelijk om te worden meegenomen in dat wat moeilijk is of het ‘negatieve’. Er zullen uitdagingen zijn en we hebben eerder aangegeven dat het niet altijd ‘gezellig’ is om dit werk te doen. Daarom is het juist belangrijk om niet over de positieve ervaringen heen te stappen, hoe klein die ook mogen zijn. Een ander Nederlands gezegde is: “Wie het kleine niet eert, is het grote niet weert”. Het is een herinnering aan het belang van dankbaar zijn. Het is dus belangrijk om stil te staan, te waarderen, maar ook bewust iets goeds te vieren. Dat vieren hoeft niet groots of publiekelijk te zijn, maar kan juist heel klein en persoonlijk. Onder vieren verstaan wij dan een bewuste positieve uiting maken van blijdschap of tevredenheid.Het is belangrijk om het eren en vieren van momenten, lessen, inspiraties en ervaringen als een sterke vaardigheid te ontwikkelen. Het draagt bij aan een gevoel van optimisme en hoop en aan het bevorderen van zelfverzekerdheid en verbondenheid. Des te gemakkelijker en vanzelfsprekender dit waarderen als een vaardigheid wordt, des te gemakkelijker wordt dit vertaald naar de relaties die men heeft met anderen. Hoe moeilijk relaties ook mogen zijn, het is belangrijk om iets positiefs te vinden. Ook voor mensen die cynisch zijn en die de moed al hebben opgegeven kan het laten zien van deze vaardigheid zeer waardevol zijn. De relatie met iemand die wel het positieve en de mogelijkheden kan zien, kan het verschil zijn tussen iemand die het werk de rug toekeert of die geïnspireerd toch weer een poging maakt om aan te haken. 3.1l TransformerenHet doel is om bewust de energie te kunnen transformeren, van zowel positief naar negatief, als negatief naar positief. De transformatie kan plaatsvinden in de individuele persoon, in een groep mensen of in de omgeving. Hoe verlicht je een situatie? Hoe neem je mensen geleidelijk mee in een emotioneel zwaardere situatie? Hoe richt je de omgeving in, zodat die bijdraagt aan flow en uitwisseling? Is er
53 Handboeklicht, lucht, ruimte? Men leert deze vaardigheid door op te letten, aan te voelen, en in te springen, waar nodig. Soms zijn vaak hele kleine acties nodig om iets teweeg te brengen en een domino effect doet de rest. Soms moet er bewust worden ingesprongen. Het liefst wordt er zo min mogelijk ingesprongen door de facilitator, omdat deze geen afhankelijkheid wil creëren. Deelnemers moeten leren dat ze capabel zijn om een dergelijke situatie aan te kunnen, ook wanneer ze niet weten wat te doen. Een eerste stap of een hele kleine stap is al waardevol. Als een facilitator steeds die eerste stap maakt dan leren mensen nooit de kracht die ze zelf hebben om de energie te transformeren. Aansturen, bijstaan, reflecteren en vertrouwen communiceren zijn belangrijke vaardigheden die een facilitator in kan zetten om te helpen bij het bevorderen van dat zelfvertrouwen.De allerbelangrijkste vaardigheid voor een facilitator is om bewust de eigen transformatie in te zetten in het werken met deelnemers. Dus als er bijvoorbeeld een situatie is die iedereen, inclusief de facilitator emotioneel raakt, moet de facilitator eerst zelf een moment van rust creëren - al is het in een fractie van een seconde - om vervolgens bij te dragen aan een de-escalatie of het verwerken van een hoog opgelopen emotie. Ademen, rust vinden, stilte gebruiken, geaard voelen in het moment, en cognitief ruimte creëren moeten een vanzelfsprekende vaardigheid worden en kunnen door oefening beter en beter worden. 3.1m BondgenootschapBondgenootschap is essentieel, enerzijds om de emotionele arbeid die het werk vraagt te verdelen en anderzijds om gezien en gehoord te worden. Hoe meer stemmen er zijn, des te harder is het geluid. Een bondgenoot zijn betekent echter niet dat iemand enkel iets dat onrechtvaardig is afkeurt, maar juist die onrechtvaardigheid adresseert en ervoor gaat staan. Dit vraagt om naar jezelf te kijken en te onderzoeken wat jouw macht en privileges zijn. Het vraagt om je daadwerkelijk in een ander te verplaatsen en te voelen waar jouw verantwoordelijkheid ligt. Het vraagt dat je tijd en ruimte neemt of geeft, waar nodig. Het vraagt om durf en de bereidheid om de risico’s en consequenties van dergelijke acties volledig te ondergaan. Heb je bijvoorbeeld voldoende zelfvertrouwen om afstand te nemen van de situatie, omdat je er geen onderdeel van bent? En kun/ durf je erop te vertrouwen dat je weer onderdeel wordt als de tijd (de anderen) rijp is?Het vraagt dat je handelt uit gevoel van menselijkheid en verbondenheid en een radar over wat goed of fout is en
54Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway tegelijkertijd de gevoeligheid van de situatie in overweging neemt. Je maakt geen excuses en verschuilt je niet achter het anders zijn, maar spreekt of handelt op een manier die bijdraagt aan de harmonie van de grotere groep. Een voorbeeld van bondgenootschap komt uit Zuid Afrika waar een groep witte studenten op verzoek voor een groep zwarte studenten ging staan in een protestactie, omdat ze wisten dat de politie hen niet zouden aanraken.3.1n Ceremonie Een ceremonie is de markering van een betekenisvol moment, waarbij rituelen worden ingezet om stil te staan (of te vieren). Rituelen zijn specifieke handelingen die kunnen worden gebruikt, terwijl ceremonie het overkoepelende geheel is met een meer gemeenschappelijke bedoeling. Een ceremonie kan helpen om iets ouds los te laten of de start zijn van een nieuw begin, het dwingt om tijd vrij te maken, het kan een plek bieden aan emoties, biedt houvast, kan leuk zijn, zorgt voor verdieping en kan voor verbinding met jezelf en anderen zorgen. Maar, waarom heeft dit dan een plek binnen de IPT? Om te beginnen is de IPT waar men in de waan van de dag in terecht kan komen. Je hebt net een ingewikkeld overleg gehad, moet nog 60 mails beantwoorden, moet straks de kinderen op tijd ophalen, etcetera. Om echt met je aandacht in het hier en nu te komen, wat één van de randvoorwaarden is van de IPT, kan dan ineens veel van je vragen. In de IPT wil je echter op een andere laag; een onderstroom werken, waar ruimte is voor verbinding en verdieping. Een ritueel helpt om op die andere laag, in het hier en nu terecht te komen. Dit kan bijvoorbeeld door met elkaar te zingen of met een specifieke check-in vraag. Het gaat bij het opzetten van een ceremonie immers om met aandacht te focussen op de gezamenlijke energie die er is en waar je met elkaar naartoe wil bewegen; vertragen, in-het-moment-zijn waarderen, verbinden met elkaar en de verdieping opzoeken. Een ritueel kan ook ondersteunen om de energie te transformeren. Wanneer emoties hoog oplopen kan een ceremonie ruimte maken voor die emoties en helend werken. Een ceremonie en/of ritueel is niet alleen belangrijk als markeringsmoment binnen de IPT, maar is ook van belang om een inclusieve omgeving te creëren. We hebben het nodig om bijvoorbeeld stil te staan bij successen die we boeken en ‘fouten’ die we maken. Voor onszelf en voornamelijk met elkaar. We hebben het nodig om te mogen landen en plek te geven aan datgene wat we bij ons dragen en ruimte nodig heeft. Zodat we in het hier en nu kunnen zijn, zodat we elkaar beter begrijpen, zodat we andere verbindingen met elkaar aan kunnen gaan en zodat we lol met elkaar kunnen hebben.
55 Handboek
56Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Hieronder volgt een stappenplan welke gevolgd kan worden om een training te ontwikkelen..3.2a Stap 1. Het gesprekMeestal wordt men benaderd met een verzoek een training aan te bieden. Initieel weten veel mensen of instellingen ook niet precies wat voor training zij willen, maar wordt het verwoord als: ‘We willen iets met diversiteit en inclusie doen’. Dat de wil er is om energie en tijd te investeren in deze materie is al een belangrijke stap en motivatie, maar doorgaans onvoldoende om een training op te ontwikkelen en aan te bieden. Stap 1 is dan ook in gesprek gaan, waarbij het belangrijk is om goed te luisteren. Het gaat immers niet om de facilitator, maar de deelnemers van de training.De volgende vragen kunnen daarbij gesteld worden:Wie zijn de deelnemers?• Hoeveel deelnemers zijn er? • Wat is hun (kennis) achtergrond? • Wat is de samenstelling van de groep? Het maakt namelijk significant uit of de groep alleen bestaat uit medewerkers, of ze elkaar kennen en samenwerken en of er ook hiërarchische relaties bestaan (bijvoorbeeld medewerkers en managers of docenten en studenten samen). • Wat hebben de deelnemers gemeen? Zijn het bijvoorbeeld studenten of docenten van een bepaalde opleiding, managers, vrijwilligers, decanen, buurtbewoners? Hierbij is het van belang om hun gedeelde verhaal te weten te komen om dat mee te nemen in het ontwerp van de training. Het helpt namelijk als je het verhaal van de organisatie of groep mee kan nemen. Op het internet kan je ook vaak informatie vinden over een organisatie en het verhaal dat ze uit willen dragen over wie ze zijn, ongeacht of ze dat verhaal ook echt zo uitdragen. Het gedeelde verhaal hoeft zich ook niet te beperken tot functie maar kan ook de historie zijn van de organisatie. Een hogeschool had bijvoorbeeld als onderdeel van hun geschiedenis dat studenten massaal gestaakt hadden toen een Joodse 3.2 Stappenplan ontwerp van een training
57 Handboek
58Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Hoogleraar werd ontslagen tijdens de tweede wereldoorlog. Die spirit van het staan voor rechtvaardigheid was dus onderdeel van hun verhaal en werd meegenomen in de inleidingspresentatie en was iets waarnaar gerefereerd kon worden als een bron van inspiratie. Wat is de behoefte of motivering om de training aan te vragen? • Is er bijvoorbeeld sprake van problematiek, handelingsverlegenheid, spanning, nieuwsgierigheid? Belangrijk hierbij is om zoveel als mogelijk boven tafel te krijgen wat er speelt binnen de organisatie of groep. Je moet dan ook rekening houden dat dit slechts de interpretatie kan zijn van een bepaald persoon of een bepaalde groep. Wat de directie denkt dat er speelt kan heel anders zijn dan hoe de werknemers het omschrijven. Op de werkelijke motivatie zal je dus altijd alert moeten blijven, ook tijdens een sessie. • Wat is het gewenste eindresultaat (doel)? Gaat het bv om de individuele of groepsdynamiek of individuele of groepsontwikkeling? Het kan uiteraard ook een gecombineerde behoefte en doel zijn.Hoeveel tijd is er beschikbaar?• Hoeveel tijd hebben de deelnemers om aan de training deel te nemen? Het gaat hierbij om tijd tijdens maar ook om tijd voorafgaand aan de de training(en). • Hoeveel tijd kunnen en willen leidinggevenden vrijmaken voor deelname?• Hoeveel sessies zijn er nodig en mogelijk en hoe lang kan elke sessie duren? (fysiek vs online)• Soms kunnen aan de hand van beschikbare tijd al beslissingen gemaakt worden over wat wel of niet behandeld kan worden.Waar zal de training worden aangeboden? De omgeving heeft invloed op de mens en zij worden mensen beïnvloed daardoor en daar dient rekening mee gehouden te worden?• Is het online of op locatie? • Binnen of buiten? • Is het op de (eigen) werkplek of elders?
59 Handboek3.2b Stap 2. ReducerenNa het gesprek wordt alles op een rijtje gezet en wordt de informatie meegenomen in de overweging. Zo wordt er diep naar de de complexe werkelijkheid waar de deelnemers dagelijks mee te maken hebben geluisterd, om zo de kernpunten naar boven te halen. Het kan zijn dat de planner en facilitator tijd nodig heeft om alles goed te laten bezinken. Centraal staat hierbij of de opgehaalde informatie uit stap 1 terug te brengen is naar een paar duidelijke en concrete punten.3.2c Stap 3. Prioriteren en volgorde bepalenZoals in paragraaf 3.1 besproken bestaat de IPT uit 13 thema’s en vaardigheden. Aan de hand van stap 1 en 2 zal bij stap 3 bepaald moeten worden welke thema’s en vaardigheden en in welke volgorde centraal moeten staan bij de trainingen. Over het algemeen zullen er maar 3 of 4 van deze 13 thema’s aan bod kunnen komen. Dit heeft te maken met dat bewustwording, reflectie en transformatie tijd nodig hebben en men niet te veel thema’s moet willen samenvoegen. Zoals eerder
60Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway aangegeven zijn er een aantal thema’s die altijd onderdeel zijn van elke training. Een hoofdvaardigheid waar altijd aan gewerkt kan en moet worden is het leren luisteren bijvoorbeeld. Dat hoeft na de eerste sessie niet meer expliciet te worden gedaan, maar wordt geïntegreerd meegenomen in de sessie. De vaardigheid van bijstander zijn is iets dat nooit in een eerste sessie behandeld zal worden, maar pas nadat er gewerkt is aan luisteren en een connectie maken met het verhaal van de ander, bijvoorbeeld. Men moet dus echt bewuste keuzes maken over wat, wanneer en in welke volgorde dingen behandeld zullen worden. Zelfs dan moet men flexibel zijn om tijdens de training te editen of aan te passen waar nodig. Deze keuzes worden gemakkelijker naarmate men meer ervaring heeft en leert door vallen en opstaan wat wel en niet werkt.Er moet ook een keuze gemaakt worden over het gebruik van ondersteunend leesmateriaal. Leesmateriaal geeft verdiepend inzicht in de onderbouwing van de theorie en de vaardigheidsthema’s. Echter, de nadruk in de IPT is op belichaamde kennis. In het onderzoek bleek dat ondersteunende leesopdrachten een negatief effect kunnen hebben. Mensen, en vooral academici, willen zich graag verdiepen en intellectueel verrijken en proberen zo - bewust of onbewust - het harde emotionele en lichamelijke werk te omzeilen. Vooral voor academici voor wie kennis houvast is, en die het ongemak van niet weten graag willen vermijden is de vraag naar meer en meer literatuur herkenbaar. Daarnaast is het merendeels van het ondersteunende materiaal engelstalig, wat voor een Nederlands publiek een obstakel kan zijn.Wij raden het niet af om ondersteunende leesopdrachten te gebruiken, maar raden wel aan om bewuste keuzes te maken voor het gebruik van literatuur. Ten eerste raden wij aan om de literatuur alleen te gebruiken voor mensen die zich echt willen verdiepen in de IPT kennis en die uiteindelijk zelf misschien groepen willen faciliteren. Voor algemene deelnemers die de IPT willen ervaren is literatuur verdieping niet echt nodig. Als de facilitator sterk is dan wordt de theoretische kennis vanzelfsprekend tijdens de sessies overgedragen.Houd de leesopdracht tot een minimum, niet meer dan twee artikelen per sessie. Stimuleer om de gelezen kennis praktisch te vertalen. Stel dus vragen als:• Hoe draagt dit artikel bij aan het begrijpen van vaardigheidsthema x?• Wat is na het lezen duidelijker geworden?• Wat is na het lezen nog onduidelijk?• Wat voor vragen roept dit artikel op?
61 Handboek• Hoe draagt dit materiaal bij aan jouw begrip over het faciliteren van inclusie?• Hoe draagt dit materiaal bij aan jouw zelfvertrouwen in jouw handelsvaardigheden?• etc. Het allerbelangrijkste is om mee te nemen dat literatuur ondersteunend en onderbouwend is aan de IPT en niet leidend3. Men kan lezen zoveel men wil, maar dat verzekert niet dat men bekwaam is om anders te handelen. Dat vergt iets meer. Een mogelijkheid is om de literatuur aan te bieden nadat deelnemers een sessie hebben doorlopen. Mensen krijgen zo het verdiepende materiaal naderhand, zodat zij tijdens de sessies niet op intellectuele kennis blijven leunen. Als men de literatuur zo aanbiedt en de bespreking onderdeel maakt van een reflectie sessie, dan kan dat een positief effect hebben. 3 Ondersteunende literatuur bronnen zijn te vinden op de website www.inclusivitypathway.nl/hulpmiddelen
“This is about us.”62Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Sommige groepen uiten een sterkere behoefte voor uitleg, andere groepen vragen naar kaders op papier en weer andere groepen willen alleen maar aan de slag en dingen doen. Vooral voor mensen die academisch getraind zijn is het verleidelijk om een training aan te bieden op een manier die ze altijd gewend zijn. Juist voor deze mensen die cognitief gevoed en gewaardeerd worden kan het voor de facilitator een uitdaging zijn om daar geen gehoor aan te geven. De valkuil hierbij is vooral dat mensen het gevoelsmatige aspect over willen slaan en ook de rol van conditionering onderschatten. Er wordt dan snel gedacht: ‘Als ik het cognitief begrijp dan ben ik bekwaam genoeg om ermee aan de slag te gaan’. Dat gaat goed zolang het goed gaat, maar het 3.2d Stap 4. Uitwerken trainingsonderdelenAfhankelijk van het vastgestelde doel en de behoeften van de deelnemers en de thema’s die bepaald zijn kunnen de activiteiten ontworpen worden. Belangrijk hierbij is de activiteiten te ontwerpen die de belevingswereld van de deelnemers raken. Het gebruiken van het eigen verhaal van de deelnemers is essentieel hierbij. Door dichtbij huis te beginnen wordt er vanaf het begin ruimte gecreëerd om mensen te helpen te bewegen vanuit een connectie met anderen. Vaak worden diversiteit en inclusie initiatieven gezien als iets dat gaat over ‘hun’ en is men geneigd het eigen verhaal over te slaan. Door vanaf het begin die verbinding met het eigen verhaal mee te nemen wordt er hopelijk ook een zaadje van erkenning en verantwoordelijkheid geplant. ‘Dit gaat over ons.’Wellicht even belangrijk is dat de activiteit mede ontwikkeld wordt vanuit het verhaal van de facilitator en hetgeen wat de facilitator inspireert en in beweging brengt. Het is belangrijk om het eigen verhaal te gebruiken als aanspreekpunt en herkenbaar voor de deelnemers. Dit helpt ook de facilitator vanuit een kracht positie te bewegen. Omdat er geen standaard verhalen of activiteiten zijn die voor elke facilitator en deelnemers hetzelfde resultaat oplevert is de meest effectieve activiteit die waar het verhaal en enthousiasme samenkomt met het gedeelde verhaal van de deelnemers.De inventarisatie bij stap 1 is ook bepalend welke hulpmiddelen, uitleg en begeleiding vanuit de facilitator nodig is.
“This is about us.”63 Handboekmoment dat het fout gaat, en cognitie niet tot een oplossing leidt, lopen ze vast. Vandaar dat ook juist deze deelnemers stapsgewijs meegenomen en overtuigd moeten worden over het belang van het meenemen van gevoelsmatig handelen en men soms (dwangmatig) moet worden meegenomen in een niet standaard leerproces. Onze ervaring is dat ondanks de variatie in de samenstelling in groepen, en waar mensen denken dat ze zijn, de onderliggende basisvaardigheden die geadresseerd moeten worden hetzelfde zijn. De facilitator moet daardoor heel zeker zijn van zichzelf en gefocused zijn op wat er nodig is en behandeld moet worden. De facilitator moet ook vertrouwen hebben in eigen kunnen en de mensen meenemen op een leerpad waar ze erg onzeker over kunnen zijn.
64Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.2e Stap 5. Logistiek en materiaal regelenNadat de training is uitgewerkt moet men nagaan en plannen wat voor soort materiaal gaat worden gebruikt en of het materiaal gemaakt, verzameld of gekocht moet worden. Pennen, viltstiften, kaartjes, vellen papier, flipover vellen, etc. zijn standaard materialen die men beschikbaar moet hebben. Is een aansluiting voor een digitaal scherm beschikbaar (om powerpoint slides te laten zien) en zo niet, moeten er dingen van te voren op een groot vel worden geschreven? Afhankelijk van de opdrachtgever kunnen die ook vaak dergelijk materiaal verschaffen. Omdat de IPT vaak activiteiten bedenkt om een specifieke les uit te dragen worden er vaak specifieke materialen ontwikkeld. Deze materialen hoeven niet duur te zijn, maar ze moeten wel gecreëerd of verzameld worden. Een voorbeeld zijn de ‘matten’. De matten zijn woorden verzameld van het internet die met diversiteit en inclusie te maken hebben. Een woord wordt per blad geschreven en de vellen papier worden op de grond neergelegd. Deelnemers worden gevraagd rond te lopen en aan de hand van diverse vragen gaan ze bij een woord staan en worden ze uitgenodigd voor een gesprek. Vragen als: Wat raakt je het meest? Als je er één kon veranderen, welke zou dat zijn? Voor welk woord heb je in de bres gesprongen?, etc. Deze oefening is bedacht om op een laagdrempelige manier mensen in gesprek te brengen. Het meditatief rondlopen brengt rust en promoot belichaming. Deze opstelling geeft ook ruimte aan mensen die niet zo spraakzaam zijn. Zij kunnen door te lopen en ergens te staan toch hun deelname weergeven. Ze worden uitgenodigd maar niet gedwongen om te praten, maar waar ze staan zegt toch iets. De woorden waren in eerste instantie gewoon op een lijst gezet en die lijst werd gebruikt om de vellen te maken en te drukken. Gebaseerd op actuele sociale vraagstukken konden er gemakkelijk woorden worden toegevoegd of verwijderd. Na een aantal keren gebruiken zijn de vellen met de woorden gelamineerd om scheuren en bevuiling te voorkomen. Nadat besloten was om deze activiteit geregeld te gebruiken zijn de woorden laten drukken op mousepads. Een ander voorbeeld is om een tas te hebben met voorwerpen die als metafoor of inspiratiebron kunnen worden gebruikt. Men kan dan materiaal verzamelen (en schoonmaken) en die altijd beschikbaar hebben. Dingen zoals een sleutel, zaklamp, lepel, kompas, etc. kunnen verzameld worden. Bij een online sessie worden mensen gevraagd binnen 30 seconden 3 tot 5 random items te verzamelen. Deze items hebben dan dezelfde functie. Echter, als iemand
65 Handboekfysiek met mensen in een leeg las lokaal werkt dan is het beter om een tas met items beschikbaar te hebben. Het is dus goed te bedenken welke activiteiten men vaker gaat gebruiken en hoeveel men kan en wil investeren in het hebben van bepaalde materialen.Qua logistiek moet men goede afspraken maken met de opdrachtgever. Wat voor ruimte is er beschikbaar? Moeten er afspraken worden gemaakt met de conciërge? Kunnen en mogen tafels en stoelen verschoven worden om ruimte te maken? Moeten die weer op hun plaats worden gezet aan het einde van de sessie? Wanneer kan er een pauze worden ingelast? Wordt er eten of drinken aangeboden aan de deelnemers? Moet er rekening worden gehouden met bepaalde diëten? Vooral als de training na een volle werkdag wordt gegeven, wat is redelijk verwachtbaar om aangeboden te krijgen? Is het gebouw toegankelijk? Is parkeren toegankelijk? Zijn er mensen die eerder of later aanschuiven/weg moeten gaan? Kan dat geaccommodeerd worden? Dit zijn enkele van de vragen die goed met de opdrachtgever overlegd moeten worden. Deze vragen komen niet altijd in het voorgesprek ter sprake, maar worden pas duidelijk als de training is uitgewerkt.3.2f Stap 6. Een eerste of enige sessieAls er meerdere sessies worden aangeboden zet de eerste sessie de toon voor de verdere sessies. Deelnemers hebben meestal geen idee wat ze kunnen verwachten. Vaak kan er dan ook van te voren om vele details worden gevraagd. Het is beter om het delen met deelnemers voorafgaand aan de eerste sessie iets algemeen te houden, juist omdat mensen open moeten staan voor een nieuwe ervaring. De organisatoren zullen van de inhoud details op de hoogte zijn, maar er wordt gevraagd iets terughoudend te zijn in het delen van die informatie. Hier wordt een eerste stap gemaakt in het bouwen van vertrouwen en om te leren gerust te zijn in het niet weten. De eerste sessie zal doorgaans (afhankelijk van de uitkomsten uit het oriënterend gesprek uit stap 1) bestaan uit de richtlijnen, een korte beschrijving van de IPT, een inleiding op de gehele training en een oefening waarin men een gevoelsmatige oefening ondergaat . De richtlijnen geven de deelnemers houvast. Dit zijn geen regels maar kaders ter verduidelijking van wat er van de deelnemers verwacht wordt en waar de deelnemers samen met de facilitator zich aan committeren. Daarnaast is het een uitnodiging om open te staan voor een nieuwe manier van leren. Het is aangeraden om de richtlijnen puntsgewijs op te schrijven (op
66Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway whiteboard of flipover) en die tijdens de hele sessie zichtbaar te laten. De richtlijnen hier zijn punten die het team standaard gebruikt, maar men is vrij om hun eigen richtlijnen te gebruiken, de richtlijnen aan te vullen met input van de deelnemers, of ze geheel met de deelnemers samen te stellen. De richtlijnen zijn hier benoemd als voorbeeld en inspiratie. Het belangrijkste is dat er richtlijnen zijn om bij te dragen aan de leer atmosfeer en veiligheid in de sessies.De richtlijnen (niet limitatief opgesomd) zijn:Safe / brave spaceHierbij is het belangrijk om het belang te onderstrepen van een veilige ruimte. Uiteraard maakt het wijzen op veiligheid het niet vanzelf veilig voor iedereen. Veiligheid betekent niet dat het niet ‘ongezellig’ mag worden. Het betekent wel dat wij het beste met elkaar voor hebben en dat dit een ruimte wordt om te leren en waar mensen eerlijk mogen zijn zonder aangevallen of afgewezen te worden. Het is een uitnodiging om hier een actieve bijdrage aan te leveren. Bewust ademen Bewust diep ademhalen kan bijdragen aan het aanwezig zijn in het moment, om rust te vinden in het lichaam, en om dus niet te worden meegetrokken in een bepaalde emotie. Het werken met de IPT, waarbij het belichaamd leren een centrale rol speelt, kan soms ook tot ongemakkelijke situaties leiden of emoties of gevoelens losmaken die als ongemakkelijk ervaren kunnen worden. Het is belangrijk om de deelnemers er op te wijzen dat emoties en ongemak een functie kan hebben en een les met zich mee kan brengen. Letten op de ademhaling speelt daar een belangrijke rol in. Openheid en moedOok hierbij gaat het om een uitnodiging. Hierbij wijzen op de aanmoedigende werking van openheid is belangrijk en te onderschrijven dat hier moed voor nodig is. Tijdens de sessie(s) zullen de deelnemers uit hun comfortzone worden gebracht. Er wordt hun dus gevraagd moedig te zijn om die nieuwe ervaringen te ondergaan. ‘Pass’ – ik sla over.Een veilige omgeving brengt ook met zich mee dat de deelnemers zich niet gedwongen hoeven te voelen om per sé mee te doen. Het is belangrijk de deelnemers er op te wijzen dat ze gevraagd worden om moedig te zijn om aan nieuwe en misschien vreemde activiteiten mee te doen, maar dat het ook prima is om bij een onderdeel of oefening te zeggen dat ze niet mee willen doen. Als een oefening niet goed aanvoelt en een deelnemer daar gehoor aan wil geven dan wordt dat gerespecteerd.Stilte Stilte kan een teken van kracht zijn, maar ook een teken van vlucht. Stil zijn tijdens een sessie van de IPT is in principe geen enkel probleem, mits deze stilte bewust wordt gebruikt en niet als vlucht. Wij moedigen mensen aan
67 Handboekom bewuste keuzes te maken om zich terug te trekken in stilte of de stilte te doorbreken. ‘Gezellig’ In Nederland willen mensen het doorgaans ‘gezellig’ hebben en houden. Bij de richtlijnen is het goed om er op te wijzen dat het niet altijd gezellig behoeft te zijn en soms juist door wrijving er glans kan ontstaan. Deelnemers worden specifiek gevraagd niet weg te rennen van ‘ongezellige’ gevoelens, maar om die gevoelens te omarmen omdat er iets te leren valt.FysiekDe fysieke IPT training incorporeert fysieke activiteiten om het belichaamd leren te faciliteren. Deelnemers wordt gevraagd naar hun lichaam te luisteren en hun grenzen aan te geven wanneer iets te veel of pijnlijk wordt (i.e. te lang staan). Bij de online sessies worden er veel minder fysieke activiteiten ingezet, maar toch worden deelnemers aangeraden om naar hun lichaam te luisteren, met name als het gaat om wat ze nodig hebben (een pauze, iets te eten/drinken, etc.), maar ook om beginnen te wennen aan het oppikken van fysieke signalen die bijdragen aan belichaamde kennis.GeduldDe IPT is een proces gerichte training. Deelnemers wordt gevraagd geduld te hebben met zichzelf, met elkaar en met het proces. Dingen moeten tijd hebben om te landen, vooral in belichaamd leren. Dit vereist ook open staan voor het onbekende en te leren vertrouwen in het proces en het niet weten in het moment. Het is een andere manier van leren. Vegas-regel: Whatever happens in Vegas, stays in VegasLast but not least, het creëren van vertrouwelijke connectie is een essentieel onderdeel van de richtlijnen. Er wordt ten slotte gevraagd dat deelnemers vrij hun ervaringen en leringen met anderen delen, maar dat ze respectvol met de persoonlijke verhalen van co-deelnemers omgaan en die niet naar buiten toe te delen.
68Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Het is moeilijk om aan te geven precies welke thema’s moeten worden meegenomen in een training sessie. Sommige thema’s hebben te maken met hoe de IPT wordt aangeboden en zullen altijd moeten worden meegenomen zoals safe en brave space (3.1a), drempels verlagen (3.1b), luisteren (3.1g) en verbinden met elkaars verhaal (3.1h). Echter, het is ook belangrijk voor de deelnemers om deze vaardigheden te leren. Soms zullen ze dus expliciet worden behandeld, maar soms ook niet, terwijl de facilitator door prompts en in de eigen omgang nog steeds bezig is om mensen te leren luisteren, bewust maken van veiligheid, etc. Als men slechts één sessie kan geven dan is het belangrijk om het doel goed voor ogen te houden, dat men de IPT komt ‘proeven’. Deelnemers krijgen een introductie aangeboden, een kennismaking met de IPT. De sessie moet minimaal 1.5 uur duren, het liefst 2.5 uur. Bij een sessie van 2.5 uur is er meer ruimte voor reflectie en een pauze. Hier is een voorbeeld van een enkele sessie:• introductiepraatje • richtlijnen • een kennismakingsactiviteit - zo mogelijk met een fysiek component • eerste laagdrempelige oefening, • een korte uitleg over luisteren (als er tijd voor is)• vervolg oefening die aansluit op de vorige oefening en die een element van gevoelsmatige ervaring heeft• afsluitende reflectie Hieronder tref t u een aantal voorbeelden van oefeningen die regelmatig door het team in de IPT sessies gebruikt worden
69 HandboekSommige oefening van de IPT zijn persoonlijke en favoriete oefeningen die de ontwikkelaars van de IPT hebben meegenomen uit hun eigen achtergrond in therapie, theater, dans of gemeenschapswerk. De meeste IPT oefeningen worden echter verzonnen en gecreëerd op basis van de behoefte van wat er geleerd moet worden en wat de omstandigheden zijn. Een oefening over belichaamde ervaring moest tijdens de Corona lockdown worden aangepast, bijvoorbeeld. De nieuwe online oefening werkte zo goed dat deze naderhand in de fysieke trainingen ook wordt gebruikt. De oefeningen die hier genoemd worden zijn slechts enkele van de velen en worden hier aangeboden als inspiratie. De thema’s die in de oefeningen geadresseerd worden zijn expres aangegeven zodat men kan zien hoe een oefening werkt, maar ook om inzicht te verschaffen in hoe men zelf een oefening kan creëren. Deze oefeningen zijn ook te zien op https://www.inclusivitypathway.nl/hulpmiddelen 3.3 Voorbeeld oefeningen
Vaardigheid Adresseert ActiviteitDrempels verlagenWe zijn het gewend om met ons hoofd te werken. Door oefeningen te doen die iets anders dan het rationele vragen worden andere aspecten van het ‘zijn’ gebruikt, zoals bijvoorbeeld lichaamsgewaarzijn. Het verleggen van grenzen op dit gebied, maakt dat iemand in een ‘oncomfortabele’ zone komt, die dan in staat gesteld wordt, naarmate de tijd vordert, er meer comfortabel mee te worden. Deze plek van ongemak is waar we als het om ingewikkelde (inclusie) vraagstukken gaat, het liefst van wegblijven.Daarnaast zit er een mate van non-verbale communicatie in verborgen, waar we in onze interactie met anderen constant mee te maken hebben.Lopend bewegen door de ruimte; als opstap voor die plek van (on)veiligheid in de ruimte zoeken.Safe/brave spaceWaar in een ruimte (t.o.v. anderen) voel je je (on)veilig en wat vertelt dit je over hoe je je in andere situaties verhoudt. Welke bewegingen kun je maken of heb je te maken om daar bewust van te zijn?Op basis van lichaams-gewaarzijn de plekken van (on)veiligheid in de ruimte vinden.70Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.3a Bewegen in de ruimte/Circle walks (drempels verlagen, safe/brave space)
71 HandboekOefeningLaat deelnemers zich door de ruimte bewegen. Zorg dat zij lichaamsbewust worden door te vragen wat het tempo van het lopen is, hoe ze ademen, waar ze hun handen hebben; langs het lichaam, op de rug of gekruist, etc. Geef ze steeds een opdracht die ze uit moeten voeren: • Zeg de eerste persoon die je tegenkomt gedag alsof je die al vijf jaar niet hebt gezien• Met iedere stap die je zet voel je dat je neus groeit totdat deze 1 meter is. Hoe loop je dan?• Je lichaam voelt zo zwaar dat je bijna niet kunt lopen• Met de eerste persoon die je tegenkomt, ga je roddelen over een ander. Dit doe je zonder woorden. Of, uit lichamelijk, dus zonder gesproken taal, je ergernis over een ander• Waar in de ruimte voel je je het meest veilig? Vraag door en wees ervan bewust dat alles wat deelnemers zeggen of wat je ziet informatie is (fenomenologisch kijken4). Het zegt veel over hoe zij dit buiten deze oefening ook ervaren.In de directe nabespreking vraag hoe de activiteit is ervaren. Geef aan dat de activiteit gebruikt wordt om fysiek een beetje los te komen en lol te hebben met elkaar. Maak ook duidelijk dat dit een introductie is om beginnen bewust te worden van de rol van belichaming.4 Zie het werk van Gommans (2017) over systemisch werken.
Benodigdheden1. Bol touwOefeningGa met deelnemers in een kring zitten en vraag ze iets te vertellen rondom een bepaald thema. Verbind het altijd aan de context van de training/ workshop. Je kan bijvoorbeeld vragen naar wat je inspireert of voorbeeldfiguren/ rolmodellen; waar kunde zit en waar je nog uitglijdt als docent (voor een klas); wanneer je het meest ongemakkelijk bent; waar je trots op bent; wanneer je je buitengesloten hebt gevoeld; etc. Als moderator knoop je het touw om je enkel en geef je dit vervolgens aan één van de deelnemers van wie het verhaal iets van jezelf raakte. Je deelt wat dit was en waarom. Deze wikkelt het touw ook om de enkel en geeft het vervolgens aan een andere deelnemer van wie (een deel van) het verhaal iets bij diegene raakte. Dit gaat door tot een web zichtbaar wordt. Als iedereen nu op zou staan en een andere kant op zou lopen, zou een deel van de mensen omvallen; we staan allemaal met elkaarin verbinding dankzij onze verhalen en hoe het resoneert. Een variatie op deze oefening is dat een deelnemer start met vertellen rondom dat vooraf gestelde thema en dat de overige deelnemers om het touw mogen vragen, omdat er een stuk in het verhaal van die ander is wat resoneert. Dit vraagt om een andere manier van luisteren; je hoeft namelijk niet eerst iedereen aan te horen en kan meteen reageren en het aan je eigen verhaal verbinden. In de directe nabespreking vraag hoe de Vaardigheid Adresseert ActiviteitGeëngageerd meedoen, delen en uiten Een andere manier aanbieden om deel te kunnen nemen in de groep Fysiek verbinden aan de hand van verhalenVerbinden met elkaars verhaal Zorgvuldig luisteren en een connectie voelen met een ander door diens verhaal72Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 3.3b Verbinden met elkaars verhalen/Connecting our story (geëngageerd meedoen, delen, uiten; verbinden met iemands verhaal)
activiteit ervaren is en wat ze geleerd hebben. Hebben ze iets geleerd over luisteren? Hoe heeft de fysieke verbondenheid bijgedragen aan de ervaring?Vaardigheid Adresseert ActiviteitDrempels verlagenDoet een beroep op de creativiteit van deelnemers, omdat zij niet lang over de opdracht mogen nadenkenVerhaal maken met elkaarLuisteren Welk verhaal wordt er verteld en hoe kom je van het begin naar het eind – aansluiten op elkaar73 HandboekOefeningDeelnemers (maximaal 10) gaan met elkaar een verhaal maken, waarbij iedereen slechts 1 zin mag verzinnen en uitspreken. Vraag een vrijwilliger het verhaal te openen en zet deze links neer. Vraag vervolgens een vrijwilliger de laatste zin van het verhaal te bedenken en zet deze helemaal rechts neer. Om de beurt mogen de overige deelnemers een zin toevoegen aan het verhaal door ergens tussen de eerste en de laatste zin te gaan staan. Steeds wordt het hele verhaal verteld met de laatst toegevoegde zin totdat alle (maximaal 10) deelnemers zijn geweest. Zorg ervoor dat deelnemers niet te lang nadenken en dat de flow op gang blijft. Bespreek de oefening na. Hoe is het om te doen? Wat roept het op? Ingewikkeld? Waar is deze oefening goed voor? Zou je dit inzetten in je eigen context? Zo ja, op wat voor manier?3.3c Een verhaal creëren/Creating the story (verlagen van drempels, luisteren)
74Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway OefeningIn deze oefening ga je met de deelnemers bekijken hoe zij zich verhouden tot de norm en het gemarginaliseerde verhaal. Aan de hand van het beeld van het dominante en andere verhaal neem je hen mee in wat die twee ‘begrippen’ inhouden. Om de beweging te kunnen maken naar een inclusieve leer- en/of werkomgeving is het van belang ons bewust te zijn van onze eigen positionaliteit. Onze eigen context; waar onze wieg heeft gestaan is bepalend voor hoe we zijn geconditioneerd. Door dit systeem te zien en te snappen, kunnen we die geschiedenis en de relaties die we daarmee hebben meegekregen inzetten om daadwerkelijke verandering te bewerkstelligen. Het begrijpen van onze gepositioneerde relaties geeft inzicht, die ingezet kan worden om de beweging naar gelijkwaardigheid in te zetten en naar een geweven verhaal te komen. Daar is moed voor nodig. Want, als we iets gaan bekijken wat we al zolang op een bepaalde manier doen, kan dat nogal wat weerstand oproepen. Laat deelnemers gaan staan en vertel dat je hen een aantal ‘tegenstellingen’ gaat voorleggen die tot het dominante of het andere verhaal behoren. De linkerkant van de ruimte is de dominante hoek, de rechterkant de andere. Of, kies voor de variant waarbij je degene die tot het dominante verhaal op een stoel laat staan of laat staan terwijl de rest zit; namelijk letterlijk hoger. Steeds als jij de ‘tegenstelling’ noemt, is het aan de deelnemers in de dominante of andere ‘hoek’ te gaan staan. Uiteraard is het niet altijd zo’n duidelijke scheiding als dat hier gesteld wordt, maar het is een uitnodiging voor reactie en gesprek. LET OP: Er is een verhouding tussen het dominante en het andere verhaal, maar Vaardigheid Adresseert ActiviteitPositionaliteit Bewustzijn/ wording van het systeem en de context waar je in opgegroeid bent.Fysiek in relatie staan tot elkaarBondge-nootschapDe verbinding voelen met- en verantwoordelijkheid voelen voor elkaarVerdiepen in de relationele positie3.3d Dominant vs. de Ander/Dominant vs Other (positionaliteit, bondgenootschap)
75 Handboekdit is uiteraard per context verschillend. Stel een andere context voor of vraag naar ervaringen/ contexten van deelnemers, waarin het dominante verhaal niet per sé de norm is. Je kan hier zelf concepten verzinnen die passen bij de context waarin je de workshop/ training geeft. Stel constant de vraag hoe het is om op die plek te staan; hoe het is om de andere kant te zien; wat dit doet; waar je het voelt in je lichaam; etc. Blijf hier fenomenologisch kijken en wat je ziet benoemen.Met een vervolg oefening kan je deelnemers, door na te laten denken en in gesprek te laten gaan over een mogelijke verschuiving, inzicht geven wat je mogelijk als taak hebt in het dominante dit relatie verhaal.Geef deelnemers daarom de opdracht om iemand te zoeken die bij één van de ‘tegenstellingen’ tot het andere verhaal dan waar jij instond behoorde. Ga in gesprek over je positionaliteit rondom dat thema en de verhouding die jullie (binnen dat thema) tot elkaar hebben. Hoe wordt de rol van elk bevestigd door de omgeving of naasten? Maak vervolgens twee beelden (tableau vivant/ levend schilderij): 1) Laat de verhouding tot elkaar zien, waarin duidelijk zichtbaar is, wie dominant is en wie tot het andere verhaal behoort; 2) Laat een verschuiving in de verhouding zien, waardoor er meer gelijkwaardigheid komt in dit verhaal.Wat zien de andere deelnemers? Welk verhaal wordt verteld en welke verantwoordelijkheid hebben we, maar met name behorend tot een dominant verhaal, met elkaar te dragen? Hoe ziet dat eruit? Etc. Man vs. niet als man identificeertVrouw vs. niet als vrouw identificeertStad vs. Platteland/ dorpHAVO/VWO vs. MBO (vooropleiding)Wit vs. Zwart/ van kleurHeteroseksueel vs. LHBTQ+Rijk vs. ArmGeen migratieachtergrond vs. MigratieachtergrondWetenschappelijk opgeleid vs. Praktijk-opgeleid/1e generatie studentGeen functiebeperking vs. FunctiebeperkingOud vs. JongSenior werknemer vs. Junior werknemerJeugdig vs. OuderdomNationaal-talig vs. Anderstalig
76Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Vaardigheid Adresseert ActiviteitVergeving Jezelf of de ander verlichten van de plicht op aan jouw verwachtingen te te voldoen; het vermogen om los te laten.Durven dingen los te laten3.3e Ik ontsla jou van je plicht/I discharge Benodigdheden:1. Kaartjes met quotes over vergeving. Gewone post-its/ stukjes papier voldoen ook.2. PennenOefeningLaat deelnemers een kaartje met een quote uitzoeken.Geef hen vervolgens de opdracht op het kaartje te schrijven waarvoor zij iemand (of zichzelf) zouden willen vergeven, maar wat nog niet is gelukt. Laat de deelnemers rondlopen iemand vinden en voor die persoon staan en die in de ogen aan te kijken. Geef het signaal om een diep adem te halen en dan weer rond te lopen en iemand anders te vinden. Sta weer stil en kijk elkaar in de ogen aan. Geef het signaal om diep adem te halen en weer rond te lopen en de volgende persoon te vinden. Geef de kaart/ quote dichtgevouwen aan de ander; die leest het niet! Houd de kaart voor de ander vast terwijl je elkaar aankijkt. Wees bewust van je lichaamsgewaarzijn; wat gebeurt er? Waar voel je dit in je lichaam? Wat gebeurt er bij de ander? Deel met elkaar hoe het voelt dat die persoon jouw kaart vasthoudt, maar je mag ook stil blijven. Als deelnemers iets willen delen over wat zij hebben opgeschreven, mag dat, maar dit is geen vereiste! Wissel, zodat beiden aan bod zijn gekomen. Als beiden aan bod zijn gekomen en hebben uitgewisseld geef je deelnemers de opdracht diep adem te halen en de volgende zin uit te spreken tegen degene die hun papier in handen heeft: ‘Ik ontsla jou van je plicht om aan mijn verwachtingen te voldoen.’ Allebei mogen nu het kaartje verscheuren en de snippers teruggeven aan de eigenaar.LET OP: Het meerdere malen lopen en stilstaan is belangrijk. Deze activiteit roept bewust spanning op. Vandaar dat de beweging belangrijk is. Het lopen, stilstaan, diep ademen brengt een wisselwerking en gooit dingen los, zonder dat taal gebruikt wordt.Bespreek deze oefening plenair na.
Hier volgen twee voorbeelden van hoe oefeningen tot stand komen en de feedback die is meegenomen in dat proces. Meerdere oefeningen zijn te vinden in de appendix onder Vervolg hoofdstuk 3.4. 3.4a Oefening plus aanpassing Voor een werkconferentie op de Haagse Hogeschool als onderdeel van het NRO onderzoek kregen personen die de IPT facilitators training volgden de opdracht om in duo’s een IPT sessie van 50 minuten vorm te geven rondom één (soms twee) van de IPT thema’s. In het kader van het onderzoek werd er na deze 50 minuten ook 30 minuten ingeruimd om de sessie te evalueren met de conferentie deelnemers. De facilitators-in-training werden vooraf voorzien van feedback op hun geplande sessie.Thema: positionaliteitDe facilitators-in-training die de sessie over positionaliteit vormgaven hadden de volgende activiteiten gepland:: • Zij hadden gepland te starten met een check-in en het delen van guidelines, om de spelregels te communiceren en een safe space te creëren. • Vervolgens hadden zij een 3.4 Toepassen van De meeste IPT-oefeningen worden bedacht en gemaakt op basis van wat er geleerd moet worden77 Handboek
loopoefening en een oefening spiegelen. Deze spiegel oefening was bedoeld om inzicht te krijgen in hoe mensen zich tot elkaar positioneren; wie neemt bijvoorbeeld de leiding? Als er vijf stoelen in de ruimte staan, wie positioneren zichzelf op die stoel? • Hierna hadden de facilitators een reflectiegesprek gepland om aan de deelnemers te vragen hoe zij deze oefening hadden ervaren. • Daarna volgde er een gesprek over positionaliteit• Vervolgens wilden zij deelnemers naar een emotionele onderstroom brengen door hen een ‘Ik ben’ gedicht in te laten vullen. In deze schrijfopdracht vullen de deelnemers ogenschijnlijk simpele vragen in over hun verleden. Vragen die zonder dat het veel zegt een gevoel kunnen overbrengen over waar iemands wieg gestaan heeft en welke mensen daar een onderdeel van zijn (geweest), oftewel relaties die mede iemands positionaliteit bepalen. Wanneer alles ingevuld is blijkt het dus een gedicht te zijn. Deelnemers krijgen dan de optie het ‘Ik ben’ gedicht hardop voor te lezen.Aanpassing:De facilitators-in-training ontvingen feedback ten eerste over de hoeveelheid materiaal dat zij wilden behandelen in 50 minuten. Er was niet echt rekening gehouden dat er tijd moest zijn voor uitleg, reflectie, dingen laten landen, dingen die fout kunnen gaan, etc. Vooral om te beginnen met een fysieke oefening wanneer mensen elkaar nog niet echt kennen, vergt wat meer tijd en ruimte om mensen te laten durven. Er was dus te veel materiaal voor de beperkte tijd. Ook het schakelen van een lichte naar een zware (‘Ik ben’ gedicht) activiteit ging veel te snel.Vervolgens kregen zij feedback op de reflectievraag. De vraag ‘hoe is deze oefening ervaren?’ is een behoorlijk open vraag, waarin niet per sé voelbaar wordt wat dit met positionaliteit of iemands basispositie te maken heeft. Aangeraden werd om meer gerichte vragen te stellen, en zo deelnemers te helpen het begrip positionaliteit meer te vatten en te ervaren. Wat zeggen deze opdrachten over de positie die je inneemt ten opzichte van anderen? Ben je afwachtend? Neem je juist de leiding? Wat zegt dit over hoe je jezelf ziet? Herken je deze positionering van jezelf ook in een andere setting? 78Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
De facilitators-in-training hebben de reflectievragen aangepast in hun opzet, waardoor de opstap naar het volgende onderdeel waarin zij het over het begrip positionaliteit gingen hebben, kleiner werd. De facilitators-in-training kregen in hun feedback ook de vraag waarom positionaliteit een relevant begrip is voor de IPT en dat zij dit eventueel met hun groep konden bespreken. Zij moesten voor zichzelf helder hebben waarom ze een dergelijke oefening kiezen en hoe het gegrond is in een thema en zich niet alleen te richten op het goed uitvoeren van de oefening. Op die manier konden zij ook meer bekwaam worden in zien hoe de dynamiek van de deelnemers verandert naarmate er iets wordt losgegooid. De facilitators-in-training kregen ook feedback op het gebruik van het ‘Ik ben’ gedicht. De ervaring leert dat het delen van het ‘Ik ben’ gedicht veel los kan maken. Dit is niet erg, maar wel als er geen tijd is om de energie te transformeren en nazorg te bieden aan de deelnemers. Daarnaast wilden de facilitators vrij snel naar deze stap, terwijl het belangrijk is om hiervoor eerst een safe/ brave space te organiseren. Dat is in 50 minuten te krap. Daarom hebben zij een alternatieve oefening voorgesteld gekregen waarin zij een gedachte experiment konden doen met de deelnemers over op wiens schouders zij staan en te reflecteren op wat dat te maken heeft met wie ze nu zijn, hoe ze in de wereld staan, hoe zij de wereld ervaren, etc. Met deze oefening konden de facilitators-in-training de deelnemers laten doorbouwen op wat positionaliteit is én het niet zo emotioneel zwaar te maken gezien de beperkte tijd. Het doel was niet om de deelnemers emotioneel mee de diepte in te nemen, maar om hen te laten proeven en denken over wat positionaliteit is en wat de IPT hun te bieden kon hebben.Dit voorbeeld van een aanpassing laat zien dat de opbouw binnen de IPT sessie relevant is; welke stap is er nodig om de volgende stap te bereiken? Is er een logische opbouw? Is er genoeg tijd voor elk onderdeel? Is er een goede balans tussen cognitieve en of fysieke oefeningen? Hoe emotioneel zwaar is een oefening en is dit (nu) nodig? Dit zijn een aantal vragen die in de planning moeten worden meegenomen. 79 Handboek
Waarom hebben wij dit thema gekozen? Wij geloven dat bij inclusie werk het belangrijk is om bewust te zijn van alle aanwezigen in de ruimte. Deelname kan verbaal of non-verbaal zijn. Hoe men zich ook wil uiten, het is belangrijk om alle aanwezigen te erkennen en ruimte te geven zich op hun manier te uiten. Iedereen telt, iedereen draagt bij. Wat willen wij bereiken? Wij willen leren dat iedereen gezien kan worden, dat een ieder voelt dat zij erbij mogen horen. Men moet letten op de kleinere dingen zoals stilte en de non-verbale uitingen. We moeten leren herkennen dat mensen zich verschillend uiten afhankelijk van persoonlijke en/of culturele achtergrond en dat er ruimte moet zijn voor verschillende perspectieven. Wat moeten deelnemers leren om dit doel te bereiken? Zij moeten leren stil te zijn, bewust aanvoelen, vragen ‘waarom’, niet oordelen, en geen 3.4b Oefening plus aanpassingVoor een werkconferentie op de Universiteit Leiden als onderdeel van het NRO onderzoek kregen personen die de IPT facilitators training volgden de opdracht om in duo’s een IPT sessie van 50 minuten vorm te geven rondom één (soms twee) van de IPT thema’s. In het kader van het onderzoek werd er na deze 50 minuten ook 30 minuten ingeruimd om de sessie te evalueren met de conferentie deelnemers. De facilitators-in-training werden vooraf voorzien van feedback op hun geplande sessie.De facilitators-in-training die de sessie over geëngageerd meedoen/delen/uiten vormgaven hadden de volgende activiteiten gepland:: Thema: Geëngageerd meedoen, delen, uitenWorkshop Titel: Deelnemen en delen: Onderzoek het ‘Waarom’ Korte text: In deze workshop gaan wij gezamenlijk op zoek naar hoe men meer bewust kan worden van hoe alle mensen kunnen deelnemen binnen de groep. We willen ook naar non-verbale communicatie kijken en hoe via rollenspel activiteiten we meer bewust kunnen worden van onze verbale en non-verbale communicatie. Facilitators moeten duidelijk zijn waarom ze een bepaalde oefening kiezen en hoe deze isgebaseerd op een thema en niet alleen focussen op het goed uitvoeren van de oefening.80Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
aannames maken. Oefening:Een persoon moet acteren en de rest moet raden wat de non-verbale signalen zijn. Geef mensen een rollenspel opdracht (bijvoorbeeld iemand die een slechte dag heeft) en de facilitator volgt op met het aansturen van een dialoog. De facilitator heeft een dubbele rol: letten op de deelnemers als publiek en letten op hun non-verbale reacties op het rollenspel. Feedback:Het stellen van de vraag ‘waarom’ leidt meestal tot een oordeel. Daarom is het beter nooit een oefening te creëren die zich specifiek richt op de ‘waarom’ vraag. Je kan nooit zeker weten waarom iemand iets doet, want dat geeft alleen maar ruimte voor invulling. Vele mensen weten zelf niet waarom ze bepaalde dingen doen. Veel van ons gedrag is geconditioneerd gedrag. We denken er niet bewust over na. Het doel is mensen te accepteren zoals ze zijn, zonder te weten waarom ze op een bepaalde manier handelen. Jullie gaan werken aan het focussen op verbale en non-verbale communicatie. Geëngageerd deelnemen/delen/uiten gaat jullie helpen om ervoor te zorgen dat via verschillende vormen van participatie men de les gaat leren over verbale en non-verbale communicatie. Ik geef jullie hier de oefening Overtuig Mij. Je kan het gebruiken of als inspiratie gebruiken. Let op hoe specifiek het is. Als je wil dat mensen moeten acteren, vooral mensen die zich misschien niet zo op hun gemak voelen met acteren, dan moet je hele specifieke instructies geven. Je moet ook opletten dat je je doel voor ogen blijft houden. Het is heel gemakkelijk voor deze activiteit om een raadspelletje te worden. Het doel is dat je wil dat mensen moeten leren over de rol van totale lichaamscommunicatie. Ik laat meestal twee mensen de activiteit doorlopen zodat je het contrast kan zien. Als twee van de vijf mensen uitgenodigd worden om te presenteren dan is er wat veiligheid ingebouwd omdat niet iedereen verplicht is om te acteren maar toch mee kan doen. Dit is goed voor een begin activiteit. Jullie geven aan iets te willen doen over stilte als deel van communicatie. Je zou daar iets voor kunnen bedenken. Houd rekening met het feit dat de mensen de activiteit in break out rooms moeten kunnen doen zonder jullie aanwezigheid. Verzin een sterke activiteit en geef hen iets mee waarop ze kunnen reflecteren. Zorg er ook voor dat er een goede aansluiting is tussen de twee activiteiten.Jullie hebben ook een betere titel nodig, iets waar de nadruk op communicatie sterker naar voren komt. 81 Handboek
Overtuig Mij: Twee van de deelnemers uit de groep worden gevraagd de volgende tekst voor te dragen met de volgende instruc-ties: 1. Kies een van de onderstaande sti-jlen om deze passage voor te lezen. Wees zo overtuigend mogelijk. Overdrijf in je uitdrukking. Zeg niet welke je hebt gekozen.2. Nadat je gelezen hebt geven de leden van de groep feedback over je stijl van presenteren. Wat viel op qua toon, gezichtsuitdrukking, li-chaamshouding, etc.?3. Nadat iedereen gesproken heeft vertelt de persoon welke stijl zij ge-kozen hadden. Dit is het minst be-langrijke aspect van de oefening. Het belangrijkste is dat mensen aandacht schenken aan hoe men het totale lichaam inzet om te com-municeren en hoe verschillende sti-jlen van communiceren een bood-schap anders laten overkomen.Vroeger leerde ik dat ik ouderen alti-jd met u aanspreken moest. Ik moest beleefd zijn netjes knikken en vragen stellen. Deze formule had ik als abso-lute waarheid geaccepteerd, ik kende het zolang als ik oud was en het was in het gedeelte van mijn brein terecht gekomen waar vanzelfsprekende ken-nis zich huist. Totdat ik de stiefmoeder van een vriend ontmoette. Logischer-wijs paste ik mijn formule toe en sprak haar aan met u. Zij, een zeventigjarige vrouw, had zich erg beledigd gevoeld. “In het Hebreeuws bestaat er niet eens een onderscheid tussen U of jij” brieste ze. Mijn wereldbeeld betreft mijn aange-leerde absolute waarheid werd aan het wankelen gebracht en even stond ik met mijn mond vol tanden.Van de Kracht van Verhalen, Hannah Boekestijn 2019Stijlen:• Een spirituele leider• Een vliegveld intercom aankondiger• Iemand die net een miljoen in de loterij heeft gewonnen• Iemand die verdwaald is• Een bezorgde conciërge• Een klaagzang• Een boze activist• Iemand die hopeloos verliefd is• Iemand die ontzettend opgelucht is• Iemand die in een bibliotheek werkt• Iemand die ontzettend wantrouwig is• Iemand die high of dronken is• Iemand die op het punt staat een race te rennen in de Olympische spelen• Kies zelf82Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
83 Handboek
84Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
85 HandboekIn onze kenniswereld, en vooral de educatieve kenniswereld waar ‘meten is weten’, is er vaak de behoefte om in cijfers of op een andere manier uit te drukken hoe effectief de IPT kan zijn. Echter, er zijn een aantal redenen waarom dat moeilijk is. Impact heeft vaak een lange termijn nodig om meetbaar te worden en er leven verschillende perspectieven op wat impact precies inhoudt. Daarbij heeft iedere deelnemer een eigen invulling en ervaring van impact. Het werk van Andriessen et al (Andriessen 2019, Montesano Montesori et al. 2019 ) bevestigt dat dergelijke complexe factoren praktijkgericht onderzoek beïnvloeden en om een alternatieve evaluatie vragen. Zij geven aan dat proces- en praktijkgericht onderzoek, zoals gebruikelijk in het HBO, beter gediend is van evaluaties die zich richten op doorwerking in plaats van meting. HBO onderzoek wordt nog steeds herhaaldelijk bekritiseerd vanuit Impact, reflectie en nazorg4.1 Impact evaluatie
86Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway wetenschappelijke kringen als niet gelijkwaardig. Ook hier komt het model van dominant en de ander naar voren, maar de complexiteit van praktijkonderzoek vraagt iets anders. Andriessen pleit voor het verzamelen van verhalen over doorwerking en om die vervolgens te ondersteunen met bewijsmateriaal (2019). Die doorwerking kan worden gezien in vier categorieën: persoonsontwikkeling en systeemontwikkeling. Persoons en- systeemontwikkeling vallen niet gemakkelijk in ‘output categorieën’ te herkennen of uit te drukken, maar ontstaan juist door het onderzoeksproces zelf. Daarnaast, zoals eerder aangegeven, kijkt Indigenous Knowledge heel anders naar kennis en tijd wat ook direct invloed heeft op het ‘meten’ van de impact. Volgens Indigenous Knowledge staan wij in relatie tot kennis en is het niet iets dat wij ons toe kunnen eigenen. Kennis is dus niet gemakkelijk af te bakenen en in een meetbaar hokje te plaatsen. Hoe wij in relatie staan tot die kennis is afhankelijk van onze gemoedstoestand en situatie. Om tot een goede relatie te komen met die kennis vergt een proces. Omdat men kennis wil, betekent niet dat men automatisch toegang heeft tot die kennis. We moeten er soms mee worstelen, het laten bezinken, afwachten totdat men andere intrinsieke tools heeft om die kennis echt te omarmen, enzovoorts. Men moet dus in het moment vrede kunnen hebben in het ‘niet weten’ of ‘niet begrijpen’. Kennis heeft kortom tijd nodig om te landen. Kennis is dus niet uitsluitend iets dat in iemands hoofd zit, maar wat door iemands handelen uitgedragen wordt. De belichaming van de kennis is dus belangrijk. Iemand kan kennis opdoen, maar tenzij het zichtbaar is in hoe iemand die kennis uitdraagt is het moeilijk te verifiëren hoeveel kennis men inderdaad heeft opgedaan tijdens de IPT, omdat het om allerlei vormen van kennis gaat, die zowel via het lichaam als via cognitie kunnen worden uitgedrukt. Daar komt binnen de de indigenous knowledge wereld nog bij dat de kennis ook moet bijdragen aan de verbetering van de gemeenschap, anders heeft de kennis sowieso weinig waarde. Omdat deze benadering van kennis meer is dan het cognitief consumeren en weergeven van informatie laat het zich niet gemakkelijk meten. Het opdoen van kennis, de zogenoemde ‘leermomenten zitten ook niet in de ervaringen van de activiteiten zelf, maar in de ruimtes er tussenin; in de ‘liminale ruimte’ (Bibi Sheik 2021). Het gebeurt in de momenten van bezinning, reflectie, stilte, ongemak en dergelijke waar men inzichten begint te krijgen. Het zit in de ‘aha’ momenten na oefening, uitproberen en herhaaldelijk fouten maken dat de zaadjes van kennis beginnen te groeien. Deze momenten kennisontwikkeling, productontwikkeling,
87 Handboekzijn niet altijd prettig, en kunnen als confronterend en ongezellig worden ervaren. Dergelijke gevoelens worden niet gemakkelijk geassocieerd met succes en kunnen dan ook over het hoofd worden gezien als het gaat om impact meting, terwijl dit juist belangrijke momenten van verrijking zijn. Vervolgens is de IPT gericht op het doelbewust verstoren van oude, geconditioneerde gedragingen en op mensen in hun kracht te zetten om nieuwe vaardigheden te leren en te gebruiken. De IPT streeft naar handelingssverandering, maar indirect ook naar cultuurverandering, door het normaliseren van nieuwe Cultuurverandering is moeilijk te meten. Daarnaast, als het om inclusiviteit gaat, gaat het voornamelijk over hoe goed, kwetsbaar of zeker men zich voelt om actief onderdeel te zijn van een omgeving en om hoe dapper men is om daad bij woord te zetten. Voelt men zich veilig genoeg om zich te uiten? Voelt men zich zelfverzekerd genoeg om zich uit te spreken over een issue waar men voordien zich in stilte voor terugtrok? Durft men een systematisch patroon van ongelijkheid aan de kaak te stellen en de consequenties daarvan te aanvaarden? Dit zijn basisaspecten van inclusieve omgangsvaardigheden die niet direct of gemakkelijk meetbaar zijn. Hoe zelfverzekerd men zich voelt direct na de training of drie weken later kan heel anders zijn. De zelfverzekerdheid is vaak ook niet alleen aan tijd, maar ook aan een bepaalde situatie gebonden. Dus, nogmaals, dit is moeilijk meetbaar.Ten slotte is de IPT een procesgericht in plaats van een uitkomstgericht programma. Aan het einde van de IPT training of serie trainingen, is het niet de bedoeling dat men klaar is en weet wat te doen. Aan het einde van de training zijn mensen hopelijk genoeg geïnspireerd en gemotiveerd om aan de slag te gaan. Dan begint het werk pas. Mensen moeten beginnen op te letten op de patronen bij zowel zichzelf als hun omgeving en hoe die bepaalde dingen in stand houden. Vervolgens moeten ze dapper genoeg zijn om die patronen te doorbreken, keer op keer op keer, elke dag opnieuw. Dat vergt veelvuldig oefenen voordat men zich gemakkelijk en zelfverzekerd voelt om daadwerkelijk anders te handelen dan gewend.handelingssvaardigheden.
88Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Het respect voor de invloed van complexiteit bevestigt voor ons dat een speciale, niet lineaire evaluatie benadering voor de IPT gewenst is. Het NRO onderzoek over de IPT heeft een paar dingen duidelijk gemaakt over het meten van impact:
89 Handboek4.1a Evaluaties direct na de trainingEvaluaties direct na de training blijken niet effectief. Juist omdat de IPT ontworpen is om dingen los te gooien kunnen emoties nogal hoog liggen aan het einde van de training. Men kan verward zijn en cognitief alles nog niet helemaal begrijpen. Of men denkt er cognitief al te zijn, terwijl de belichaming nog niet heeft plaatsgevonden. Al deze dingen zijn in het begin van de training aangegeven bij de richtlijnen. De training moet tijd hebben om te bezinken.4.1b 4.1b Training vanuit het perspectief van de anderDe IPT is ontwikkeld vanuit het perspectief van de ander. Voor de meeste mensen die in de dominante cultuur geconditioneerd zijn kan die confrontatie hard zijn en als behoorlijk ‘ongezellig’ ervaren worden. Veel van de reacties tijdens evaluaties waren een direct antwoord op deze confrontatie. Ter illustratie; In een organisatie waar hiërarchie een belangrijk onderdeel is van de cultuur vond de meerderheid het ‘lastig’ dat er weinig tijd werd besteed aan formele introducties, onder het mom dat zij nu niet wisten met wie zij in de groep zaten. Dit is echter een bewuste keuze in de IPT. Formele introducties geven de ruimte om te verschuilen achter het vertrouwde, achter status en houden dus bestaande hiërarchieën in stand, waar we juist een gelijkwaardig veld willen creëren. Formele introducties kunnen dan bijdragen aan onzekerheid, vooral als er mensen uit diverse lagen van de organisatie (directie vs. medewerkers) vertegenwoordigd zijn. De nadruk ligt in de IPT vaak op een introductie, waarbij de naam wordt verbonden aan een bewegingsactiviteit. Op deze manier worden mensen geïntroduceerd op basis van hun ‘menszijn’ en niet aan wat ze professioneel doen. Het gebruiken van beweging of zang draagt ook bij aan het vroeg uit de comfortzone halen. Echter, als men alleen had gekeken naar het aantal verzoeken in de evaluatie om de introductie aan te passen, dan zou men er misschien op zijn ingegaan. Daarom is het erg belangrijk dat de facilitator weet en kan verantwoorden waarom bepaalde keuzes gemaakt worden om iets wel of niet te doen.
90Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway 4.1c Individuele vs. groeps/cultuurveranderingZelfs als men een individuele verandering ervaart, blijft het uiteindelijke doel om die individuele verandering in te zetten voor verandering in de omgeving en hoe mensen met elkaar omgaan in die omgeving, cultuurverandering. Informatie uit de populaire business literatuur geeft de indruk dat cultuurverandering met wat aanpassingen hier en daar redelijk goed uit te voeren en te meten is (Stawiski et al. 2018). Er vindt wel een verschuiving plaats naar een meer kwalitatieve aanpak, inclusief reflecterende dialoog en verhaalvertelling (Stawiski et al. 2018). Echter, de aanpak is nog steeds gebaseerd op het idee dat cultuur een ding is dat met een paar ingrepen en aanpassingen veranderd kan worden. Deze instelling komen we ook vaak tegen in de evaluaties waar mensen zoekende zijn naar snelle en het liefst gestructureerde oplossingen die ze denken te kunnen implementeren voor een effectieve verandering. Dit is vooral zichtbaar bij docenten die zoekende zijn naar wat zij hun studenten kunnen bieden.Een meer antropologische benadering naar cultuur en cultuurverandering laat zien dat cultuur om diepgewortelde en gedeelde patronen gaat die verbonden zijn aan cognitieve en gevoelsmatige schema’s die zich niet zo gemakkelijk laten veranderen. De KPI’s (Key Performance Indicators) waar standaard naar gevraagd wordt in business benadering worden steeds vaker vervangen door reflectieve gesprekken, dialoog en verhaalvertelling (White 2017). Echter, zelfs wanneer er overgegaan wordt op meer kwalitatieve metingen is het moeilijk te meten in hoeverre een diepgewortelde verandering heeft plaatsgevonden en hoe lang deze verandering gaat duren. Gezien het om een grotere groepsverandering gaat is het beter om gezamenlijk als groep te bepalen wat en hoe men die verandering ziet en wil aangeven. Ook dit proces kan waardevol zijn. In culturen waar het streven naar consensus de norm is, kan de vrijheid van meningsuiting die plaatsvindt in dergelijke discussies juist een indicatie zijn dat er iets is losgeschud en er ruimte is gemaakt voor een doorbraak of verandering.4.1d Gezelligheid vs. ongezelligheid: het belang van voelenWij hebben opgemerkt dat ondanks dat mensen worden voorbereid op het feit dat zij ‘ongezellige’ gevoelens zullen ervaren, zij er toch moeite mee hebben als deze gevoelens naar boven komen en er allerlei betekenissen aan geven. Soms wordt er aangegeven dat de training te oppervlakkig was omdat er geen gevoelens van ongemak naar boven kwamen. Soms wordt er aangegeven dat er iets fout moet zijn
91 Handboekgegaan juist omdat er gevoelens van ongemak naar boven zijn gekomen. Keer op keer wordt het duidelijk dat ondanks de richtlijnen en waarschuwingen, men over het algemeen niet voorbereid is op gevoelens van ongemak. Dit geeft niet, want dit is juist een kernonderdeel wat behandeld moet worden in de IPT. Het is ook de reden waarom men mensen geleidelijk meeneemt naar dieperliggende gevoelens. Het benadrukt wel dat niet alleen aan het begin de nadruk op ‘gezelligheid’ moet worden gelegd in de richtlijnen. Tijdens de training moet er herhaaldelijk op verschillende manieren en verschillende momenten duidelijk worden gemaakt dat gevoelens van ongemak er mogen zijn. Dit vergt een goede balans, want er moet niet alleen nadruk liggen op het ongemak, maar ook op de positieve gevoelens die een rol spelen.Het is een uitdaging om gevoelens mee te nemen in de impactmeting. Gevoelens zijn belangrijk omdat ze inzicht geven als er iets wordt losgegooid. Maar gevoelens zijn ook incidenteel en geen goede indicatoren van vaardigheid die verandert of veranderd is. Het is dus belangrijk dat facilitators leren hoe zij met gevoelens moeten werken en het belang van de rol van gevoelens in het veranderproces zien. Vandaar dat een meting of reflectie direct na een training weinig zin heeft. Dingen moeten tijd hebben om te bezinken. Men moet ook de tijd hebben om de nieuwe inzichten en vaardigheden uit te proberen. Echter er zijn mensen en instituties die toch graag kwantitatieve methoden willen gebruiken. Als men ervoor kiest om vragenlijsten of waarderingsschalen te gebruiken raden wij aan om die altijd in combinatie met andere methoden te gebruiken. Gevoelens kunnen dan een rol spelen in de zin van ‘ik voelde me meer of minder zenuwachtig dan voorheen toen ik actie x uitvoerde’. Een andere mogelijkheid zou zijn om participanten individueel te laten inventariseren welke handelingen dergelijke gevoelens van ongemak oproepen op een schaal van x tot x. Na een aantal trainingen zouden zij die lijst weer kunnen evalueren en dan aangeven op welke manier hun score omhoog (lastiger geworden) of omlaag (vooruitgang) is gegaan. Nogmaals, voor mensen die van ‘meten is weten’ houden, zou dit een insteek kunnen zijn. Echter er zijn een paar dingen om rekening mee te houden.• Dit zou het beste werken voor individuele reflectie. Men kan als groep doelen zetten, echter in een groepssituatie is men vaak niet eerlijk en vrij om al hun behoeftes te uiten.• Men weet van te voren misschien met welke vaardigheden men hulp nodig heeft, echter tijdens de loop van de training en men meer bewust wordt van zichzelf en begint te leren over de IPT zullen er nieuwe handelsvaardigheden naar voren
92Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway komen waar men moeite mee heeft.• Een cijfer geeft een lichte indicatie dat een handeling misschien gemakkelijker is om uit te voeren omdat het als minder stressvol wordt ervaren, maar het geeft niet aan waarom en wat er dan anders is in het handelen. Dat is de waardevolle informatie waarnaar men echt op zoek is en die overdraagbaar is.4.1e Simpele inzichtenOok al raden wij een impact evaluatie af direct na de training, het is mogelijk om meer simpele inzichten te krijgen die ook van waarde kunnen zijn. Wij zien niet dat het mogelijk is om inzicht te krijgen in hoeverre verandering heeft plaatsgevonden en hoe diepgaande die verandering is. Maar, het is wel mogelijk om inzicht te krijgen in hoe de training is ervaren. Vragen als:• Wat zijn twee dingen die je hebt geleerd waarvan je niet bewust was?• Wat heeft je geraakt?• Welke vragen heeft de training opgeroepen/waar wil je je meer in verdiepen?• Wat heeft je verrast?• Wat is een ding dat je zeker met iemand wil delen van wat je hier ervaren hebt?• Wat zou je anders doen?Dit zijn vragen die wat inzichten kunnen geven in hoe de training is ervaren en die de trainer(s) kunnen informeren, maar die ook voor de deelnemers van waarde
93 Handboekkunnen zijn omdat ze helpen bij een begin proces van een diepere zelf-reflectie.4.1f ReflectiegesprekkenNa een gefaalde poging tijdens de eerste onderzoeksronde om een digitaal platform te creëren voor deelnemers waar zij hun ontwikkeling met elkaar konden delen en de mogelijkheid was elkaar te ondersteunen, bleken reflectie gesprekken het meest effectief voor het leerproces van de deelnemers. Op het vlak van reflectie leerde de ervaring daarnaast dat het beter was om niet te wachten tot na de training, maar dat reflectie tussen de sessies door het meest effectief was. Om die reden zijn tijdens de tweede en derde rondes van het onderzoek reflectiesessies aangeboden van maximaal 45 minuten, ten minste 4 dagen na een trainingssessie. Dit gaf tijd tot bezinking en nadenken. Vanwege de COVID pandemie zijn de sessies online gehouden. Dit bleek zeer effectief. Deze reflectie sessies gaven deelnemers de kans om met elkaar uit te wisselen en elkaar te ondersteunen in hun leerproces. Deze sessies waren ook waardevol voor de facilitators die belangrijke informatie konden ophalen die in de opvolgende sessies konden worden toegepast.4.1g Inspiratie door Learner ReportsWij zijn geïnspireerd door het werk van Van Kesteren (1993) over Learner Reports. Learner Reports zijn ontwikkeld in onderwijs onderzoek. Het is een evaluatietool waarin de persoon die de interventie ervaart wordt meegenomen als expert. De evaluatie gaat over de impact die is ervaren en over de lessen die geleerd zijn. De lessen gaan niet alleen over de persoon zelf, maar ook over de inzichten die zij hebben gekregen over de wereld waarin zij zich bevinden. Wat de Learner Reports ook aantrekkelijk maakt voor ons, is dat het ook rekening houdt met inzichten buiten de feiten, dus ook met het onbekende, onverwachte en de ruimte ertussenin.Wij hebben een aangepaste versie van het Learner Report gebruikt voor onze eigen analyse van IPT impact en gebruiken de volgende 5 vragen:• Wat zijn de lessen/ is de impact op het individu?• Wat zijn de lessen/ is de impact op de gemeenschap?• Wat zijn de verrassingen, de onverwachte lessen?• Wat gebeurde er in de los geschudde (tussen)ruimte?• Wat is de transformatie ten gevolge van de interactie?Wij hebben deze aangepaste Learner Reports toegepast na de nodige tijd na de training(en). Voorbeelden van impact ervaringen met de toepassing van deze aangepaste Learner Report analyse zijn te vinden in de appendix onder Vervolg hoofdstuk 4.1.
94Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Bij de IPT vindt het leren plaats in de tussenruimte, de ruimtes die zijn losgegooid en waar bezinking kan plaatsvinden. Indigenous knowledge leert ons dat we kennis niet op kunnen eisen of creëren, maar dat wij in relatie tot kennis staan (Wilson 2008). Wij hoeven dus niet continu verrijkt te worden met kennis, maar slechts onze verhouding tot die kennis veranderen. Dat is wat reflectie biedt. Door te reflecteren op de ervaringen van de IPT komen er nieuwe kennis en inzichten naar boven. Die reflectie kan gedaan worden door in gesprek te gaan met anderen, maar kan ook andere vormen aannemen. Men kan in stilte reflecteren, kijken wat er gevoelsmatig naar boven komt en daar weer lering uit trekken. Men kan andere kunstvormen gebruiken om te uiten die niet verbaal zijn en daar weer lering uit trekken.Vooral als ongemakkelijke gevoelens naar boven zijn gekomen, schieten woorden vaak te kort. Het worstelen met een cognitieve uitleg kan dan ook weer stress of schaamte met zich meebrengen en juist averechts werken. In plaats van door het ongemak heen te gaan - zoals aangemoedigd in de Blues Aesthetic en juist transformerend potentieel heeft - wordt dat groter wordende gevoel van ongemak juist gebruikt om de boel stil te leggen.Vandaar dat het belang van ‘laten landen’ en belichaamd leren zo belangrijk is om te begrijpen en deelnemers aan te herinneren. Omdat men cognitief dingen nog niet begrijpt wil niet zeggen dat leren niet heeft plaatsgevonden of niet aan het plaatsvinden is. Vooral mensen die academisch zijn opgeleid hechten veel waarde aan de intellectuele, verbale uitwisseling. Zij moeten vaak geholpen en gerustgesteld worden dat het oké is om stil te zijn en dat andere manieren van inzicht aan het werk zijn.Een voorbeeld van een dergelijke situatie is als volgt: De IPT werd ingezet bij een groep internationale studenten uit verschillende landen in Afrika die voor het eerst racisme gebaseerd op hun huidskleur hadden ervaren in Nederland. 4.2 ReflectieThe in-betweenspace
95 HandboekZij hadden om een speciale sessie gevraagd om hen te helpen met hun gevoelens. Wij waren geïnformeerd dat zij al een sessie hadden gehad met ondersteunende docenten waarin zij hun ervaringen van racisme hadden kunnen uiten. Er werd dus bewust besloten om niet weer veel te praten over wat was voorgevallen, maar om een andere manier te gebruiken en toch met het onderwerp aan de slag te gaan. Praten was een gemakkelijke manier voor deze studenten om zich te uiten. Praten zou ook niet noodzakelijk tot transformatie leiden, maar juist tot verdieping in de gevoelens [engage/participate/sharing/expressing].De groep volgde eerst de standaard activiteiten om hen geleidelijk bij de diepere gevoelens te brengen [safe/brave space, verlagen inhibities]. Er werd een oefening gedaan met de nadruk op luisteren, omdat het belangrijk was dat zij open zouden staan voor de ervaringen van elkaar en niet alleen hun eigen verhaal [luisteren]. Er lag ook een nadruk op activiteiten met lopen, zodat zij zich fysiek open konden stellen en klaamaken voor de transformatie [verlagen inhibities, belichaming]. Voor deze groep werd er speciaal een activiteit gecreëerd. Zij moesten eerst in een cirkel staan en mochten hun eigen ervaring met racisme in één woord uiten. Zij mochten het woord meerdere malen herhalen zodat de hele groep de verschillende woorden kon horen en voelen. Daarna mochten ze hun woord hardop zeggen en iemand aanwijzen om dat woord lichamelijk uit te beelden. De persoon die het woord moest uitbeelden was helemaal vrij om hun eigen interpretatie aan het woord te geven. Wat ontstond was een fysiek en emotioneel samenkomen en connecten van verhalen. Iedereen was geraakt op verschillende manieren en kon zich vinden in de expressie van anderen. Hierna was er een pauze waarna er gereflecteerd werd. In de reflectie was het al duidelijk dat er definitief iets was losgegooid [transformatie]. De sessie werd afgesloten met een ceremonie die ook specifiek gericht was op hun situatie [ceremonie]. Twee van de studenten benaderden leden van ons team een aantal weken later en vertelden dat zij zich sinds de sessie anders voelden en vooral de boosheid die zij dagelijks voelden hadden los kunnen laten en nu anders naar hun situatie konden kijken. Het creatief delen met elkaar had de grootste indruk gemaakt en werd als zeer waardevol beschouwd.In dit voorbeeld was er een specifieke aanpak bedacht voor een specifieke situatie. Er werd een combinatie gebruikt van fysieke, cognitieve en creatieve oefening en expressie met het doel iets los te gooien zodat een verandering plaats kon vinden. Direct na de sessie was er een zeer intensieve sfeer van emotionele verlichting, zoals verwacht. Het was een goede indicator dat inderdaad iets was losgegooid. Echter, het was belangrijk om te wachten en te zien hoe lang en hoe diep die transformatie had plaatsgevonden. Nadat de rust weer gevonden was en de studenten tijd hadden om te reflecteren was het duidelijk dat inderdaad een verschuiving had plaatsgevonden die blijvend was.
96Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Er is herhaaldelijk uitgelegd dat de IPT dingen losmaakt en het ongemak niet uit de weggaat. Dit roept de vraag op, is er behoefte aan nazorg? Nou, ja en nee. Goed voor jezelf zorgen is altijd van belang en wordt ook in de IPT opgenomen als vaardigheidsthema. Er is daarom niets mis om van te voren al wat dingen te plannen voor wanneer een sessie of de hele training is afgelopen. Hoe kom je bij van wat er emotioneel is losgegooid? Hoe verwerk je het en geef je het een plek? Luister je naar muziek, doe je aan fysieke activiteiten, zit je in stilte of moet je dingen uitschrijven? Wat is de beste zelfzorg voor wat resoneert bij jou? Dit is vanzelfsprekend.Echter ook hier zetten wij een kanttekening bij. De IPT streeft naar groei die moet komen uit de tussenruimte, uit de ruimte die is vrijgekomen en waarin men met zichzelf en alles waar men mee verbonden is aan het werk kan gaan. De neiging bij ongemak, en vooral voor mensen die academisch getraind zijn, is om extern hulp te zoeken, het liefst bij experts en of literaire bronnen. Bij de IPT gaan wij er juist vanuit dat de antwoorden ‘binnen in’ zitten, in de persoon zelf. De persoon moet dus de ruimte, tijd en durf nemen om met zichzelf aan de slag te gaan of om niets te doen en in stilte of ongemak zitten totdat er iets naar boven kan komen. Het échte werk van transformatie begint dus pas als men klaar is met de trainingen.Wij halen begrip en inspiratie uit het verschil tussen kwetsbaarheid en fragiliteit. Vanuit aardbeving en risico studies leren wij over het verschil tussen fragiliteit en kwetsbaarheid (Porter 2021). Fragiliteit heeft te maken met het breekpunt, het punt waarbij een gebouw of infrastructuur echt teniet gaat en schade ondervindt. Kwetsbaarheid kijkt naar het openstaan en het mogelijke risico dat men loopt en de kosten die daaraan verbonden zijn. Dus de kosten kunnen zijn in de infrastructuur, verlies van gebouwen, financiële schade, van 4.3 (Na)zorg
97 Handboekmensen of dierenlevens, psychologische schade, etc. De kosten kunnen van miniem tot heel zwaar zijn. Als we dit vertalen naar mensen, dan kunnen we fragiliteit zien als het breekpunt, dat punt waar echt schade berokkend wordt. Kwetsbaarheid kunnen we zien als een staat van risico en ontvangst van dingen die kunnen schaden, maar op zoveel verschillende manieren en in zoveel verschillende vormen. Je kwetsbaar opstellen houdt dus in dat je openstaat om geraakt te worden, wetend dat er een risico aan verbonden is. Je fragiel opstellen houdt in dat een bepaalde situatie of ervaring als ondraaglijk wordt gezien en dus moet worden gestaakt of vermeden. “Dit kan ik echt niet aan.” Vaak is men in een fragiele staat erg extern gericht, zij voelen zich geschaad door wat hen is aangedaan, overkomen, etc. Redding moet dan ook van buiten komen. “Zij moeten stoppen om dat te doen”, etc. Kwetsbaarheid zien wij als meer introspectief met de nadruk op hoe de persoon iets ervaart en van daaruit lering probeert te trekken.Nogmaals, er zullen mensen zijn met oude, diepgaande trauma’s voor wie bepaalde ervaringen als triggers werken en die sneller bij hun breekpunt zullen komen dan anderen. Wij zien echter veel mensen die zich in een staat van fragiliteit wanen, terwijl zij eigenlijk een staat van kwetsbaarheid zouden kunnen aannemen. Daarbij hebben wij ook een cultuur die bepaalde mensen snel een staat van fragiliteit toeschrijft en andere mensen niet eens een staat van kwetsbaarheid gunt. Beide groepen worden zo te kort gedaan. Als onderzoekers van de IPT geloven wij dat mensen vaak sterker zijn dan wat zij denken en dat zij niet zullen breken door hun ongemak. Wij geloven ook dat mensen het recht hebben op hun gevoelens, ook hun ongemakkelijke gevoelens. Voor allebei de groepen wensen wij dat zij zichzelf de ruimte geven en ‘naar binnen gaan’ in plaats van extern hulp te zoeken of het proces vermijden. Uiteindelijk moet men voor zichzelf dan beslissen wat de beste vorm van nazorg is.
98Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Dieuwke de Boer is programmamanager traineeprogramma’s en lid taskforce Diversiteit & Inclusie aan De Haagse Hogeschool en deed mee aan de IPT facilitators training in 2019 als onderdeel van het NRO onderzoek. Haar is gevraagd de epiloog van dit handboek te schrijven, waarin zij ervaringen en de doorwerking van haar proces deelt. Zij deelt alsvolgt…Als kind had ik al een groot rechtvaardigheidsgevoel en ik droom nog steeds van een vreedzame, eerlijke wereld. Verhalen van ‘stapelaars’ in het onderwijs die niet gezien zijn in hun talent raken mij. Dat sommige van onze studenten vanwege hun afkomst niet groot durven te dromen ook. Om meer te leren over hoe ik bij kan dragen aan een inclusieve en veilige hogeschool voor onze studenten en collega’s meldde ik me in 2019 aan voor de (toen nog) Inclusivity Toolkit Training van het lectoraat Inclusive Education. Lekker vooruitzicht om meer gereedschappen in mijn kist te stoppen.We zongen, deden oefeningen, deelden ervaringen, gedachten, gevoelens, levenslessen. Soms op een speelse manier met veel gelach, soms in een krachtige oefening met jezelf of in duo’s en soms in een ronduit confronterende activiteit. En we reflecteerden. In een oefening raakte een actie van mij een ander. Au, wat pijnlijk voor die ander. En wat voelde het naar dat mijn actie dit (onbedoelde) effect had. De training nodigde mij uit om met mijn ongemak te zijn, naar de ander te luisteren en wat die deelde binnen te laten komen. Dat leverde een mooi gesprek op tussen ons beiden en ook met de groep. Hoewel ik leerde met en van de andere deelnemers en de verbinding met hen voelde, worstelde ik ermee. Wat kan ik hiermee binnen mijn werk (ik was toen nog communicatieadviseur)? Hoe vertaal je dit naar de klas als docent? Hoe neem je je collega’s hierin mee? Wanneer zet je dit in? Wat vraagt het van mij om wat ik hier leer in de praktijk toe te passen? Hoe…? Het duurde even - misschien wel maanden – voordat een en ander op z’n plek viel en ik het gedachtegoed en de skills van de training vorm wist te geven in mijn werk. Inmiddels heb ik meerdere keren ervaren hoeveel openheid en verbinding kan ontstaan als je aandacht besteedt aan (en dus tijd neemt voor) het creëren van een veilige omgeving. Dat je ruimte maakt voor echt luisteren naar elkaar. Elke keer als dat lukt, voelt dat voor mij weer magisch en niet vanzelfsprekend. Er is namelijk geen toverformule voor een klas, team of wereld waarin iedereen zich gezien, gehoord, gelijkwaardig en veilig voelt. Dit creëren is een continu proces. De kracht van de Inclusivity Pathway Training - bij nader inzien juist geen toolkit - zit in het proces. Het proces van jezelf beter leren kennen met al je denkbeelden en kwetsbaarheden en de ander leren kennen met open blik, oor Tot slot
99 Handboeken gevoel. Durven aan te gaan wat er in die wisselwerking gebeurt en daarvan te leren. En vervolgens leren hoe je die openheid en ervaring mee kunt nemen naar je team of klas. Ook – of beter gezegd juist - als het niet alles soepel verloopt.Dit handboek biedt een mooi overzicht van de basis waarop de Inclusivity Pathway Training gebouwd is en geeft handvatten om hiermee aan de slag te gaan in de praktijk. Om zo samen dat proces naar een inclusieve klas, hogeschool en maatschappij te blijven voeden. Dieuwke de BoerProgrammamanager traineeprogramma’sLid taskforce Diversiteit & Inclusie | De Haagse Hogeschool
100Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway
101 HandboekBibliographie
102Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Hoofdstuk 1Dobbin, F. & Kalev, A. 2016. Why Diversity Programs Fail. Harvard Business Review, July-August, 52-60.Indigenous knowledgeMurray, A. 1996. The Hero and the Blues. New York: Vintage Blues.Tuhiwai Smith, L. 1999. Decolonizing Methodologies: Research and Indigenous Peoples. London: Zed Books.Cognitieve psychologieBeck, J. 2021. Cognitive Behavior Therapy: Basics and Beyond. New York: The Guilford Press.David, O.A., Matu, S.A., Pintea, S., Cotet, C.D., and D. Nagy. 2014. Cognitive-Behavioral Processes Based on Using the ABC Analysis by Trainees’ for Their Personal Development. Journal of Rational-Emotive Cognitive-Behavior Therapy, 32:198-215.Ellis, A. & Joffe Ellis D. 2019. (2nd ed.) Rational Emotive Behavior Therapy. American Psychological Association.Giacomucci, S. 2021. Social Work, Sociometry, and Psychodrama: Experiential Approaches for Group Therapists, Community Leaders, and Social Workers. Springer Nature: DOI 10.1007/978-981-33-6342-7Lam, D. & Gale, J. 2000 Cognitive Behaviour Therapy: Teaching a Client the ABC Model - The First Steps Towards the Process of Change. Journal of Advanced Nursing, 31(2), 444-451.Sapp, M. 2020. Psychodynamic, Affective, and Behavioral Theories to Psychotherapy. Springfield, IL: Charles C. Tomas.Treadwell, T.W., Kumar, V.K., and J.H. Wright. 2002. Enriching Psychodrama Through the Use of Cognitive Behavioral Therapy Techniques. Journal of Group Psychotherapy, Psychodrama, & Sociometry, 55: 55-65.Zachariah, M. & Moreno, R. (2006). Finding My Place: The Use of Sociometric Choice and Sociodrama for Building Community in the School Classroom. Journal of Group Psychotherapy, Psychodrama, & Sociometry, 58. 157-167. Belichaamd lerenButler, J. 1993. Bodies that matter: on the discursive limits of “sex”. London: Routledge.Butler, J. 2015. Notes Towards a Performative Theory of Assembly. Cambridge, MA: Harvard University. Haraway, D. J. 1991. Simians, cyborgs, and women: the reinvention of nature. New York: Routledge.Kirmayer, L.J. 1992. The Body’s Insistence on Meaning: Metaphor as Presentation and Representation in Illness Experience. Medical Anthropology Quarterly New Series, 6 (4): 323-346.Lakoff, G. & Johnson, M. 1999. Philosophy in
103 Handboekthe Flesh: The Embodied Mind and its Challenge to Western Thought. New York, NY: Basic Books.Malgrave, H. F. 2014. Cognition in the Flesh ... The Human in Design. Thresholds, 42: 76-87.Munro, M. 2018. Principles for Embodied Learning Approaches. South African Theatre Journal, 31 (1): 5-14.Ritenburg, H. Leon, A., Linds, W., Nadeau, D., Goulet, L., Kovach, M. & Marshall, M. 2014. Embodying Decolonization: Methodologies and Indigenization. AlterNative: An International Journal of Indigenous Peoples, 10: 67-80. Stolz, S. 2015 Embodied Learning. Educational Philosophy and Theory 47 (5): 474 - 4 87.Wilcox, H.N. 2009 Embodied Ways of Knowing, Pedagogies, and Social Justice: Inclusive Science and Beyond. NWSA Journal, 21 (2):104-120.Transformatief lerenFisher-Yoda, B., Geller, K.D., & Schapiro, S.A. 2009. Innovations in Transformative Learning: Space, Culture, & the Arts. Counterpoints, 2009, Vol. 341.Leahy, Martin J., and M. Sue Gilly. “Chapter 2: Learning in the Space Between Us.” Counterpoints, vol. 341: 23-42.Mezirow, J., & Associates. 2000. Learning as transformation: Critical perspectives on a theory in progress. San Francisco: Jossey-Bass.Nagata, A. L. 2009. “Chapter 11: Bodymindfulness for Skillful Use of Self.” Counterpoints, 341: 223-47.Nelson, A.2009. “Chapter 10: Storytelling and Transformational Learning.” Counterpoints, 341: 207-221.Restorative practiceBadenoch, B. 2017. The Heart of Trauma: Healing the Embodied Brain in the Context of Relationships. New York: WW Norton & Co.Van der Kort, B. 2015. The Body Keeps the Score: Brain, Mind, and Body in the Healing of Trauma. New York: Penguin Books.Hoofdstuk 2Bibi Sheik, Z. 2021. Liminagraphy: Lessons in Life-Affirming Research Practices for Collective Liberation. Rotterdam: ISS Erasmus University.Hoofdstuk3Gommans, T. 2017. Systemisch Werken in de Praktijk. Audit Magazine, 1: 58-59.Hoofdstuk 4Andriessen, D. 2019. Doorwerking van onderzoek in complexe vraagstukken. In Bewegen in Complexiteit; Voorbeelden voor
104Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway onderwijs, onderzoek en praktijk. Montesano Montesori, N., Schipper, M., Andriessen, D. & Greven, K. (eds.) Utrecht: Utrecht University of Applied Sciences, pp. 10 5 -112 .Montesano Montesori, N., Schipper, M., Andriessen, D. & Greven, K. 2019. (eds). Bewegen in Complexiteit; Voorbeelden voor onderwijs, onderzoek en praktijk. Utrecht: Utrecht University of Applied Sciences.Van Kesteren, B. J., 1993. Applications of de Groot’s ‘Learner Report’: a Tool to Identify Educational Objectives and Learning Experiences. Studies in Educational Evaluation, 19, 65-86.Porter, K., 2021. A Beginner’s Guide to Fragility, Vulnerability, and Risk. University of Colorado Boulder, 139 pp, https://www.sparisk.com/pubs/Porter-beginnersguide.pdfStawiski, S., McGuire, J., and Patterson, T. 2018. How to Know if Your Culture Change Strategy Is Working. Center for Creative Leadership. http://cclinnovation.org/wp-content/uploads/2018/10/
105 HandboekAppendixVervolg hoofdstuk 3.4: Toepassing van oefeningen: persoonlijke voorbeeldenDe volgende voorbeelden zijn favoriete activiteiten van de IPT NRO onderzoekers. Oefening van keuze - SomyaOverwonnen uitdagingenVorm: de oefening kan zowel online als fysiek gegeven worden. Deelnemers delen in kleine groepjes van 3-5 hun verhaal. Oefening instructie: Beschrijf een grote uitdaging die je in je leven hebt overwonnen die een grote impact heeft gehad op je leven. Wie of wat heeft je hierbij geholpen? Nu dat je terugkijkt, wat zijn drie dingen in deze ervaring waar je dankbaar voor bent. Een aanpassing kan zijn dat de luisteraars aangeven wat lessen van dankbaarheid kunnen zijn in plaats van de verteller zelf.Het doel: Mensen in laten zien dat wat ze ook doen, ze het nooit alleen doen. Er is altijd hulp, al is het spirituele hulp, de juiste omstandigheden, of specifieke hulp. Het is ook het doel om via dit verhaal een connectie te maken met de anderen en elkaar te helpen onze moeilijke ervaringen te waarderen. Hoe moeilijk ze ook waren, ze hebben toch iets bijgedragen.Instructie begeleiders: De facilitator deelt het eigen verhaal eerst en legt de nadruk op de omstandigheden, de impact op de persoon (lichamelijk en geestelijk) de geleerde lessen, de ontwikkelde competenties en hoe de overwinning in het heden nog een rol speelt. Deze oefening is gebaseerd op het ophalen van kennis en herinneringen onder deelnemers over hoe ze in het leven staan in relatie tot hun omgeving. Bij deze oefening wordt ervan uitgegaan dat mensen gemiddeld op een automatische piloot werken, en niet meer precies weten waarom ze kiezen voor bepaalde handelingen en gedachten. Het idee achter deze oefening is om in een sessie de zelfkennis van een deelnemer omhoog te halen door te focussen op een uitdaging die overwonnen is in het leven. Er is ook de nadruk op het idee van hulp om zo het idee van verbondenheid en interconnectie als vanzelfsprekend te introduceren en normaliseren. Vaak komen ook de meeste IPT bouwstenen naar voren in een verhaal zoals de veilige omgeving, bondgenootschap, eren en vieren, en connectie maken met iemands verhaal.3.4d Oefening van keuze - BirolHet gerechten verhaalBenodigdheden: Een cirkel met (afhankelijk van de beschikbare tijd) 5-8 stoelen in een cirkelvorm.
106Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Instructie begeleiders: De facilitator deelt zijn/haar verhaal eerst. Nodigt anderen uit om hun eigen verhaal te delen. Nodigt aansluitend de anderen uit om op het verhaal te reageren of vragen te stellen. Het is van belang dat de facilitator nadruk legt op wederzijdse herkenning. Toelichting: Eten is een aspect uit ons leven wat iedereen doet en een centrale plek in ons leven inneemt. Eten is iets wat je altijd hebt gedaan. Ook met mensen uit je verleden, je familie, vrienden, collega’s en buren. Je hebt gegeten in goede en slechte tijden. Het delen van een gerecht uit je verleden is een uitnodiging om je historie te delen met de anderen en een makkelijke manier om een inzage te geven in de rugtas die jij bij je draagt en door de jaren heen hebt gevuld. Het zal opmerkelijk zijn hoe makkelijk het is om aan de hand van een simpel verhaal over eten je te weten kunt komen over de andere, diens achtergrond, waarden, normen en historie. Dit is een zeer laagdrempelige oefening die goed te gebruiken is aan het begin van de sessie.3.4th Oefening van keuze - WinnieOnline safe space en belichaming verkennenDeze oefening is gebaseerd op de Circle Walks oefening (hoofdstuk 3.3a) waar deelnemers als laatste stap van de opdracht de voor hen meest veilige en minst veilige plek in de ruimte moeten kiezen. Tijdens Covid is voor de online bijeenkomst een variatie op deze oefening tot stand gekomen.Deelnemers kiezen een nummer tussen 1 en 4 zonder te weten waarvoor dit is. Vervolgens krijgen zij vier foto’s te zien van verschillende ruimtes; van een lege open ruimte, tot een klaslokaal, een ronde tafel, bankjes buiten, etc. Omgevingsfoto’s die van elkaar variëren en een ander gevoel op kunnen roepen. Deelnemers wordt gevraagd de ogen dicht te doen en zichzelf te plaatsen in de foto die correspondeert met het nummer dat zij voor zichzelf hebben gekozen. Op welke plek voelen zij zich het meest comfortabel en waar het minst? Als zij iets zouden moeten presenteren in deze ruimte aan een groep, welke positie zouden zij dan innemen? Steeds vraagt de facilitator na het stellen van de vragen deelnemers bewust te zijn van hun lichaam; wat gebeurt er? Als er spanning ontstaat, waar voelen zij dit in hun lichaam, etc. Als iedereen de ogen weer heeft geopend worden plenair reacties opgehaald bij wie daar iets over willen delen. Deze oefening maakt ruimte voor een aantal thema’s. Om te beginnen draagt het ‘hebben over veiligheid’ bij aan het creëren van een safe space. Je hoort van anderen waarom iets voor hen prettig is of juist niet, waardoor je daar al dan niet bewust rekening mee kunt houden. Daarnaast wordt in deze oefening gevraagd het lichaamsgewaarzijn in te zetten. Bewust zijn van het lichaam is iets dat we, zeker in werksituaties, te vaak vergeten, terwijl in dat lichaam zoveel kennis ligt opgeslagen en het ons zoveel kan vertellen. Stel dat je bijvoorbeeld spanning voelt als je in gedachten die plek in moet nemen waar je
107 Handboekiets gaat presenteren aan de groep. Waar en hoe voel je dat? Kun je bij dat gevoel blijven? Door op dat gevoel te focussen en het te erkennen, kun je er ook iets mee doen, zodat de energie, in dit geval de spanning, kan worden getransformeerd. Wat jou helpt om die energie te transformeren, kun je met deze oefening onderzoeken en uitproberen. In een andere situatie deze lichaamsspanning herkennen, kan dan informatie zijn voor wat je te doen hebt; bijvoorbeeld, luisteren naar dat lichaam, extra ademen, even bewegen om de energie te transformeren of datgene wat voor jou werkt. Luisteren naar je lichaam, ademhaling bewust inzetten en bewegen zijn tegelijkertijd zaken die helpen om beter voor het zelf te zorgen; door de signalen van ons lichaam sneller op te pikken en te leren daarnaar te luisteren.De ervaringen van deelnemers met deze oefening zijn heel verschillend. Sommigen kunnen direct dat gevoel oproepen en herkennen het als iets dat hen ook overkomt in hun dagelijkse praktijk. Bijvoorbeeld, een docente die altijd als zij een nieuwe groep les gaat geven, spanning ervaart of een andere die in gedachten in het midden van een kring gaat staan, omdat het zo gewoon en prettig voelt. Een deelnemer die van een open ruimte met veel ramen in gedachten een yogastudio heeft gemaakt en een bepaalde positie kiest, omdat daar het licht het mooiste valt, of een ander die graag bij de deur staat, omdat hij dan snel weg kan. Anderen vinden het lastig om mee te gaan in dit gedachte experiment en krijgen geen associaties of ervaren geen fysieke sensaties. Ook dit is relevante informatie, waar je als facilitator op door kan vragen. Is het iemand die in de weerstand zit, iemand die het lastig vindt om bepaalde remmingen los te laten, is het iemand die überhaupt weinig lichaamsbewustzijn heeft, etc. Iemand die er niet op in wil gaan, heeft namelijk altijd de ruimte om te passen. Een simpele oefening als deze werkt dus, onbewust, op verschillende lagen en raakt verschillende thema’s. Deze worden niet per se geëxpliciteerd aan de deelnemers. Voor een online sessie is het prettig om in een andere vorm toch aan de IPT thema’s te kunnen werken. 3.4f Oefening van keuze - Aminata Waar word je blij van (ogen dicht)Wanneer ik de IPT doe neem ik mensen geleidelijk dieper mee in de wereld van ‘ongezelligheid’ en disruptie. Dit is noodzakelijk om de boel echt los te gooien zodat groei plaats kan vinden. Ik gebruik vaak de snapshot oefening, een oefening waar mensen in een korte tijd een positieve herinnering met elkaar delen via snapshots. Zij kunnen het doen met een partner of in een kleine groep. Het is een laagdrempelige manier om mensen met elkaar in contact te brengen en te beginnen zich open te stellen.Na de ervaring die meestal niet lang duurt (in een kleine groep maximaal 6 minuten, als duo meestal 3 minuten) leg ik uit waarom ik de oefening doe. Ik leg uit dat dit gaat over
108Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway verbinding maken en aanwezig zijn. Wij hebben allemaal leuke herinneringen en dat kan verbindend zijn. Ik leg ook uit dat dit een andere manier van connectie maken is dan te vragen over iemand’s cv. Ik leg ook uit dat het inkorten van taal bevrijdend voor sommigen en als moeilijk door anderen wordt ervaren. Er zijn geen goede of foute ervaringen, dit is een eerste stap in delen en connectie maken. Ik geef mensen de tijd om te delen hoe de ervaring was, en let op dat het een reflectie wordt en niet een herhaling of opsomming van wat er gedeeld is. Dit gebeurt soms met mensen met een meer autoritaire onderwijs achtergrond.Het doel is een eerste, laagdrempelige stap te maken in het luisteren, voelen en een connectie te maken met iemand. Als er een grote groep is kan ik vragen 1 persoon per groep kort iets te delen, of ik vraag een selectie van mensen om iets te delen.Afhankelijk van de groep en het doel op die dag kan ik besluiten om de snapshot met positieve herinneringen op te volgen met het delen van snapshot verhalen met negatieve herinneringen. Gevoelens van verdriet en pijn kunnen naar boven komen, zo ook worstelingen met vertrouwen aangezien zij keuzes moeten maken over wat zij willen delen.Wanneer ik deze oefening (live) doe dan loop ik altijd rond en let zo op hoe mensen ‘erin zitten’. Tranen mogen vloeien. Soms moet ik mensen instructies geven om niet te veel te praten en om echt aanwezig te zijn en te luisteren. Dat hoort allemaal bij de leerervaring. Deze pijnlijke ervaring is ook wat ons verbindt herinner ik hun. Ik gebruik niet altijd de negatieve snapshot oefening. Ik gebruik het meestal met professionals die met mensen werken zoals docenten of diversiteits professionals. Echter, ik heb het ook met studenten gebruikt die te spraakzaam en analytisch waren in het eerste deel van de oefening en geen echte connectie maakten. Ik maak dus altijd een hele bewuste keuze of ik deze activiteit zal doen. Hebben zij deze oefening nodig’ is mijn richtlijn. Wanneer ik mensen meeneem naar de ‘dark side’, de zwaardere, diepere kant door hen te vragen een pijnlijke ervaring te delen via snapshot, doe ik dat dus altijd bewust. Ik zorg ervoor dat er genoeg tijd is voor deze oefening, voor zowel het delen als het reflecteren. Ik doe het meestal vlak voor een pauze, of heb een bewegings- of zang activiteit klaar om de emotie en energie naderhand weer op te krikken. Het is okay om de diepte in te gaan, maar mensen moeten daar niet blijven. Tijdens een IPT training met een bepaalde groep zou ik beide snapshots activiteiten doen, dus zowel positief als negatief. Ik zou dat opvolgen met een oefening over niet-veroordelen, en daarna een oefening over uitsluiting en het lichamelijke impact daarvan. Ik wist dat ik hun op deze manier stapsgewijs dieper in de zware gevoelens mee zou nemen, maar er was niet echt tijd voor pauze of een fysieke activiteit om deze reeks te onderbreken. Ik wist ook dat het nodig was om toch de energie een beetje te
109 Handboekverlichten. Het zou anders te zwaar worden met deze emotionele oefeningen.Ik dacht er over na en kwam toen bij de volgende stap: Nadat we gereflecteerd hadden op de pijnlijke snapshot oefening vroeg ik iedereen relaxed achterover te zitten en hun ogen dicht te doen. ‘Adem diep in en uit en relax. Ik wil dat jullie in contact komen met dat gevoel van het houden van je werk. Er is iets in dat werk waar je van houdt, wat je blij maakt, waar je een glimlach van op je gezicht krijgt. Het kan van alles zijn: van het werk zelf tot de mensen waar je mee werkt, ik weet het niet. Vind dat gevoel en zit er even mee. Wanneer je het echt voelt maak je ogen open en deel waar je van houdt met de mensen in je groep. Je hoeft het niet via snapshot te doen.’Het had een ongelofelijk effect. Het was zo goed dat ik meteen besloot deze oefening vaker te gebruiken. Nadat ze gedeeld hadden met elkaar voegde ik toe dat deze gevoelens een resource zijn waar ze altijd toegang toe hebben. Dit is de tussenruimte waar ze altijd toegang toe hebben. Er zullen dagen zijn dat het moeilijk is en dat ze met hun werk willen stoppen. Of ze zullen iets anders negatiefs ervaren. Zij zouden zich dan eraan moeten herinneren dat er iets in dit werk is waar ze van houden. Dat geeft energie om er weer tegenaan te gaan. Afhankelijk van de groep kan men de vraag meer specifiek maken. Wat is er in je opleiding/afdeling/diversiteit en inclusie werk, instituut, etc. waar je van houdt? Dit is een hele korte maar effectieve oefening die mensen even stil laat staan en te reflecteren. Het werkt ook specifiek aan de rol van kennis geworteld in belichaming en voelen. Zoek het gevoel op, voel het in je lichaam en laat de kennis die daaraan verbonden is naar boven komen. In een paar minuten kan daarmee de hele energie in de ruimte getransformeerd worden. Ik heb het sindsdien ook in online sessies gebruikt en vindt het daar ook effectief. Ik gebruik dit niet om weg te rennen van de negatieve gevoelens. De negatieve gevoelens mogen en moeten er zijn, maar het doel is niet om mensen helemaal de diepte in te sturen met pijnlijke gevoelens. Nogmaals, dit is geen therapie sessie. Ik geef hun toestemming om die richting op te gaan en te voelen zodat ze iets kunnen leren.In het uitvoeren en leiden van dit werk is het belangrijk om constant bewust te zijn hoe mensen erin zitten en waar de energie in de ruimte is. Als de energie en bijgaande gevoel nogal laag zijn, spring dan niet meteen in omdat te onderbreken en ‘beter’ te maken. Wees ervan bewust en let op waar mensen zijn. Na een tijdje zal je je eigen sensitiviteit en radar ontwikkelen en weet je wanneer het tijd is om de energie op te krikken. Houd je tools daarvoor beschikbaar. Dit kan daar een van zijn.
110Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway Vervolg hoofdstuk 4.1: Impact ervaring en analyse: persoonlijke voorbeeldenDe volgende voorbeelden zijn persoonlijke favoriete voorbeelden van training ervaringen die zijn geanalyseerd met het aangepast Learner Report als benoemd in 4 .1g .4.1h Impact ervaring en analyse - SomyaErvaringEen groep career service coaches in het hoger onderwijs volgt een IPT training en heeft als vraagstuk ‘hoe kunnen we studenten waarvan de leefwereld voor ons onvoldoende bekend is, beter begeleiden?’. Het is vaker voorgekomen dat de coaches zich geen houding weten aan te nemen als er een student binnenkomt voor hulp, die er totaal anders uitziet dan de coaches zijn gewend. Er wordt een casus ingebracht van een islamitisch meisje met een hijaab en zwarte abaya dat een afspraak heeft met de career coach voor sollicitatieadvies. Bij binnenkomst begint het eerste ongemak van de career coach al, omdat ze zich niet herkent in de studente. De studente heeft pas een financiële studie afgerond en wil graag hulp bij het vinden van een starterspositie die ze leuk vindt. Ze vertelt daarbij dat ze niet bij een bank wil werken omdat dat conflicteert met haar geloofsovertuiging (het verbod op rente). Het horen van de sollicitatie wensen en beperkingen van deze studente zorgden ervoor dat de coach blokkeerde. De coach had geen flauw benul meer hoe ze deze student verder kon helpen. De coach verstomde en zocht naar woorden. De coach gaf aan er over te moeten nadenken en vroeg de student later terug te komen. De student is niet teruggekomen. De meerderheid van de deelnemers gaf aan dat ze weleens een dergelijke situatie hebben ervaren. Er is bij aanvang van de training ervoor gekozen om te beginnen met oefeningen die het inlevingsvermogen van de deelnemers voor de casus vergroot. Deze oefeningen zijn afgeleid van de thema´s: het verbinden van verhalen, positionality en luistervaardigheden. Oefeningen- Ergernissen: Waar erger je aan en hoe voelt dat aan?- Oeps moment: wanneer heb je jezelf betrapt op een vooroordeel? Wat deed dat met je?- Deel een gerecht dat je doet denken aan je jeugd of thuisDeze oefeningen maakte veel los onder deelnemers. Er werd verschillende keren teruggegeven dat deze oefening ervoor hebben gezorgd dat het hun blik en perceptie van de ander verruimd heeft. Deze oefeningen hadden ook het doel om het ongemak op te zoeken en te voelen, maar ook om te laten zien dat het ervaren van gevoelen geen ramp is (eetgerecht oefening). Ondanks dat de deelnemers geen directe collega’s van elkaar zijn omdat ze van verschillende instellingen komen, hebben ze wel ervaren dat ze door het delen van verhalen heel dicht bij elkaar zijn gekomen. Aan het einde van de oefeningen
111 Handboekhadden de coaches het gevoel alsof ze elkaar kenden, en waren in staat om de andere deelnemers niet meer alleen als collega’s te zien, maar voor de persoon die ze zijn met het rugzakje dat ze dragen. Na een korte reflectie hebben deelnemers de opdracht gekregen om zich te verplaatsen in, en na te denken over de volgende situatie. `Er komt een student je kantoor binnen die klimaat activistische ideale heeft, en vraagt je om hulp bij het vinden van een leuke starterspositie. Hij geeft daarbij heel duidelijk aan wat zijn sterke idealen zijn en over welke bedrijven hij heel kritisch is omdat ze veel bijdragen aan milieuvervuiling’.Vervolgens worden de coaches gevraagd: ‘wat is er volgens jou nodig is om deze student van zo goed mogelijke sollicitatie advies te voorzien, ondanks dat je je niet herkent of identificeert met de student en diens belemmeringen?’. Nadat de deelnemers zich de situatie hebben kunnen inbeelden, werd hen gevraagd om te beschrijven hoe de ideale ideale situatie eruit zou moeten hebben gezien zien als de volgende bouwstenen van de IPT als leidraad gebruikt worden. Safespace (non) verbaal – welkom laten voelenGeëngageerd meedoen, uiten - bewust worden van de rol van het lichaam in ongemakLuistervaardigheden – horen vs luisteren;Verbinden met iemands verhaal – verhalen delenLowering inhibitions – open houdingPositionality - herkenning en erkenning perspectief van jezelf en de anderEen ‘ally’ zijn - staan voor of met iemand die anders is dan jijNadat deelnemers in groepjes de casusopdracht hebben uitgevoerd, is klassikaal de opdracht herhaald maar dan met als personage een ‘studente met hijaab met een financiële studieachtergrond die niet bij een bank wil werken omdat dat conflicteert met de regels van haar religie’. Voor aanvang van deze training waren deelnemers niet in staat om over het ongemakkelijke gevoel heen te stappen dat ze kregen als ze zich in deze situatie bevonden of als ze zich alleen inbeelden dat ze zich in deze situatie bevinden. In deze fase van de training waren deelnemers in staat om wel over deze gevoelens heen te stappen, omdat ze zich realiseerden dat het voor hen weinig verschil is tussen de klimaatactivist en de studente met hijaab. De gevoelen van ongemak zijn in de eerste instantie misschien wel aanwezig, maar deze zijn het gevolg van betreurenswaardige conditionering. Door even diep te ademen kan daar doorheen worden gekomen, kunnen de negatieve gevoelens aan de kant worden gezet en kan de focus gericht worden op waar het echt om gaat, om een persoon die hulp nodig heeft, niet om een vrouw in een hijab. Nadat de coaches over het ongemak zijn heengestapt kunnen ze een gesprek aangaan met de student en
112Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway samen naar oplossingen zoeken. Zij hoeven de situatie niet te fixen gebaseerd op hun beperkte kennis. Dat hoeven ze niet en kunnen ze niet. Maar door de student te bevragen en mee te nemen in het gesprek kunnen ze verder komen en dichter bij een oplossing die werkt. Hoe zij over de student hun achtergrond denken doet dan niet ter zake.Een coach hoort altijd mee te denken met de student vanuit diens leefwereld, kansen, en belemmeringen. De coaches reflecteerden terecht dat het vooral draait om hoe je objectief, neutraal en open blijft handelen als je ongemak ervaart. En vooral belangrijk, welke technieken en methodieken je daarvoor inzet, even diep ademhalen, een moment van rust opzoeken en een ‘knop omdraaien’. Omdat er bepaalde gevoelens naar boven komen hoef je er niet aan toe te geven. Je kan ze laten voor wat ze zijn, zodat ze je niet storen. Je moet ook het vertrouwen aan de student kunnen geven dat we er samen wel uit zullen komen. Het doorlopen van de bouwstenen van de IPT hielp deelnemers heel erg om zelfvertrouwen te creëren over hoe ze moeten handelen als een dergelijke gevoel van ongemak zich voordoet. AnalyseIndividuele impact• Zelfreflectie van de coaches om hun eigen gevoel van ongemak los te koppelen, en gewoon de reguliere stappen te volgen die je in alle gevallen hoort te nemen als je een student helpt met sollicitatieadvies. • Er is bewustzijn gecreëerd bij deelnemers over de verschillende gelaagdheden en het rugzakje dat mensen maakt tot wie ze zijn en vooral de impact die de persoonlijke ervaringen hebben op de blik over andere mensen. • Meerdere coaches gaven aan dat ze de casus van de studente met Hijab niet meer zo verschillend vinden van de casus met de klimaatactivist. Het maakte ook duidelijk hoe cultuur en met name de eigen cultuur een rol speelt in hoe je mensen beoordeelt.• Negatieve fysieke gevoelens hoeven geen leidraad te zijn voor hoe je met mensen omgaat. Je kan ze ook bewust fysiek uitschakelen.• Twee coaches gaven aan dat ze nu inzien dat er helemaal geen verschil is in het type student dat het kantoor binnenloopt. ‘Het oncomfortabele, en onbekende zit allemaal in jezelf. Wanneer je daar overheen bent gestapt kun je alle studenten helpen met het bedenken van oplossingen.’ Gemeenschap impact• Door uit te wisselen met elkaar als groep werden de lessen duidelijkerWat zijn de verrassingen, de onverwachte lessen?Deelnemers hadden niet verwacht dat de oplossing voor het helpen van de studente met hijaab zo voor de hand lag. Men vond het heel logisch toen ze de stappen volgden van de bouwstenen van de IPT.
113 HandboekToen deelnemers gingen brainstormen over hoe ze met deze nieuwe inzichten de studente met hijaab zouden helpen, werden er hele creatieve en passende ideeën geopperd. Deelnemers moesten alsnog aangemoedigd worden om de student mee te nemen als een waardige gesprekspartner en niet als iemand voor wie iets moest worden opgelost.Wat er gebeurde in de losgeschudde ruimte?• De deelnemers konden de link maken in hoe hun gevoelens van ongemak als onnodige storingsfactor fungeerde• De deelnemers werden meer bewust van de rol van cultuur in vooroordelenTransformatie ten gevolge van de interactie• De deelnemers gaven aan meer zelfvertrouwen te hebben in hun kennis en mogelijkheid tot handelen.4.1i Impact ervaring en analyse - BirolErvaringBirol merkt tijdens een gesprek met een collega op dat zij een seksistische opmerking maakt richting een student zonder dat zij dat door heeft en niet opzettelijk als zodanig had bedoeld. Na haar daarop gewezen te hebben dat dit onder micro-agressie valt ontstaat er een grote mate van weerstand, verontwaardiging en komen verweren in termen van: ‘Is toch duidelijk dat het niet zo bedoeld is’ of ‘het is bedoeld om een ander didactisch belangrijk boodschap over te brengen’ en ‘studenten kennen mij en weten dat ik het echt niet zo bedoel’ en zelfs: ‘ik kan echt onmogelijk met alle gevoeligheden die er leven bij alle studenten in de klas rekening houden: daar heb ik geen tijd, energie en ruimte voor ’. Na de initieel zeer defensieve reactie van deze collega benaderde zij na 2,5 week Birol weer dat zij er lang mee in haar maag had gezeten en er vaak en veel over had nagedacht en Birol bij nader inzien wel een punt had gehad. Zij had daardoor besloten toch anders te gaan handelen in vergelijkbare situaties. Sindsdien ontwikkelde deze collega haarzelf zelfs tot een ambassadeur in het uitspreken tegen micro-agressies.AnalyseIndividuele impact • Birol’s collega was diep geraakt en schoot direct in de weerstand
114Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway • Birol die zelf besloot iets bespreekbaar te maken ipv stil te zijn,• Birol die niet reageerde op de emotionele weerstand die meteen geuit werd,• Birol die de weerstand niet persoonlijk nam, en• Birol die de persoon de ruimte gaf om haar werk te doen.Gemeenschap impact• Birol’s collega heeft haar gedrag permanent veranderd en gaat nu anders met haar leerlingen omWat zijn de verrassingen, de onverwachte lessen?• Ook al zag het er in de eerste instantie naar uit dat de collega meteen een muur van weerstand opwierp, schijnbaar was er toch iets binnengekomen en was er tijd nodig voordat de uitwerking zichtbaar werd.Wat er gebeurde in de losgeschudde ruimte• Heftige reactie bij de collega omdat er iets was losgeschud,• Collega heeft de ruimte gekregen om die ervaring te laten bezinken en om nieuw bewustzijn, te doen ontwikkelen zonder veroordeeld te worden,• Collega heeft tijd gehad om de uitwisseling te laten bezinken, en• Collega is door Birol niet veroordelend behandeld.Transformatie ten gevolge van de interactie• Collega is tot een eigen conclusie gekomen en heeft Birol weer aangesproken• Collega is bewust anders gaan handelen• Collega heeft zich gecommitteerd om dit bewustzijn door te zetten en uit te dragen.
115 Handboek4.1j Impact ervaring en analyse - WinnieMet een collega die de IPT facilitators training heeft gevolgd, bereid ik een sessie voor circa 40 studenten voor. Vanuit een paar van haar studenten is een behoefte naar boven gekomen hun ervaringen van uitsluiting te delen met klasgenoten. De IPT wordt hiervoor ingezet. De collega heeft in een eerder stadium met een andere collega de sessie voorbereid, maar deze kan door omstandigheden toch niet aanhaken. Het programma dat zij hebben gemaakt, passen wij enigszins aan. Er zitten vrij expliciete oefeningen in die weinig ruimte bieden voor echt luisteren, verbinden met andere verhalen, etc., maar eerder normerend zijn in wat iedereen zou moeten doen om deze studenten te ondersteunen. We kiezen ervoor de guidelines met studenten te delen, de Circle walks oefening te doen met de meest en minst veilige plek in de ruimte, dominant en andere in de ruimte, snapshots inclusief situatie van uitsluiting en een check-out die de energie weer omhoog haalt. Twee van deze activiteiten zijn gebruikt om de impactanalyse uit te voeren. Voor de sessie hebben wij beiden een reflectieverslag geschreven, waarin onze ervaring staat beschreven. Voor de impactanalyse maak ik gebruik van beide verslagen die inzicht geven in de impact op de deelnemers en in dit geval ook op de (lerende) facilitators.1. Aan de start worden de guidelines uitgelegd, waar zichtbaar wordt wat het delen van deze richtlijnen ook kan doen met de sfeer in een groep als dit op een bepaalde manier wordt gedaan. Ademen is een belangrijk aspect, omdat dit helpt energie te transformeren; bijvoorbeeld spanning. Als de facilitator deze guidelines deelt volgt er een toevoeging: ‘want nu lijkt dat heel gewoon, maar straks kan het zwaar worden en dan is het belangrijk dat je blijft ademen.’ Studenten wisselen blikken met elkaar uit. Sommigen worden lacherig, anderen gaan in hun lichaamstaal steeds meer op slot; armen over elkaar, benen gekruist. Met een grap van de co-facilitator of de studenten al een beetje bang zijn, valt er wat van de spanning weg. 2. Voor de veiligheidsplek in de ruimte krijgen studenten de opdracht om door de ruimte te lopen. Ze praten met elkaar en komen niet tot verstilling en lichaamsgewaarzijn. De co-facilitator zegt de deelnemers dat zij even bewust mogen worden van hun ademhaling en dat in stilte mogen doen. Er ontstaat een cadans in de beweging en ze lopen allemaal in een rondje achter elkaar aan. Ze gebruiken alleen de ruimte tussen de opgestelde stoelen. Als ze de opdracht krijgen naar die plek te gaan waar ze zich het meest op hun gemak voelen, blijft bijna iedereen vrij direct staan. De facilitator wijst direct een student aan en vraagt naar de plek waar deze staat. Er komt een ‘gewoon’ uit. ‘Mag ik jou vragen waarom je die
116Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway plek hebt gekozen?’ zegt de facilitator buiten de ontstane kring staand, wijzend naar een andere student. De co-facilitator is intussen in beweging gekomen; loopt door de studenten heen en zet de eigen lichamelijkheid in om iets op gang te brengen. Aangekomen tussen een groepje studenten vraagt de co-facilitator hoe het is om op die plek te staan. Een studente antwoordt dat ze gewoon is stil blijven staan op het moment dat ze de opdracht kreeg. Op de vraag wie dat nog meer hebben gedaan steekt driekwart van de studenten hun hand op. ‘Nu je toch op die plek staat, kijk eens even om je heen; wie staan daar? Waar sta je in de ruimte?’ Een van de jongens die in de weerstand leken, zegt: ‘Ik ben hier gaan staan, omdat mijn vrienden hier zijn.’ ‘Kijk, dat is interessant, als jouw vrienden nu zouden bewegen, zou je dan meebewegen?’ ‘Ja,’ antwoordt hij. ‘Dus het is belangrijk voor jou dat je met vrienden bent om je op je gemak te voelen?’ ‘Ja’ Er komen wat andere reacties van studenten over dat ze het bijvoorbeeld fijn vinden om overzicht te hebben en iedereen te kunnen zien.Vervolgens krijgen de deelnemers de opdracht om weer door de ruimte te lopen en die plek op te zoeken waar ze zich minder prettig voelen. De studenten zijn langer bezig een plek te zoeken. Ze krijgen nu eerst de ruimte om even te ervaren hoe het daar op die plek is door het even stil te laten. Op de vraag of er iemand is die iets wil delen over de plek waar ze staan komen reacties van studenten; ‘hier achteraan past niet bij mij, want normaal zit ik vooraan in het lokaal, zodat ik niet word afgeleid’. ‘Ik ben nogal lang, dus hier staan betekent dat ik de mensen achter mij blokkeer.’ ‘Hier vooraan voelt onprettig, omdat alles in mijn rug gebeurt’ etc.AnalyseIndividuele impact Facilitator• De spanning van de facilitator heeft effect op de zwaarte die het programma lijkt te gaan hebben (tijdens het delen van de guidelines). Een grap van een co-facilitator helpt om het ijs te breken en creëert luchtigheid en letterlijk ademruimte voor de deelnemers én facilitator. • Embodiment van een facilitator lijkt in deze systemische oefening een rol te kunnen spelen om de beweging en dynamiek te ondersteunen. Enerzijds door zelf te ervaren wat de plek waar je staat met jezelf doet en om die ervaring in te kunnen zetten om het gesprek op gang te brengen. De belichaamde actie van de co-facilitator was effectief bij het verstoren en veranderen van het gedrag van de studenten. Die uitkomst was een bevestiging voor de co-facilitator van haar kunnen en droeg bij aan haar zelfvertrouwen.
117 HandboekGemeenschap impactDeelnemers• Deelnemers krijgen (ogenschijnlijk) niet veel mee van de impact van de guidelines. De luchtigheid die ontstaat helpt wel om de zwaarte weg te halen, waardoor zij (weer vrij) kunnen meedoen.• Deze oefening kan de verhoudingen in kaart brengen; hoe verhouden deelnemers zich tot elkaar en wat herkennen zij van hun (on)veilige plek in hun dagelijkse gang van zaken. Voor deze oefening zijn verstilling en lichaamsgewaarzijn noodzakelijk. Er is een duidelijk verschil als de deelnemers bewust en in stilte hun plekken moeten onderzoeken. Wat zijn de verrassingen, de onverwachte lessen?• De guidelines hebben als doel om afspraken te maken, zodat er een veilige sfeer ontstaat. Als dit op een bepaalde manier wordt aangevlogen, of als er te weinig context is om dit in te plaatsen kan dit het tegengestelde effect hebben. De vraag is daarom of het benoemen van guidelines altijd zorgt voor veiligheid of dat in sommige contexten het ervaren van veiligheid voor ‘verdichting’ van de groepsdynamica werkt.• In deze oefening wordt duidelijk wat het effect van stilte kan hebben op hoe deelnemers iets ervaren. Waar de stilte bewust wordt ingezet om te (laten) luisteren naar wat het lichaam te vertellen heeft, of überhaupt ruimte wordt gelaten voor diegene die willen delen is de impact het grootst.Wat er gebeurde in de losgeschudde ruimte?• De co-facilitator die opmerkt dat de opmerking van de facilitator weerstand teweeg brengt, maakt gebruik van de (kleine) ruimte die is gecreëerd om in te springen met een grappige, verlichtende opmerking.• Door rond te lopen tussen de studenten, en hen niet van een afstand maar fysiek van dichtbij te bevragen, werd hun standaard, veilige positie bevraagd en verstoord. Hierdoor is voor hen een opening gecreëerd die het mogelijk maakte om meer risico te nemen en bewuster en gedurfder deel te nemen in de vervolgopdracht(en), in plaats om vanuit hun automatische piloot te handelen.Transformatie ten gevolge van de interactieFacilitators• Voor zowel de facilitator als co-facilitator werkt de sessie door. Zij reflecteren samen direct na afloop en hebben op sommige vlakken een andere kijk, maar vooral een andere waardering van het verloop van de sessie. De facilitator vindt dat de groep vast zit en dat er enige weerstand is. Zij oordeelt ook vrij streng over zichzelf dat ze teveel op de co-facilitator leunt, omdat zij niet zo goed durft. De co-facilitator geeft aan wellicht te snel in
118Lichtpunten op de The Inclusivity Pathway te springen en te weinig ruimte te laten voor het leren van de facilitator. De co-facilitator heeft daarentegen juist ook een andere dynamiek gezien in de groep na kleine interventies, waarvan er twee hier zijn beschreven. • De facilitator merkt een dag later bij haar wekelijkse dansles op dat zij voor zichzelf een bewegingsmoment wil creëren voorafgaand aan een dergelijke sessie, zodat zij meer uit haar hoofd kan komen om op die manier een sessie nog beter te kunnen begeleiden; ‘[..] ruimte bieden voor het oncomfortabele gevoel bij anderen en het er bij mezelf laten zijn en niet afwijzen maar benutten, dat leren.’ • Weer een paar dagen later krijgt de facilitator een filmpje opgestuurd van een dergelijke sessie bij een grote multinational. Het feit dat die organisatie ruimte maakt voor deze thematiek, sterkt haar in de missie dit werk voort te zetten.• De co-facilitator wordt door de samenwerking bevestigd in de kracht van het transformeren van de energie; in dit geval door met een grap en de daaropvolgende lach meer luchtigheid te brengen. Zij heeft meer inzicht in de werking van een belichaamde actie; door deelnemers hierop te wijzen of in mee te nemen, maar ook door haar eigen ‘ik’ in te zetten. Zij is ook overtuigd van haar vaardigheid in het kunnen beschouwen tijdens de sessie, de reflectie en haar ondersteuning in het gesprek om de juiste woorden te vinden.4.1k IImpact ervaring en analyse - AminataErvaringIn een organisatie met advocaten en andere werknemers waren er een serie IPT sessies waar werknemers geleidelijk met elkaar leerden omgaan via luister en gespreksoefeningen. Hiërarchie was aangegeven als een issue in deze organisatie. Een van de administratieve assistenten had aangegeven dat ondanks de goede werkrelatie hij zich zeer geïntimideerd voelde door de advocaten, vooral de senior advocaten en dat hij zich vaak terugtrok in stilte, ook op momenten waar hij zich uit zou moeten spreken. Iedere IPT sessie ging van start met een review van de guidelines.Na een aantal sessies was de administratieve assistent in een kleine groep waarin twee senior advocaten ook deelnamen. De groep moest een bepaalde activiteit doen waarin ze iets over familie moesten delen. Toen een van de senior advocaten aan de beurt was deelde deze dat dit voor hen zeer ongemakkelijk was en dat ze het geen goede opdracht vonden en eigenlijk wilde dat ze deze hele opdracht als groep niet zouden moeten doen. Voor dat iemand kon reageren richtte de administratieve assistent zich tot de senior en legde uit dat de richtlijnen heel duidelijk aangaven dat deelname vrijwillig was en dat de persoon het recht had om “pass” te zeggen, maar niet het recht had om alles stil te leggen voor de hele groep. De administratieve assistent gaf later toe, dat hij voor de IPT training nooit gedurfd zou
hebben zich zo uit te spreken, en helemaal niet tegen een senior.AnalyseIndividuele transformatie - Administratieve assistent die zich uitspreekt• Deelname aan meerdere IPT sessies• Introductie van de IPT sessie met de richtlijnen waarin vrijwilligheid en het concept “I pass” wordt behandeld, die mensen de vrijheid geeft om zich te excuseren van een activiteit• Assistent voelde zich gesterkt door de richtlijnen om die toe te passen op de groep• Assistent sprak zich uit toen de richtlijnen niet gevolgd werden• Assistent sprak zich uit tegen iemand in een senior positie, iets wat hij normaal niet zou doenGemeenschap transformatie• Wat is de les/impact op de grotere gemeenschap• Deelnemers in de groep kregen te zien hoe iemand die normaal in de andere positie zat zich assertief kon uiten tegenover iemand in de dominante positie.Wat zijn de verrassingen, de onverwachte lessen?• Dat iemand in ‘de andere’ positie genoeg empowered kan worden om iemand de dominante positie op een veilige manier kan aanspreken. Hopelijk heeft dat iets losgemaakt in de persoon voor de toekomst.Transformatie ten gevolge van de interactie• De richtlijnen hebben bijgedragen aan een bepaalde atmosfeer en geven iedereen ruimte om verantwoording te dragen voor die atmosfeer• De richtlijnen in samenwerking met ervaring van meerdere sessies droegen bij aan een veilige atmosfeer waarin de assistent zich durfde te uiten (bevestigd door de assistent)• De senior was gedwongen naar de assistent te luisteren in het bijzijn van andere participanten
InclusivityPathwayTraining
InclusivityPathwayTraining
The Inclusivity Pathway Training: Lichtpunten op de Inclusivity Pathway2023Aminata CairoWinnie RosevalNaomi van StapeleBirol OnaSomya BouzaggouAminata Cairo ConsultancyThe Hague University of Applied SciencesInholland University of Applied SciencesLeiden UniversityBoek vormgeving: Alizee BollenDit onderzoek is tot stand gekomen met een bijdrage van een NRO subsidieISBN/EAN: 978-90-831642-4-3Harde copy gepubliceerd door: Aminata Cairo Consultancy Duivendrecht
Belichaamd leren en het onbekende betreden zijn sleutelelementen van de IPT.Winnie roSevalWees niet bang om fouten te maken en ontwikkel je eigen stijl.Birol onaDe IPT helpt je om je relaties met anderen te verbeteren doordat je jezelf beter leertkennen.Somya BouzaggouIPT doorbreekt routinematige manieren om naar onszelf en anderen te kijken door te midden van de dagelijkse hectiek opheldering te bieden en manieren te onderzoeken om anders met elkaar om te gaan.naomi van Stapele
Als mens en in de rol van artistiek leider van de Opleiding Docent Dans aan de Academie voor Theater en Dans van de Amsterdamse Hogeschool voor de kunsten, Stichting TjillSkillz en Stichting ReDiscoverMe werk ik nu en al jaren met allerlei mensen en hun rijkdom aan diversiteit. Ik richt me in alles wat ik doe op veiligheid, inclusief werken en empowerment van de persoon. Ik ervaar dat de wereld van nu enorm in beweging is, met regelmaat zelfs turbulentie. Aangewakkerd door belangrijke bewegingen als Black Lives Matter en #MeToo, de pandemie Covid19, e.a. is Pandora’s Box eindelijk volledig open. Balans is zoek in hoe we met elkaar omgaan, gevoel van onbegrip, kwetsbaarheid is aanwezig bij elk mens ongeacht leeftijd, rol of anders. De IPT geeft vertrouwen dat wij, als mensen samen, bewustwording kunnen creëren en verandering kunnen ondergaan bij onszelf en ‘de ander’ door samen in beweging te blijven. Het IPT handboek brengt inzichten en bewustwording die ondersteund en versterkt worden door bronnen. Het biedt de docent en de student, ieder mens, praktische handvaten om met elkaar in gesprek te gaan en te blijven. Van de cancel culture naar de consent culture. Het lezen van het IPT Handboek biedt bewustwording en praktische handvaten om er zelf mee aan de slag te gaan in jouw praktijk.Damar LamersArtistiek Leider Dans Docent OpleidingAmsterdam Hogeschool voor de KunstenISBN/EAN: 978-90-831642-3-6Aminata Cairo Consultancy